Blauwe nachten
Joan Didion
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2006 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DIDI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1989 |
Sam De Wilde
i /un/02 j
Joan Didion is 85, maar hipper dan toast met avocado. Het literaire stijlicoon stond in 2015 nog met één van haar kenmerkende grote zonnebrillen op te poseren voor het Franse luxemerk Céline, en toen haar neef Griin Dunne in datzelfde jaar via crowdfunding geld zocht om de aan haar gewijde Netflixdocumentaire ‘The Center Will Not Hold’ te maken, haalde hij bijna een drievoud van het vooropgestelde bedrag op. Dat de schrijfster het nog steeds goed doet in Instagramtijden, heeft wellicht iets te maken met de nog steeds circulerende reeks foto’s uit 1968 waarop ze rokend tegen haar eigen Corvette Stingray leunt. Dat uitgeverij De Arbeiderspers haar bekroonde memoires ‘Het jaar van magisch denken’ (2005) opnieuw uitbrengt, en tegelijkertijd Joost de Vries een bundel liet samenstellen met een selectie essays die inmiddels even iconisch zijn als de portretreeks met de oer-Amerikaanse sportwagen, komt dan weer omdat Didion schrijft zoals ze zich laat fotograferen: met heel veel stijl. ‘Ik vertel hier alleen maar hoe het was,’ schrijft de essayiste met een vleugje valse bescheidenheid in ‘De kater van de sixties’ (1970), waarin ze genadeloos afrekent met de protestcultuur die het decennium tekende. Het journalistieke werk van Joan Didion wordt vaak getypeerd met woorden als franjeloos en onop-gesmukt, maar die termen roepen een sfeer van droge zakelijkheid op die niets te maken heeft met de persoonlijke, verhalende en uiterst vitale pen van een vrouw die erin slaagde om in 1968 door te breken met een essaybundel, ‘Slouching Towards Bethlehem’, die sindsdien nooit meer uit druk is geweest. Toegegeven, ze is geen auteur van vergezochte metaforen of barok taalgebruik, maar of ze het nu over de hippies in het San Francisco van de late jaren 60 of over de verkiezingscampagnes van Bill Clinton heeft, haar non-fictie neigt altijd meer naar sprankelend proza dan naar pure journalistiek. Om haar stijl, in navolging van de schrijfster, eens in kledingstukken uit te drukken: de reportages zijn geen opzichtige glitterjurken, maar little black dresses. Haar stukken moeten het hebben van een schijnbaar achteloze elegantie, een intelligente literaire snit en, zoals De Vries in zijn inleiding terecht aanstipt, net genoeg persoonlijk mysterie om intrigerend te blijven. Joan Didion gebruikt haar openhartigheid als een masker. Zelfs in ‘Het jaar van magisch denken’, waarin ze na de dood van haar echtgenoot, de schrijver Gregory Dunne, onderzoekt wat verlies en rouw precies betekenen, blijft het enigma Didion overeind. Hoewel je op pagina 7 al te weten komt dat ze wel de achtergelaten spuiten en ecg-elektroden van de ambulanciers heeft opgeruimd, maar dat ze het bloed op de woonkamervloer niet aankon, heb je op het einde van het uiterst persoonlijke verhaal toch het gevoel dat je meer te weten bent gekomen over het universele gevoel rouw dan over het bewogen jaar 2004 in het leven van de schrijfster. Al sinds Montaigne bestaat de kunst van de essayistiek erin om anekdotes via literaire omwegen tot diepere inzichten te kneden, en Joan Didion beheerst die kunst als geen ander. Even vaak draait ze de formule gewoon om. Dat je bijvoorbeeld de doden moet loslaten om zelf verder te kunnen leven, is een platitude geworden die elke Hollywoodscenarist (wat Didion naast journaliste, essayiste en romancière overigens ook was) weleens gebruikt, maar ze blaast de banaal geworden opmerking nieuw leven in met een even onrechtstreekse als precieze formulering: ‘Laat ze maar de foto op tafel worden. Laat ze maar de naam op de rekening van het spaarfonds worden.’ Tussen ‘Het jaar van magisch denken’ en de vroegste essays uit ‘De verhalen die we onszelf vertellen’ zit ongeveer veertig jaar, maar wie ze vandaag door elkaar leest, herkent er meteen dezelfde auteur in. Het didioneske zit onder andere in de hypnotiserende cadans van haar zinnen, in de vlot tussen direct en omcirkelend schakelende benadering van de onderwerpen en in de naar sarcasme neigende humor, die je telkens weer doet bese en hoe weinig andere schrijvers de kunst van het bijtende spotten echt in de vingers hebben. Joan Didions teksten zijn uitdagend in de beste betekenis van het woord en wie oprecht iets wil leren over de wereld waarin we leven, komt onvermijdelijk bij haar terecht.
