De weg naar buiten
Arthur Schnitzler
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Houtekiet, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5741 |
31/12/2010
Sinds Jef Rademakers (1949) vijftien jaar geleden een punt zette achter zijn televisiecarrière publiceerde hij twee dichtbundels, tien korte verhalen en vier romans, waarvan Drang uit 2004 hem definitief op de kaart van de Nederlandse literatuur plaatste. Met Julius' tong levert Rademakers nu een verbijsterend origineel boek af, dat net zoals zijn verhalenbundel Reiziger van lichte zeden een scherpe kijk op de maatschappij biedt.
Julius is een filosofische geest die er een hobby van heeft gemaakt om het leven in al haar facetten te analyseren. Een prachtig staaltje van zijn kritisch ingestelde geest, is de manier waarop Julius de wereld met een kokende pan vergelijkt: 'De wereld brandt, dacht Julius. Er sijpelt rook door de kieren. Als circusacrobaten balanceren wij op een bal van vuur. Wij bewegen ons over het deksel van een kokende pan. Niemand weet wat er in de pan zit.' De grote denker Julius gaat echter letterlijk sprakeloos door het leven. Op geen enkel ogenblik wekt Julius echter de indruk dat hij te lijden heeft onder zijn handicap en zijn nabije omgeving omringt hem erg liefdevol.Zijn taak bestaat er voornamelijk in om zijn dementerende moeder frequent op te zoeken in het verzorgingshuis, voor haar af en toe wat bloemen te kopen en om regelmatig taxichauffeur te spelen voor zijn oudere broer Henri die een succesvolle jaguardealer is voor het familiebedrijf 'Teerlings Automobiel'. Financieel komt Julius dankzij zijn broer niks te kort en 's avonds spenderen de ongehuwde broers hun tijd en hun kapitaal in een lokale showroom waar meisjes van diverse nationaliteiten het de klanten naar de zin maken in 'een gedecolleteerd kort jurkje, een bikini met een pareo, een babydolletje'.
Het leventje dat Julius leidt kabbelt rustig verder totdat hij zich wil ontfermen over een levend wezen dat geheel van hem is. Eerst schenkt hij al zijn affectie aan een jong poesje dat alleen achtergebleven is nadat de moeder ervan is doodgereden. De volgende dag al treft Julius zijn poesje Kareltje noemt echter al dood aan in zijn woning. Tot dan had Julius in alles geloofd, behalve in de dood, maar vanaf dat ogenblik wordt Julius er slag om slinger mee geconfronteerd. Om zijn moeder te plezieren neemt Julius haar mee naar de zogenaamde Hubertusviering, een kleurig en zonovergoten schouwspel waar majorettes in zilverwitte kostuumpjes defileren en Julius één voor één weten te ontroeren. Na afloop van het evenement knuffelt Julius zijn moeder dood en vlucht hij met haar lijk op de achterbank naar zijn vriend Rinus, die een specialist is in het opzetten van dode dieren in alle formaten. Onderweg pikt hij één van de majorettes op die met haar snorfiets door een snelheidsduivel is aangereden. De geplande triomf- en reddingstocht naar Rinus ontaardt voor Julius echter in een hallucinante danteske vertoning.
Spontaan en met veel gevoel voor humor schetst Rademakers een nauwkeurig beeld van wat er zich allemaal in het hart en het hoofd van een sprakeloze afspeelt. Net als in zijn vorige roman Drang slaagt hij er op overtuigende wijze in de dood in kaart te brengen om haar weguiteindelijk weg te lachen. Een diepzinnige en verrukkelijke roman die de lezer uitnodigt op een fascinerende tocht naar de hel. [Nicolas Verscheure]
J.T.G. Maas
De 36-jarige Julius leidt een zwijgzaam leven - hij heeft sinds zijn geboorte niet gesproken, zonder dat er daarvoor een medische of andere oorzaak is - en toert vooral rond in zijn Jaguar-Daimler. Zijn veel oudere broer heeft een succesvol autobedrijf in Breda uit de grond gestampt waarvan hij 50% mede-eigenaar is zodat Julius mogelijk kan rentenieren. In de vier dagen die hier beschreven worden, verandert zijn leven, mede omdat zijn moeder wegens dementie is opgenomen in een verzorgingshuis. Julius bespiegelt over zijn leven, zijn verlangens en die van de mensheid in het algemeen en ten slotte is er een tragisch einde. Rademakers geeft impliciet een beeld van het leven in de grensstreek van de Baronie in de jaren '60, de sociale "uprise" van sommigen, het leven in de kleine bordelen daar en de leegte van een een doelloos bestaan. Hoewel het verhaal hier en daar wat gezocht lijkt, is het nergens ongeloofwaardig. Bovendien schrijft Rademakers vlot en weet de lezer gedurende de gehele roman te boeien; zijn programmamakerservaring bij televisie en film zal hier ongetwijfeld debet aan zijn. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.