Het vloekhout : roman
Johan De Boose
Johan De Boose (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff/Manteau, 2006 |
VERDIEPING 3 : SIBERIË : REISVERHALEN : DEBO |
Joseph Pearce
i /ul/26 j
Johan de Boose reist langs het IJzeren Gordijn
'De geschiedenis, meneer, is niets anders dan een rug. De voorkant, die fantaseren wij er maar bij.' Hoewel Johan de Boose deze woorden van Louis Ferron als reisgezel langs het IJzeren Gordijn in Duitsland meeneemt, zou De Boose De Boose niet zijn als hij zijn uiterste best niet deed om de geschiedenis voortdurend op de schouder te tikken in de hoop dat ze zich omdraait en haar ware gezicht laat zien.
De hardnekkigheid van De Boose valt te prijzen. Natuurlijk baart het geen verwondering dat hij barst van nieuwsgierigheid, want als De Boose op stap gaat, neemt hij in zijn hutkoffer niet alleen een vracht boeken mee maar ook hartverwarmende bevlogenheid en mateloze betrokkenheid. Daarom volgt hij nauwgezet de demarcatielijn tussen Oost en West. Of tussen twee zelfverklaarde paradijzen, "de plaats waar men het Europese lichaam, dat door de Tweede Wereldoorlog zo wreed is gescheurd, slecht aaneen heeft genaaid".
De grensganger stort de lezer van meet af aan in de turbulente geschiedenis van ons continent, en dan vooral van de DDR, het communistische luilekkerland. Een briljante ouverture waarin onmiddellijk alle complexiteiten, contradicties, valkuilen, leugens, smerigheden en nobele idealen als in een heksenketel door elkaar worden geroerd. Wat naar boven borrelt, wordt door De Boose zorgvuldig geproefd en getest. Passie en liefde staan immers nooit in de weg van kritiek en integriteit. Alleen leedvermaak is De Boose vreemd. Als een gespreksgezel onzin uitkraamt, luistert hij aandachtig en zonder met zijn ogen te knipperen.
Die onpartijdigheid is ook nodig, want de DDR was berucht om haar onzin. Als daar in de winkels evenveel kwaliteitslevensmiddelen als kwaliteitsnonsens hadden gelegen, zou die staat wellicht nog bestaan. De Boose lijdt uiteraard niet aan Ostalgie, daarvoor is hij te veel cultuurmens en heeft hij een veel te scherp oog voor de absurditeiten van een regime dat zijn bevolking veertig jaar lang met smoezen en dreigementen in een gevangenis opgesloten hield. Waar nodig wordt flink op zere tenen getrapt. De DDR was repressiever dan het Derde Rijk, aldus De Boose. Onder Hitler hielden 60.000 Gestapo-agenten 80 miljoen Duitsers in de gaten. Onder Ulbricht, Honecker en Mielke werden hun 17 miljoen onderdanen door 100.000 leden van de Stasi bewaakt. Tel daarbij de talloze infiltranten en informanten, en het wordt duidelijk dat de DDR een verhaal vertelt waar de idealen en de waanzin ononderbroken elkander in de haren zaten. Geen wonder dat de leiders zich verstopten in een Götterghetto bij Berlijn, omgeven door een muur die hen van hun eigen volk scheidde. Geen wonder evenmin dat de lingua tertii imperii naadloos overging in een zelfde orgie van propaganda en misleiding. Tragiek samengebald in woorden van terreur. Schutzstreifen. Kontrollstreifen. Zwangsaussiedlung. Republikflucht.
Vooral dat laatste woord reist tijdens iedere dagdroom en nachtmerrie van De Boose mee. De DDR was zeker geen "scheet van de geschiedenis", zoals Thomas Rosenlöcher beweert. Er vloeiden te veel tranen, er vielen te veel doden. De Boose vraagt daarom de getuigen de voering van hun hemd. "Waarom was die grens er? Wie had haar bedacht? Was ze waanzin of misschien juist een extreme vorm van gezond verstand? Heeft ze de Derde Wereldoorlog voorkomen of juist dichterbij gebracht?" De gesprekspartners van De Boose vertellen graag en veel. Eindelijk kunnen de oud-grenswachters, douaniers en apparatsjiks uitleggen hoe het raderwerk van die voor westerlingen zo mysterieuze maatschappij gesmeerd en gerepareerd werd. Sommigen zijn trots, anderen nauwgezet tot op het irriterende af. Slechts één getuige weigert over het verleden te spreken. Ook die zwijgzaamheid klinkt De Boose oorverdovend in de oren. "De geschiedenis doet zich eerst voor als een tragedie", aldus Karl Marx, "en daarna als een grap." Voor die geruststellende conclusie is het nog te vroeg.
De Boose gebruikt altijd het juiste citaat op het juiste ogenblik. De uitspraken van schrijvers en cultuurfilosofen dienen niet alleen om zijn verhaal op te fleuren, maar evenzeer om het overzicht over de gebeurtenissen te bewaren.
In schril contrast met de gevleugelde woorden staan de impressies die De Boose in zijn opschrijfboekje noteert. Weersveranderingen, oogopslagen, stemverheffingen, sfeernuances, alle details komen van pas om een landschap, mens of dorp te schetsen en uit te vergroten. Gelukkig hoeft De Boose zich niet te vaak aan hineininterpretieren te bezondigen, daarvoor is de grensstreek aan de overzijde van het IJzeren Gordijn te verpauperd en deprimerend, zelfs wanneer de zon schijnt of de huizen een nieuwe verflaag hebben gekregen.
