Kleine IJsbeer en de bange haas
Hans De Beer
Hans De Beer (Auteur), Burny Bos (Auteur)
31/12/2006
Vier verhalen getekend door Hans de Beer en van tekst voorzien door Burny Bos, zijn door uitgeverij De Vier Windstreken gebundeld in een verzamelboek, dat er, afgezien van de wat jammerlijk saaie lettertypes op de cover, aantrekkelijk uitziet. 'Tetkees zoekt een baby' verscheen voor het eerst in 1989, 'Valentino de Kikker' volgde 10 jaar later. In 2000 kwam 'Alexander de Grote' op de markt, in 2003 gevolgd door 'Leonardo'.
Leonardo (de naam is niet toevallig) wil vliegen. De andere pinguïns hebben het niet zo begrepen op deze outsider. Samen met Otto de albatros ontdekt Leo een oud vliegtuig, perfect geconserveerd onder de sneeuw. Leonardo voelt zich duidelijk de koning te rijk met de vliegeniersmuts op. Plots hebben die pinguïns wél interesse in Leo, en natuurlijk mogen ze allemaal mee op de eerste vliegtocht. Met deze daad raakt Leonardo volledig geaccepteerd en ontdekt hij zichzelf.
In 'Alexander de grote' komen we terecht in 'Onder de planken'. Muis Alex heeft grootse dromen over nog grootsere heldendaden -- dat komt ervan als je ouders je naar zo'n historisch figuur vernoemen. Als er geen eten meer is omdat poes Ratsj het huis terroriseert, wil Alex zijn familie helpen. Hij verkleedt zich als beer en slaagt erin eten te verslepen naar 'Onder de planken'.
Olifant Tetkees -- een weinig aantrekkelijke vertaling van het Duitse Olli -- is gefascineerd door baby's in 'Tetkees vindt een baby'. Als mama vertelt dat hij geen baby kan krijgen als verjaardagscadeau, trekt hij op rolschaatsen de wereld in. Teleurstelling stapelt zich op teleurstelling: de ooievaars noch de herten, de kikkers of de kangoeroes willen hun baby's afstaan. Tetkees doet zijn best om elk dier te imiteren en dat levert schitterende illustraties op, waarop hij zich in het ooievaarsnest nestelt of in de sloot onder water zit met nog net zijn slurfje boven om net als de kikker hier zijn baby's te laten groeien. Leuk aan dit verhaal is dat Tetkees duidelijk een 'hij' is! De rolschaatsen en het gebroken been spelen echter bijrolletjes die inhoudelijk niet bijdragen aan het verhaal.
Valentino heeft de boodschap van mama "je bent mijn kleine prins" letterlijk genomen en gaat op zoek naar zijn prinses in 'Valentino de Kikker'. Onderweg krijgt hij gezelschap van een kuiken, dat als lakei mag meereizen met prins Valentino. De reis vordert, geen kasteel te zien en ondertussen groeit het kuiken. Tot Valentino's ontzetting blijkt het een ooievaar te zijn. De twee lossen het probleem op: "Je lijkt op een ooievaar, maar je bent Lakei. Het is net als bij mij: ik lijk op een kikker, maar ik ben een prins." Als het duo toch bij een kasteel vol kikkerprinsen belandt, houdt Valentino het snel voor bekeken.
Na een tocht waarin de hoofdpersonen zichzelf bewezen hebben of begrepen hebben dat het nergens zo goed is als onder gelijkgezinden, eindigt elk verhaal in de vertrouwde familie- of vriendenkring. Leonardo wordt geschat door zijn vrienden, nu hij niet alleen kan vliegen, maar ook nog eens zweefduikt als de beste: "vliegen met zwemvleugels" noemt hij het zelf. Alexander vindt een tweede thuis in de poezenmand, hij verruilt het muizennest om elke avond "naast zijn nieuwe zusjes en broertjes" in slaap te vallen . Tetkees draagt de vele kleine olifantjes in het dorp rond in de buidel die mama voor hem maakt. Tot slot vindt ook Valentino zijn familie terug en komt de ooievaar hem elk jaar goedendag zwaaien.
