Oliver
Edward van de Vendel
Edward van de Vendel (Auteur), Sebastiaan Van Doninck (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Eenhoorn, 2006 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VEND |
31/12/2006
Alle dieren hebben zich verzameld bij de rivier, want er is een noodsituatie: Koning Leeuw is weg. Zomaar vertrokken. Zijn zeven leeuwinnen en Baby Leeuw zijn ook weg. Wie moet er nu spreken als er gesproken moet worden? Wie zal de boel nu bij elkaar brullen? Dan ziet Zupknup-aap plots Hagedissie die over de rivier rent. "Zonder bluppen! Een bijzonderwonder!" Dat is wat ze nodig hebben. Ze zetten Hagedissie op de troon en gaan allemaal plat op de buik voor hem. Hagedissie weet niet wat hem overkomt, hij is alleen maar geïnteresseerd in vliegjes. Intussen sporen elders in het bos de zeven leeuwinnen Baby Leeuw aan om de plaats van zijn vader in te nemen. Hij gaat op weg, met slepende benen, want koning worden wil hij niet. De volgende dag is Hagedissie weg, achter de vliegjes aan en het hele bos treurt. Grote Bek het nijlpaard vraagt zich onder het plengen van een traan wel af waarom ze zo graag een bijzonderwonder willen, "het ging toch eigenlijk wel aardig zonder? Tja. Tja." Vlug Vogeltje haalt Hagedissie terug, ze zetten hem opnieuw op de troon en verwachten dat hij gaat praten. Maar hij, met de buik vol vliegjes nu, denkt alleen aan rennen. "Ha... Ha... Ha... gedissie wil weg." Baby Leeuw brult het uit: Hagedissie moet vrij of anders gaat hij dood, net als zijn vader, die ook bijzonder moest zijn, een wonderkoning moest zijn, en die eraan dood ging. De dieren laten Hagedissie vrij. En die, opeens bewust van het feit dat hij bijzonder is, gaat zich eens heel overdacht aan het waterlopen wijden. "Daar gaan we, kijk eens, kijk eens, blup." En het rivierfauna vergaapt zich aan wat daar voor bijzonders uit de lucht komt vallen. Een wonder? Een bijzonderwonder? Zo gaat dat. Tja.
Van de Vendels ritmische, inventieve vertelling heeft een ijzersterke partner aan Van Donincks dynamische illustratiestijl, die mij met zijn naïef gevormde figuren en druk bevolkte landschappen vol kleine, parallelle tafereeltjes hier en daar aan het werk van Kristien Aertssen doet denken. Hij tekent zijn clowneske, tweedimensionale beesten in warme tinten geel en bruin gecombineerd met zacht blauw. Zupknup-aap, de schreeuwlelijk vol eigendunk, zwiert neurotisch dominerend over de bladzijden, de macho-miereneters, in zeemanstruitje en met overmaatse biceps, drukken zonder veel woorden ("Oowh. Auwh. Pakken. Doen.") fysiek hun stempel op de zaak, Grote Bek, het nijlpaard met het voorkomen van een kantooremployé, bekijkt alles met filosofische berusting: "Stil Hagedissie dus. Lekker rustig wel. Maar volgens mij snapt hij niets van wat er gebeurt. Dus wie niets begrijpt, wordt op een troon gezet? Tja, zo gaat dat." Van Doninck voegt in zijn illustraties eindeloos veel nuances aan het verhaal toe. Ze zijn knap humoristisch, je blijft kijken en grappige details vinden. Zijn situatieschetsen evoceren nevenverhaaltjes in je hoofd: vliegjes vangen, hoe doe je dat? Met een vogelnetje? Vind je ze onder een boom? -- Muis licht er even eentje op om te kijken. En wat zou er gebeuren als een klein meisje een krokodil een vlieg afvangt?
