2000 jaar christendom : een introductie
Alister E. McGrath
Alister E. McGrath (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ten Have, cop. 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 290 MCGR |
31/12/2006
De controverse tussen geloof en atheïsme is in de moderne westerse geschiedenis begonnen met de opkomst van het humanisme en de verlichting. Vooral de verlichting legde de nadruk op de autonomie van de menselijke geest, die in staat was om alle vormen van duisternis en onderdrukking, zowel op psychisch als op materieel niveau, te overwinnen. Dat betekende uiteraard dat de godsdienst, die tot dan toe de overheersende factor was in de westerse maatschappij, sterk onder druk kwam te staan. Vooral het kerkelijk systeem werd beschouwd als vijand nummer één van de vooruitgang, niet alleen omdat het uitdrukking was van de conservatieve tradities van het verleden, maar ook omdat het de corrupte monarchieën (vooral in Frankrijk en Engeland) bleef beschermen. Over de geschiedenis van deze controverse schreef Alister McGrath, hoogleraar historische theologie aan de universiteit van Oxford, een essay dat in grote lijnen een overzicht biedt van de verschillende tendenzen die zowel de opgang als het verval van het atheïsme hebben bepaald. De auteur centreert zijn werk rond twee cruciale gebeurtenissen die telkens een ingrijpende perspectiefwisseling markeerden: de val van de Bastille in 1789 en de val van de Berlijnse muur in 1989. Tussenin ligt de Russische Revolutie (1917), die de basis was voor de eerste atheïstische staatsvorm. Volgens McGrath vereiste de verbreiding van het atheïsme niet alleen populaire bewegingen, maar ook intellectuele grondslagen. Hij zoekt deze laatste bij Feuerbach, Marx en Freud, ieder met zijn specifieke bijdrage. Ludwig Feuerbach beschreef God als uitvinding, voor Karl Marx was God opium voor en van het volk, voor Sigmund Freud was God een illusie. Anderzijds hebben ook de natuurwetenschappen de opmars van het atheïsme sterk ondersteund, m.n. door de roep om het positief bewijs (ook voor de godsdienst) en door de ontwikkeling van de darwinistische evolutietheorie. Tegelijk legt McGrath echter de vinger op de wonde van het atheïsme zelf wanneer hij aantoont hoe daarin de verbeelding ontbreekt die juist de godsdienst met zijn mythisch karakter zo groot maakte. Zo werd het contact met het heilige verbroken en kwamen we terecht in een godloze cultuur. Hier ligt volgens hem o.m. de aanzet tot het fanatisme dat het stalinistisch systeem onmenselijk maakte. De eerbied voor de mens verdween met het verbannen van het heilige. Dit was meteen het begin van het verval van het atheïsme. De mensen misten de warmte en het gemeenschapsgevoel die in hen als een prangende nood bleven leven.
Ongetwijfeld een interessant boek als historische schets waarin je veel (historische) informatie kunt vinden. Toch blijf je na het lezen wat onvoldaan achter. McGrath beschrijft het atheïsme haast uitsluitend als systeem in strijd met de godsdienst als systeem. Zo blijft de inhoudelijke betekenis van het atheïsme als levensbeschouwing bijna volledig buiten spel. En dat is een gemiste kans, ook voor een historicus. De geschiedenis is niet alleen een verzameling feiten, maar ook een ontwikkeling van geestelijke waarden. McGrath gaat er nogal vanzelfsprekend van uit dat het atheïsme geen morele en intellectuele richtlijnen voor de complexe problemen van onze tijd biedt. En dat is toch een zware onderschatting. [Willy Deckers]
Wim Kleisen
Na een inleiding waarin een verband wordt gelegd tussen de Griekse klassieke beschaving en de revolutionaire achttiende eeuw beschrijft de auteur breed het opkomende atheïsme voor de Franse revolutie, tijdens dit gebeuren en daarna, in de negentiende eeuw. Zeldzaam helder geeft hij de ideeën van Feuerbach, Marx en Freud ten aanzien van het atheïsme weer. Dan volgt een schets van het verband tussen natuurwetenschappen en atheïsme. Het Engelse atheïsme krijgt speciale aandacht. De God-is-dood-gedachte gaat van Dostojevski via Nietzsche en Camus, alsmede de theologie van die naam naar de Sowjet-staat. In het tweede deel volgt de achteruitgang van het atheïsme. Het postmodernisme laat alle ruimte open voor andere waarheden dan die van het atheïsme. De miljoenenmoorden in Duitsland en Rusland hebben het atheïsme veel kwaad gedaan. Uiteindelijk blijkt het atheïsme niet een vaststaand feit, maar ook een geloof, evenals het christendom. Belijders van een godsdienst blijken veel gemakkelijker een gemeenschap te kunnen vormen dan die van het atheïsme, dat op grond van dit alles er niet rooskleurig voor staat.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.