'Alexander de Grote' en 'Leonardo' brengen een emanciperende boodschap, de andere twee verhalen zorgen vooral voor een gerustellend warm einde voor jonge kleuters. Hans de Beer, vooral bekend van de verhalen over 'Kleine ijsbeer', zorgde voor expressieve tekeningen. Beteuterde, verlegen of enthousiaste dieren: de emoties zijn altijd erg duidelijk. De illustraties zijn vooral grappig en dragen bij tot de spanning. De details maken ze tot een aantrekkelijke ontdekkingstocht. [Ilona Plichart]
Redactie
Vier eerder apart uitgegeven prentenboeken van dezelfde auteur en dezelfde tekenaar. In 'Leonardo' wil een pinguïn dolgraag kunnen vliegen met de andere vogels en probeert de natuur een handje te helpen. Prentenboek met grote, met waterverf ingekleurde pentekeningen. In 'Alexander de Grote' redt een slimme muis zijn familie van de hongerdood door vermomd als speelgoedbeer de kat des huizes om de tuin te leiden. Prentenboek met grote schilderingen in gedekte kleuren. In 'Tetkees' wil een kleine olifant niet steeds de kleinste zijn en gaat daarom op zoek naar een babyolifantje. Prentenboek met sfeervolle tekeningen in gedekte kleuren. In 'Valentino de kikker' weet Valentino zeker dat hij een prins is en gaat met de kleine vogel Lakei op zoek naar zijn prinses. Prentenboek met zorgvuldig getekende en zacht ingekleurde illustraties. Schitterende prentenboeken die dezelfde sfeer ademen als de boeken over Kleine IJsbeer, met een happy ending. De vrij uitvoerige tekst is gezet in een schreefloze letter. Op het blauwe omslag staat de omslagtekeningen van de vier oorspronkelijke prentenboeken. Vanaf ca. 4 jaar.
Kristina Delmeire
ua/an/22 j
Leonardo, de pinguïn, wil niets liever dan vliegen. Als hij Otto de albatros ontmoet, krijgt Leonardo een idee. Hij maakt van aangespoeld wrakhout net zulke machtige vleugels als Otto heeft. Maar als Leonardo met zijn vleugels aan van de klif afspringt, valt hij als een baksteen naar beneden, vlakbij … een echt mensen- vliegtuig! Toevallig weet Otto hoe je dat moet besturen. Leonardo kan het haast niet geloven: zal hij nu dan echt kunnen vliegen? Alexander, een kleine muis, droomt ervan net zo groot en sterk te zijn als beer. Dan hoeft hij niet meer bang te zijn voor de gevaarlijke poes die hem de weg naar de kaas verspert. Alexander laat zijn droom in vervulling gaan met behulp van een zelfgemaakt berenpak, een beetje geluk en een massa moed. Tetkees, de kleine olifant, is jarig. Hij heeft rolschaatsen gekregen en nog een heleboel andere cadeautjes. Maar echt blij is hij niet. Hij wil zo graag een babybroertje of zusje voor zijn verjaardag. Hij wil niet altijd de kleinste zijn. Zijn moeder zegt dat het niet kan. Maat dát gelooft Tetkees zo maar niet! Op zijn nieuwe rolschaatsen gaat hij zelf op zoek … Valentino, de kikker, gaat op zoek naar het kasteel hoog in de bergen waar de prinses woont, want hij denkt dat hij zelf een prins is … De kleine vogel Lakei gaat met hem mee. Na een lange tocht bereiken ze het kasteel en daar wacht Valentino een onaangename verrassing. “Fantastisch” is in dit boek eerder gerelateerd aan “fantasie” dan aan “formidabel”. Op de achterflap van het boek kan je lezen dat dromen en wensen iets is wat we allemaal doen en hebben. De vier verhalen gaan telkens over de verwezenlijking van zo’n droom. Echt verrassen of sprankelen doen ze geen van alle. Ze zijn flauw en voorspelbaar. Nochtans is het opzet wél interessant. De hoofdfiguren jagen met ferme wilskracht hun droom achterna. Het pad dat naar de verwezenlijking leidt, maakt het verhaal. Leonardo slaagt erin om te vliegen en heeft meteen ook aansluiting bij de groep. Alexander redt, dankzij zijn moed, zijn familie van de hongerdood. Tetkees is gewoon tevreden dat hij zijn moeder terugvindt en Valentino’s tocht eindigt doordat hij zichzelf vindt. De intenties zijn mooi, maar met uitzondering van Alexander voelt de manier waarop de droom verwezenlijkt wordt geforceerd aan. Algauw krijg je een homogene en bij tijden slaapverwekkende massa. In de helft van het boek is de uitdaging eraf. Gelukkig zijn de illustraties goed gemaakt. De tekenaar puzzelde met vlotte hand genuanceerde sfeerbeelden in elkaar die de inhoud ruimschoots overtreffen. Deze beelden geven een letterlijke vertaling van de tekst en laten niet echt ruimte voor interpretatie, maar het is ook mede dankzij die letterlijkheid dat ze de tekst haast overbodig maken. De omgeving waarin de dieren zich bevinden, het gebruik van verschillende invalshoeken, het wisselende perspectief, de composities, het is allemaal met veel métier gemaakt. Dit prentenboek, dat vier verhalen bundelt voor een niet onaardige prijs, wordt overeind gehouden door de trefzekere potlood- en aquareltekeningen.