Het boek haalt zijn aanstekelijke ritmiek ook ten dele uit de compositie van tekst en illustratie. Tekstblokjes zijn dynamisch in de taferelen geplaatst, je ziet wie wat zegt en de commentaren van de dieren flitsen voortdurend dwars doorheen het verhaal. Sommige bladzijden hebben iets van een zoekplaat, vol betekenisvolle details in tekst en tekening. Hier en daar is wel met ruimte gewoekerd en zijn te lange teksten in een pietepeuterige letter in de illustratie gepropt. [Jen de Groeve]
Drs. A.W.M. Duijx
Op een dag stonden alle dieren bij de rivier en waren verbaasd dat leeuw met zijn leeuwinnen en zijn leeuwenwelp verdwenen was. De dieren hebben een leider nodig die hen vertelt wat ze moeten doen. Op dat moment komt Hagedissie over de rivier aanlopen. De dieren zien in hem de opvolger van leeuw en vinden hem een 'bijzonderwonder'. Hagedissie weet niet zo goed hoe op al de aandacht te reageren. Op het moment dat Hagedissie de dieren wil verlaten, keert Baby Leeuw terug en wordt tot koning gekroond. Oblong prentenboek met steeds twee pagina’s grote illustraties in heldere kleuren. De illustrator ontving in 2004 voor 'Het woei'* een Vlag en Wimpel. Het verhaal is goed opgebouwd, het taalgebruik literair en het geheel laat zich goed voorlezen. Gesproken tekst en gedachtes staan in een kleiner lettertype. De twijfel van Hagedissie als hij letterlijk en figuurlijk op een troon wordt gezet, is schitterend uitgewerkt. De opvallende illustraties in een gemengde techniek van pen, inkt en gouache sluiten naadloos aan bij de tekst en tonen expliciet de emoties van de dieren. Een prentenboek dat aanleiding geeft tot filosoferen over het feit dat dieren (mensen!) steeds op zoek zijn naar een leider. Een aanrader! Voorlezen vanaf ca. 6 jaar.
Diane Thoné
ua/an/22 j
De dieren weten niet hoe ze het hebben: koning Leeuw is met zijn zeven Leeuwinnen en Babyleeuw, die later koning worden moest, plots verdwenen. Waarheen? Waarom? Wie zal er nu brullen? Wie zal nu hun koning worden? Net opdat moment komt Hagedissie aanrennen over de rivier. Hij deed dat wel vaker, zo zonder bluppen. En nooit heeft iemand dat gezien. Tot nu! De dieren vinden het een wonder. En zetten hem op de troon. Hagedissie begrijpt er niets van. Hij wil alleen maar vliegjes vangen. En nu doen de andere dieren dat voor hem! Als zijn buikje vol is, wil hij weg, maar dat mag niet: de dieren hebben immers behoefte aan een baas die je blindelings kan vertrouwen. Gelukkig heeft BabyLeeuw op dat moment genoeg moed bijeengeraapt om te brullen. Hij zegt dat zijn vader doodgegaan is omdat hij van de andere dieren alleen maar mocht zitten en brullen, zonder zichzelf te mogen zijn. En dat ze Hagedissie dus moeten laten gaan, als ze niet willen dat hij hetzelfde lot ondergaat. Maar wie moet er dan koning worden? Dit is een speels, flitsend en dynamisch boek, een wervelend avontuur vol misverstanden met vaak egocentrische trekjes. Niets ‘des Menschen’ is de dieren vreemd. Alle dieren hebben een eigen karakter, dat niet alleen in hun taalgebruik, maar ook in hun uitzicht onderstreept wordt. Dit leidt tot een humoristisch, ironisch geheel, met vaak hilarische trekjes. Het heeft wel wat van een stripverhaal. De tekst staat vaak tussen de prenten en wordt onderbroken door commentaren van de personages. Hierdoor wordt de wisselwerking tussen tekst en illustratie alleen maar versterkt. De vooral in gele, bruine en blauwe tinten getekende illustraties van Sebastiaan van Doninck doen in het begin een beetje vreemd aan. Als je ze echter nauwkeuriger bekijkt, zitten ze vol humor en dubbele bodems. Kortom, dit boek staat er!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.