Toen ik dit zag
Rutger Kopland
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Oorschot, cop. 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KOPL |
31/12/2006
Rutger Kopland is een merkwaardige janus-dichter. Aan de ene kant is hij een van de populairste dichters in ons taalgebied, aan de andere kant heeft dat publieke succes nooit de kritische waardering voor zijn werk in de weg gestaan. Kopland geldt algemeen als een van de belangrijke figuren uit de naoorlogse literatuur. In die zin is het niet meer dan passend dat, veertig jaar nadat zijn debuutbundel Onder het vee verscheen, een 'definitieve' editie van zijn Verzamelde gedichten het licht ziet. De uitgave is typografisch voorbeeldig; het boek bundelt in 500 bladzijden alle eerder gepubliceerde dichtbundels vrijwel integraal, van Onder het vee uit 1966 tot en met Een man in de tuin uit 2004. De editie zelf wordt slechts zeer summier verantwoord (eigenlijk worden de selectiecriteria niet eens aangegeven), maar daartegenover staan een aantal interessante aantekeningen; wetenschappelijk is het allemaal niet (zeker niet voor puristen-tekstediteurs), maar lezersvriendelijk is het alleszins. Deze uitgave maakt meteen duidelijk hoe het oeuvre van Kopland weliswaar een zekere evolutie heeft ondergaan, maar tegelijk bijzonder consistent is gebleven. In zijn eerste bundels hanteert de dichter nog een vrij toegankelijk, parlando-achtig vers. Die eenvoud neemt echter niet weg dat Kopland ook dan reeds grenzen verkent, met name de grens tussen het rationeel verklaarbare en de emotie, tussen het objectieve van een beschrijving en de subjectieve ervaring. Gaandeweg in zijn werk neemt die fascinatie voor het onbestemde, het vervagende alsmaar toe. Tegelijk hanteert de auteur een veel dichtere vorm, met een gedragen ritme, een bijzonder treffend gekozen beeldspraak en vooral een haast feilloos gevoel voor de structuur van het vers; elk woord staat op de beste plaats, iedere verspringing heeft zijn functie... Dat dit vakmanschap op sommige momenten wat opzichtig dreigt te worden (een aantal trucs krijg je na verloop van tijd echt wel door), neemt niet weg dat hier een groot dichter aan het woord is. [Dirk De Geest]
Els van Geene
Vrijwel complete bundeling van de in de periode 1966-2006 gepubliceerde dichtbundels van de Nederlandse dichter (1934, P.C. Hooftprijs 1988). Binnen dit veertigjarig dichterschap zijn er constanten aan te wijzen, zoals een uiterst precieze waarneming van ons aardse bestaan, gekoppeld aan het steeds maar bevragen van het wonderlijke daarin. Aanvankelijk is daar de veiligheid en de ongeschondenheid van de jeugd, veelvuldig verbeeld in dieren en in de onveranderlijke natuur. Met het ouder worden doemen verlies en ontheemding op, enerzijds beleefd als desillusie en verlatenheid (ook door God), anderzijds als de gang naar een meer autonoom bestaan, waarin men zijn eigen levensplan ontwerpt. De anekdote en de (zelf-)ironie maken plaats voor meer stiltes, voor naakte essentie. Verwijlend bij de natuur en de dood die nader komt, ondervindt de dichter "'t bijna aangename gevoel van overbodig zijn". Dit alles in parlando-achtige, tastende regels. De intieme, mijmerende toon van Koplands gedichten maakt de lezer tot gesprekspartner en zijn "stiltes" bieden troost en ruimte voor eigen interpretaties. Bevat geen inleiding, maar wel enkele annotaties, de drukgeschiedenis van elke bundel en een register op titel en beginregel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.