Stille sneeuwval : de geschiedenis van de gezusters Makioka
Junichirô Tanizaki
Junichirô Tanizaki (Auteur), Jacques Westerhoven (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : TANI |
Catherine Vuylsteke
i /ul/13 j
Toen de Amerikaanse historicus en vertaler Edward Seidensticker in 1966 de literaire erfenis van Junichiro Tanizaki (1886-1965) doorlichtte, was hij niet zeker dat het werk een toekomst had in het Westen. Zijn fijnzinnige verkenning van liefde en dominantie maakte Tanizaki razend populair in het naoorlogse Japan en hij raakte net voor zijn dood nog genomineerd voor de Nobelprijs, maar toch leek het de vertaler een dubbeltje op zijn kant.
Dik een halve eeuw later zijn vijftien van Tanizaki's verhalen verfilmd - sommige zelfs meermaals. Vele andere kregen een theaterbewerking. Ook bij ons. Hugo Claus schreef in 1988 het scenario van Dagboek van een oude dwaas (1961), Josse De Pauw maakte in 2016 een theatervoorstelling van De sleutel (1956). Amélie Nothomb sprak in hyperbolen over Tanizaki's essay Lof der schaduw (1933) en voor theatermaker Arne Sierens is de familiekroniek Stille sneeuwval (1943-48) hét boek dat hij “aan iedereen cadeau wil doen”. Geen wonder dat er nu nieuwe vertalingen zijn, zowel van de roman Kruisende lijnen (1928) als van de novelle Een kat, een man en twee vrouwen (1936).
Westers
Als er één ding is dat Tanizaki kenmerkt, dan wel de zucht naar elders en anders. Noem het een vorm van escapisme, weg van de grauwe realiteit en de vreselijke oorlogstijd. In zijn jonge jaren dweept hij met het Westen: hij draagt een pak, woont in een westers huis in de buitenlandse wijk van Yokohama en verslindt het werk van Edgar Allen Poe, Charles Baudelaire en Oscar Wilde. Tegelijk is hij erg onder de indruk van Richard von Krafft-Ebings Psychopathia sexualis (1886), waarin de term sadomasochisme voor het eerst opduikt. Ook is Tanizaki gefascineerd door China: wanneer hij als prille dertiger van een reis terugkeert, omringt hij zich met Chinese snuisterijen en poseert voor foto's in Chinese kostuums.
Minstens even bepalend zijn de grote aardbevingen - in 1894 en in 1923 - die Tanizaki's huis verwoesten. Die dramatische gebeurtenissen bezorgen hem niet alleen een levenslang trauma, maar ook een fundamentele interesse in wat verdwenen is, in geschiedenis en traditionele esthetiek.
Maar hoezeer de verhalen uit vervlogen tijden hem in se ook boeien, ze hebben iets steriels. De geheime verlangens, lage impulsen en onverwachte driften zijn eruit weggegomd, een euvel dat Tanizaki in zijn eigen werk zal verhelpen. En hoe. Of de romans zich nu in zijn geliefde Heian-tijd (794-1185) afspelen, dan wel aan het begin van de 20ste eeuw, altijd weer duiken driehoeksverhoudingen op, net als beeldschone, demonische vrouwen en zwakke, hunkerende mannen.
Voor Tanizaki staat de correlatie tussen schoonheid en kwaad vast. Hij zegt het in Jotaro (1914) ook met zoveel woorden: “De mooiste vrouw is per definitie het slechtst, zodat een man met een oog voor schoonheid praktisch veroordeeld is om door het object van zijn liefde te worden mishandeld”. En zo geschiedt. In De tatoeëerder (1910) onderwerpt de inktmeester zich aan een klant op wier rug hij een reusachtige spin aanbracht, in Sorrows of a heretic (1916) wendt een jong literair genie zich tot prostituees voor een bijzonder gewenste mishandeling en in Shunkin - een schets (1933) verblindt de protagonist zichzelf om zijn misvormde meesteres beter te kunnen dienen.
