Het kind van Noach
Eric-Emmanuel Schmitt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 3790 |
31/12/2006
Nog voor de waan van de dag Judas als apostel in ere herstelde, beschrijft Eric-Emmanuel Schmitt, zoals vele anderen voor hem, in zijn Het evangelie volgens Pilatus Judas als de enige echte vertrouweling van Jezus die wordt opgedragen om hem in navolging van de profetieën aan zijn vijanden uit te leveren. Jezus -- of liever Yechoua, want de schrijver verkiest de Aramese naam -- wordt hier net zoals in Het evangelie volgens Jezus Christus van Nobelprijswinnaar José Saramago beschreven als een mens die twijfelt aan de opdracht die hem kennelijk wordt meegegeven: "Ben ik werkelijk de getuige van mijn Vader of alleen maar een dwaas", herhaalt Schmitt in de lange 'Proloog' van dit boek deze stelling. In dit eerste gedeelte volgen we een aarzelende Yechoua die de avond voor Pesach en zijn naderende kruisdood terugkijkt op zijn leven en de vermeende taak die hem te beurt is gevallen. Na deze met emotie beschreven reconstructie van het lijdensverhaal gezien door de ogen van Christus zelf, volgt als tweede hoofdstuk het 'Evangelie volgens Pilatus', waarin de Romeinse stadhouder de gebeurtenissen als een rationeel man tracht te verklaren maar er door zijn vrouw Claudia toe gebracht wordt om ook de meer mysterieuze kanten van deze zaak onder ogen te zien. Op haar dringende vraag -- zij werd ooit door deze Yechoua geholpen -- tracht hij de veroordeelde nog te redden. Tevergeefs echter. Het volk verkiest Barabas en Pilatus zal zijn handen in onschuld wassen. "Ik heb de Joden geholpen zich te ontdoen van een Jood die hen tegensprak", schrijft hij met spijt aan zijn geliefde broer Titus in Rome, maar anders dan zijn vrouw zal hij zich niet bekeren tot deze Messias. Toch blijft hij leven met het besef dat "de werkelijkheid zich [soms] verzet tegen zijn logica".
Dit meer geconstrueerde tweede deel dat eerder interessant dan boeiend is, wordt helemaal goedgemaakt in een derde hoofdstuk waarin de auteur verslag doet van de diefstal van zijn tekst en de noodzaak om zijn boek dat reeds was aangekondigd in enkele weken te herschrijven op basis van zijn herinnering. In dit 'Dagboek van een gestolen roman' heeft hij het over zijn interpretatie van het Evangelie en maakt hij gewag van zijn plotse bekering (die op een februarinacht in 1969 in de Sahara zou hebben plaatsgevonden), die zijn literaire belangstelling voor het spirituele verklaart. [Jan Baes]
Drs. K. de Jong Ozn.
Dit boek brengt het Bijbelse evangelie in romanvorm, waarbij het gaat om het wikken en wegen van het christendom. De roman heeft drie hoofdpersonen: Jezus Christus, Pilatus en diens vrouw Claudia. In het eerste gedeelte wordt het leven van Jezus beschreven, het mysterie van de menswording van God en de macht van zijn onvoorwaardelijke liefde. In deel twee laat Pilatus Jezus ter dood brengen. Hij wordt daarna geconfronteerd met het mysterie van diens opstanding, welk feit hij op alle mogelijke manieren tracht te ontkrachten: het lijk zou zijn gestolen, Jezus zou niet werkelijk zijn gestorven. Pilatus staat voor de hedendaagse rationalist, 'die weigert voor het geloof te zwichten', zijn vrouw Claudia doet dat wel. In deel drie reflecteert de auteur op het geschrevene, wat er toe bijdraagt dat de actualiteit ervan nog duidelijker gestalte krijgt, daar er vele Pilatussen en Claudia's zijn in de hedendaagse samenleving. Zo is dit een interessante en belangrijke roman geworden, al zal hij gelovigen directer aanspreken dan ongelovigen. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.