31/12/2006
Joan Didion is journaliste, romanschrijfster en geologe. Haar memoires, over de plotse dood van haar man en de mysterieuze ziekte van haar dochter (die later ook zal sterven), werden bekroond met de National Book Award voor non-fictie. Didion beschrijft het jaar na het overlijden van haar echtgenoot, de schrijver John Gregory Dunne, die na een huwelijk van haast veertig jaar aan de ontbijttafel ineenzakte en stierf. In het laatste hoofdstukje staat een onopvallend zinnetje dat de drijfveer lijkt van dit boek: "Wat ik wil zien heeft zich onder de oppervlakte afgespeeld." Daarmee verwijst Didion naar de tsunami die Sumatra en Sri Lanka bijna van de kaart veegde. Zo spreekt de geologe die oog in oog met een persoonlijke aardverschuiving eerst en vooral houvast zoekt in wetenschappelijke informatie. Die informatie wordt over het hoofd van de lezer uitgestrooid en maakt het boek soms ietsje te zwaar. Maar dit is niet de kern van de zaak. Wat ontroert en boeit is de zoektocht van een vrouw die gewoon is zich aan feiten en wetenschap vast te klampen, maar nu overvallen wordt door magie, door zelfmedelijden, door de aanhoudende verwachting dat haar geliefde man zal terugkomen en dat ze zich daarvoor moet klaarhouden. De aardbeving waarover Didion als geologe hier verslag doet, boezemt ontzag in, het relaas als schrijver ook. Niet alleen is dit boek eerlijk en goed geschreven, het is bovenal een intelligente en menselijke getuigenis over hoe de onverwachte dood van een geliefd wezen ons volledig van de kaart veegt. En hoe we, niettegenstaande alle magische verwachtingen die ons ondanks onze rationele ingesteldheid teisteren, toch naar de onbarmhartige realiteit moeten terugkeren. Ook al is ons innerlijk landschap door een onderaardse beving deerlijk toegetakeld. Op de laatste bladzijden vertelt Didion dat ze nog niet klaar is om op haar eentje te leven: "Ik weet waarom we de doden in leven proberen te houden: [...] om ze bij ons te houden. Ik weet ook dat er, willen we zelf leven, een punt komt waarop we de doden moeten laten gaan, ze moeten loslaten, ze dood moeten laten zijn." Didion moet gewoon met de "verandering meegaan", zoals haar man haar ooit had gezegd. Dat het verdomd moeilijk en voor haar eigenlijk nog ondoenbaar is om dit als overlevende te realiseren, inspireert de schrijfster tot een open einde. Een einde waarin je mee opgenomen en betrokken wordt. Deze betrokkenheid is een van de eerlijkste opdrachten die Joan Didion aan zichzelf en haar lezers meegeeft. Voorwaar geen geringe verdienste! [Bart Vonck]
F.M. Boon
Verslag van het leven na het plotseling overlijden van haar man door de Amerikaanse schrijfster. Nadat hun dochter in december 2003 in coma raakte, overleed haar man, de schrijver J.G. Dunne, aan het einde van die maand terwijl hij bij haar aan tafel zat. Ze waren veertig jaar bij elkaar. Ze vertelt van de medische hulptroepen en ook van de absoluut niet onproblematische gebeurtenissen van haar dochter en doet dat in een enigszins overweldigende hoeveelheid details. De schrijfster zelf schreef vijf romans en een aantal essaybundels. Volgens Joost Zwagerman heeft zij zich met dit boek overtroffen. Voor de Nederlandse lezer is dit boek misschien toch iets minder toegankelijk door zijn in vele details beschreven Amerikaanse context. Dit maakt het moeilijker om de draad van haar verhaal echt vast te houden en echt geboeid haar belevenissen mee te maken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.