Femme fatale
Dat weergaloze vermogen om de rafelranden van de menselijke ziel te verkennen, ontleent Tanizaki naar eigen zeggen aan buitenlandse grootmeesters. “De ware bijdrage van het Westen aan de Japanse literatuur”, schrijft hij in een essay in de jaren 30, “is dat ze de liefde heeft bevrijd, of meer precies, de begeerte.”
Verlangen loopt als een rode draad door het hele oeuvre van de schrijver, maar in Kruisende lijnen zet hij zijn meest extreme femme fatale neer. De roman wordt in de eerste persoon verteld als een bekentenis aan een schimmige figuur die Sensei wordt genoemd. We zijn getuige van de ondergang van een man, gevangen in zijn gevoelens voor Sonoko en Mitsuko, een “zuivere” en een “ontaarde” vrouw. Na een verkenning van de lesbische liefde en een reeks angstaanjagende intriges loopt dit uit op een dubbele zelfmoord.
Tanizaki knipoogt hier naar de klassieke Japanse literatuur: zowel de verhaalwendingen als de interpersoonlijke relaties doen denken aan De liefdeszelfmoorden bij Amijima (1721), het beroemde huiselijke drama van Chikamatsu Monzaemon.
En toch, de fatale daden van Tanizaki's personages hebben niet de noodlottigheid waarvan dat meesterwerk is doordrenkt. “Je zou haast denken”, schrijft de Amerikaanse literatuurprofessor Eric Gangloff, “dat de auteur zich stiekem amuseert met een dergelijk einde. Het is de wraak van een man op zijn irrationele impulsen en infantiele behoeften, die hem zwak en afhankelijk maken.”
Schildpadkat
Het gros van Tanizaki's mannelijke personages mag zich aan een vrouw onderwerpen, en een enkele keer aan een kind, in het nu in het Nederlands vertaalde Een kat, een man en twee vrouwen , is de meesteres een dier. Het verhaal speelt zich af in Osaka en behandelt de huwelijksperikelen van Shozo en zijn voormalige en huidige echtgenotes. Jaloezie, fantasie en wraak staan centraal in een ménage à quatre , waarbij de schildpadkat Lily het ware object is van de intriges.
Wat in deze novelle opvalt, zijn de lichtvoetigheid en de afwezigheid van expliciete seksuele spelletjes. Daar is slechts een zweem van terug te vinden, in de sensuele beschrijvingen van de hapjes makreel die aan de viervoeter worden gevoerd.
Als we Japankenner Luk Van Haute mogen geloven, dan wordt deze korte roman een commercieel succes. “Sinds er bij Murakami sprekende katten opdoken,” zei hij in een interview, “worden katten met Japan geassocieerd. Uitgevers gaan er gericht naar op zoek. Katten verkopen, punt.” Dat zou in dit geval verdiend zijn.
JUNICHIRO TANIZAKI Kruisende lijnen. Vertaald door Jacques Westerhoven, L.J. Veen Klassiek, 256 blz., € 15 (e-boek € 4,99).
JUNICHIRO TANIZAKI Een kat, een man en twee vrouwen. Vertaald door Geert van Bremen, Meulenhoff, 176 blz., € 22,99 (e-boek € 12,99).
Redactie
Junichiro Tanizaki (1886-1965), geïnspireerd door Westerse schrijvers als Edgar Allen Poe en Oscar Wilde, geldt als de auteur van voortreffelijk geschreven, maar tegelijkertijd angstaanjagende en haast tijdloze verhalen en romans, waarin expliciet sadomasochisme, de verering van schoonheid en perverse decadentie een belangrijke rol spelen. Deze roman, geschreven in 1931, verfilmd onder de titel 'The Berlin Affair', kan als een schoolvoorbeeld van zijn stijl gelden. Wat begint als een welhaast door de buitenwereld opgedrongen lesbische verhouding tussen de vrouw van een advocaat en een femme fatale, eindigt in een tragische vierhoeksverhouding, die ten slotte twee van de vier 'medespelers' in het graf doet belanden. Voor het zover is schildert Tanizaki op meesterlijke wijze de ontluisterende werking van de erotiek, die in zijn visie als een amorele drang geldt. Uitstekende vertaling. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.