Agents-provocateurs : 20 onder 35 : een selectie van de origineelste jonge schrijvers uit Nederland en Vlaanderen
Hassan Bahara
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gennep, cop. 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2677 |
31/12/2006
Ik wou dat ik erbij was geweest," zegt Kamal. "Fok it," zegt Younnes. "Vorig jaar dezelfde shit. Toen hebben ze honden op ons losgelaten." "Kankertatta's met hun kankerhonden," zegt Samir. "Zonder die honden zijn ze niks." Kader haalt zijn hamburger uit de verpakking, begint te eten en staart uit het raam. Buiten ziet hij een groepje politieagenten voorbijlopen. Hij neemt geen deel aan het gesprek en doet alsof hij het staren van Dalil niet opmerkt. "Er moet iets groots gebeuren," zegt Samir dan. "Wat voor groots?" vraagt Kamal. "Ik weet niet," zegt Samir. "Gewoon iets groots." Hij kijkt de Burger King rond en begroet een bekende. "Iets fokking groots... Ik weet niet. Iets..." "Je hebt een saai leven," zegt Younnes. "Wil je dat zeggen?" "O, alsof jij zo'n boeiend leven hebt," bijt Samir hem meteen toe. "Sukkel."
Ondanks de snelle, harde straatdialogen en de diarree aan scheld- tirades is Een verhaal uit de stad Damsko van debutant Hassan Bahara vooral een deprimerende vertelling over verveelde jongeren in een beklemmend multicultureel stukje grootstad. Het rauwe en ongepolijste proza past perfect bij het grimmige decor en de dito personages. Voor subtiliteiten, stilistische hoogstandjes of psychologische miniatuurtjes is hier geen plaats. Bahara schreef een simpel, maar efficiënt verhaal waar verveelde, contactgestoorde jongeren de beklemming bestrijden met spijbelen, rondhangen, gamen, jointjes paffen, antidepressiva slikken en drinken. De protagonist, Kader Zeroual is zich bewust van zijn hel, maar weet in al zijn lafheid en onverschilligheid de uitgang niet te vinden. Bahara laat zijn held genadeloos ontsporen in onhandig geweld. Waarom hij zo "fokked up" is als hij is, wordt niet bepaald uitgespit, maar afkomst en milieu spelen in elk geval een determinerende rol in dit grauwe verhaal. Een vader die niet eens weet hoe oud zijn zoon is of naar welke school hij gaat, en de allochtone vrienden met een veelzeggende Tupac-idolatrie, die hun illusieloze dagen vergapen aan snuffmovies. Om maar enkele bepalende omgevingsfactoren te noemen. Terwijl de jongeren zich in hun agressieve gesprekken inhoudsloos laten gaan, zijn hun daden ? enkele excessen daargelaten ? van een sufheid die die van de burgerlijke tatta's (Nederlanders, met dank aan de handige verklarende (scheld)woordenlijst) makkelijk overstijgt. Ruimte voor andersdenkenden is er niet in dit bonte monoculturele gezelschap. Niet dat er veel gedacht wordt. Het Tupac-incident in de roman, waarbij Kader de dode rappende afgod blasfemeert, is dan ook symptomatisch: "Zijn muziek is wat, gozer?" vraagt Samir ongeduldig. "Zijn muziek is... ehm..." [Kader] haalt diep adem en in één zucht zegt hij: "Fokked op, net als zijn leven fokked op was en wij zijn net zo fokked op omdat wij naar zijn fokked op muziek luisteren." Stilte. "Dat denk ik." Hij kijkt weer in zijn kaarten. De anderen staren hem met open mond aan, dan kijken ze naar elkaar en Samir zegt: "Je maakt een grap, toch? Zeg me dat je een grap maakt."
Buiten de woordenlijst wil Bahara in Een verhaal uit de stad Damsko weinig verklaren. Geen maatschappelijke analyse voor deze Nedermarokkaanse debutant, hij kiest integendeel resoluut voor de onverbloemde confrontatie. Het moet gezegd, de registrerende no-nonsensestijl, het ongekuiste groteske straattaaltje en de Tarantino-achtige expliciete geweldsscènes werken in al hun beperktheid bijzonder doeltreffend. [Jan Bettens]
Trix Westeneng
De zeventienjarige Kader Zeroual zit in de vierde klas van de havo. Op een bepaald moment weet hij weinig raad met zijn leven en verandert hij van een goede leerling en oppassende zoon uit een migrantengezin, in een jongen met wie niet mee te praten valt. Hij verzuimt van school, lapt waarschuwingen aan zijn laars, communiceert nauwelijks meer met zijn vriendin, maakt veel ruzie en komt verkeerde vrienden tegen. Hij zoekt zijn heil bij antidepressiva, alcohol en softdrugs. Het gevaar van harddrugs ligt op de loer. De onmacht van Kader om uit deze negatieve spiraal te stappen is duidelijk voelbaar. Bij zijn familie kan hij niet terecht en zijn verdere sociale omgeving stoot hij van zich af. Het boek is goed en overtuigend geschreven. In de vele dialogen is de straat- en schuttingtaal niet van de lucht. Ze laten een eigentijdse jongerencultuur uit de grote stad zien. Achterin het boek is zelfs een 'verklarende woordenlijst straattaal' opgenomen. Hassan Bahara (1978) werd geboren in Zuid-Marokko; hij groeide op in Amsterdam. Tot twee keer toe won hij onder een pseudoniem de El Hizjra literatuurprijs. Dit is zijn debuutroman, geschikt voor een breed publiek. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.