Hotel New Flandres : 60 jaar Vlaamse poëzie 1945-2005
Dirk Van Bastelaere
Dirk Van Bastelaere (Auteur)
31/12/2006
In zijn nieuwe bundel herinnert Dirk Van Bastelaere de mensheid eraan dat ze zich op een 'road to nowhere' bevindt. Over vier miljard jaar is het gedaan met de wereld. Maar van vroegtijdige rouw is hier geen sprake. Titels als 'De laatste doet het licht uit' en 'Wwwwwhooooshh' geven de destructie een vrolijke toets. En in het laatste gedicht staat te lezen: "je bent verliefd, in sexual love, / op je dood en de dood / van je soort".
Van Bastelaeres jongste is minstens even hectisch als zijn vorige bundels. Dat is hij door de overvloed van citaten en verwijzingen naar zeer verschillende culturele domeinen. Door de hoofdletters die hier even willekeurig geplaatst lijken als de taal zelf is. Door de regieaanwijzingen en andere al dan niet cursief gedrukte 'tussenvoegsels'. En door de talrijke onderschikkingen die op het formele vlak aansluiten bij het paradoxale gegeven dat deze bundel een postmoderne poging tot samenvatting lijkt, waarvan het slotvers luidt: "Zo is het leven op aarde". De voorbode van iets groots is een wervelende en onvatbare synthese die duidelijk maakt dat iedere synthese misschien wel troost biedt maar vooral bedrieglijk is. In het gedicht 'The Fifth Season' klinkt het: "De serie troost ons / omdat onze voorspellende capaciteiten worden beloond / en ons vermogen // tientallen Voorvallen / te combineren tot een complot of een bevredigende uitleg / waarover Men, bij wijze van spanningsboog, college kan geven". De waarheid wordt niet onthuld in colleges -- dat weet iedereen. De waarheid is dat er net zo min als één betekenis of zin één waarheid is. Er is alleen maar machteloosheid: "Je bent op een leeftijd gekomen dat iedereen je 'Willy' / noemt en daar sta je dan, buiten de reikwijdte van dingen / die ons ontsnappen, ter misleiding / bedoeld, luisterend / naar het neergeslagen Roepen / in boeken, als resten / die god weet waar / zijn begonnen om steeds aan zichzelf / te ontsnappen in ons, in vreemd weefsel, stof / dat zichzelf wegblaast // en nog veel meer dan dat".
Dirk Van Bastelaere wil alle grote idealen, dure eden en valse zekerheden doorprikken. Maar hij lijkt horig aan het systeem postmodernisme dat de ontluistering van alle systemen wil zijn, hij lijkt dogmatisch in het ondogmatische. Dat neemt natuurlijk niet weg dat het de moeite loont als een ezel achter de wortel (de betekenis) aan te lopen die Van Bastelaere vanaf de bok aan een vislijn voor de neus van zijn lezer laat bengelen -- ik weet wel dat dat beeld een cliché geworden is -- en dat het nog meer de moeite loont uit zijn ooghoeken te kijken naar al het moois waar de dichter zijn ezels langsvoert op zijn tocht door alle landschappen, alle klimaten. De verbale kracht, de branie, de intelligentie en de eruditie waarmee deze auteur zijn lezer afranselt, zijn ontegensprekelijk indrukwekkend. Ze maken de poëzie van Dirk Van Bastelaere even prachtig als afschuwelijk. [Anneleen De Coux]
Albert Hagenaars
Geen moment van verveling in deze uit een aantal korte, maar ook enkele veel langere gedichten bestaande bundel van Dirk van Bastelaere (Sint-Niklaas, º1960); alles flikkert en flakkert van het leven. Ingeleid door een titel tussen quote-tekens en maar liefst drie motto’s ontspringen de teksten aan des dichters pc om in een rijk aanbod aan registers verslag te doen van ons mediagebonden, caleidoscopische global village bestaan. Dat gebeurt dan ook consequent met de snelheid van clips, namedropping (veel verwijzingen naar de metaforen die de sterren van het witte doek, de literatuur en dergelijke nu eenmaal vormen) en rusteloos wisselende beelden met zo’n scherpte dat de Imagists er een puntje aan hadden kunnen zuigen. Bovendien vergast Van Bastelaere de lezer op veel ironie, zoals in: “Nu - daar scheurt iets, het lijkt wel / een voorhang” en zijn eigenzinnige omgang met de regel- en lettercodes. Terecht citeert de dichter: “De waarheid der dingen / ligt in hun overdrijving.” Nadeel is wel dat het eigentijdse, vaak ook trendy karakter dit soort poëzie deels gauw doet vervluchtigen en verouderen.