Het is goed dat De Boose weinig of niets ontgaat. Uiteindelijk reist hij evenveel door het Duitse verleden als door zichzelf. Een ontdekkingstocht die de lezer niet onberoerd laat. De kleur bij uitstek van de DDR mag dan egaal strontbruin geweest zijn, in De grensganger schildert De Boose met grote stilistische elegantie een geschakeerd portret van een zowel intrigerend als schrikwekkend tijdsgewricht.
Als Johan de Boose op stap gaat, neemt hij in zijn hutkoffer niet alleen een vracht boeken mee maar ook hartverwarmende bevlogenheid en mateloze betrokkenheid
31/12/2006
Zomer 2006. Ik besluit met mijn vriendin een fietstocht te ondernemen langs Oost-Duitse grenzen. Een van onze gidsen was Johan de Booses De grensganger, het verslag van zijn reis langs wat er rest van het IJzeren Gordijn.
Een deel van ons traject is een fietspad dat de ontwijkende naam Deutsch-Deutsche Grenze draagt en loopt langs het IJzeren Gordijn, het langste litteken van de Tweede Wereldoorlog. Het fietstraject voert deels over naast elkaar gelegde betonnen platen met ijzeren haken erin, wat doet vermoeden dat het om de zogenaamde colonneweg gaat, de patrouilleweg achter het IJzeren Gordijn. Maar verder niets dan zinderende grasvlaktes, eindeloze bossen en hier en daar een boerderij. In een dorpje langs het traject meen ik dan wel sporen van het ondergegane 'betere Duitsland' te vinden: een leeg kazerne-achtig gebouw met uitgeslagen ruiten, ernaast een verdroogd voetbalveldje met verroeste doelpalen. En verderop slecht onderhouden huizen, manifest niet al te rijke mensen, een zigeunerkindje in een geel jurkje dat tussen verwaarloosde appartementsblokken speelt. Dit is achterstandsgebied, miezerig Hinterland. Maar die Muur is vakkundig opgeruimd in deze regio, zo blijkt. Geen spoor.
Dat is elders niet het geval, zo kan ik nalezen in De Booses De grensganger. De zogenoemde 'beschermingswal' ? om de DDR-burgers te 'beschermen' tegen het 'niet-socialistische buitenland', nietwaar? ? was niet gewoon een muur. Doorgaans bestond hij aan de westkant uit een stevig en hoog ijzeren hek, daarachter lag een permanent onbegroeid gehouden akker, een colonneweg met rijstroken uit betonplaten, controletorens, een paar hondertal meter niemandsland, nog een hek en ten slotte een verboden gebied van enkele kilometers breed. De Muur in Berlijn werd in augustus 1961 opgericht, maar de grenzen tussen de twee Duitslanden waren al in 1952 gesloten, zij het nog niet hermetisch. Dat hij er zo snel kwam, was vooral te wijten aan het feit dat daarvoor letterlijk honderdduizenden mensen 'stemden met de voeten' om het arbeiders- en boerenparadijs te ontvluchten. Ook toen het IJzeren Gordijn al opgetrokken was, gingen de vluchtpogingen door, ondanks het schietbevel aan de grens. Het aantal Mauertote bedraagt vermoedelijk ongeveer 350.
Het is de colonneweg die Johan de Boose als leidraad gebruikt voor zijn bijna 1300 km lange reis langs het IJzeren Gordijn. Het brengt hem naar Duitse plattelandsidylles waar de Grote Geschiedenis diepe wonden heeft geslagen. Het is het verhaal van grenswachters, grenssoldaten, angstige communistische leiders en al dan niet gedesillusioneerde burgers van na de val van de Muur. Want aangrijpender dan wat je in verschillende publicaties over Oost-Duitsland kunt lezen, zijn de verhalen van de mensen. Toen mijn vriendin en ik de 'Duits-Duitse grens' allang achter ons hadden gelaten en we met een boekhandelaar in Hanzestad Stralsund op een terrasje belandden, zei deze: "In het Oosten loert de Grote Geschiedenis om de hoek. Ze doorkruist vroeg of laat altijd de kleine geschiedenissen van de Oost-Duitsers."
Vertellen mensen die één of zelfs twee systeemwisselingen hebben meegemaakt dan per definitie interessantere verhalen? Voor wie luistert wel. En luisteren is iets wat De Boose kan. Hij noteert een gesprek in een kruidenierswinkeltje in een dorpje aan de grens: er wordt heen- en weer gediscussieerd over de deugden en nadelen van de hereniging, er wordt een bittere mop verteld en ressentimenten tegen een klant duiken weer op ("Stasi-zwijn"). Of de schrijver heeft afgesproken met een ex-tolambtenaar en laat de man honderduit aan het woord, hoewel wat die zegt tenenkrullend is ("Je kon de antifascistische beschermingswal niet onderhouden zonder liefde. Begrijp je dat?"). Blijkt dat in 1988 56.000 grenssoldaten in liefdevolle aandacht met de Muur bezig waren, plus nog eens 3000 Grenzhelfer, gewone burgers die mee toekeken of niemand de benen nam. Het interessante is dat bij sommigen geen greintje schuldbesef doorschemert, of dat De Boose niet lang genoeg doorboort ? allicht omdat hij beseft dat het pantser, de levensleugen van deze figuren, te ondoordringbaar is. Anders is dat met de veel jongere Christian, ooit grenssoldaat geweest, nu met de nodige ernst én humor bezeten door de recente Duitse geschiedenis. Bij een gedenkplaat voor een van de Mauertote vraagt Johan de Boose: "De kogel die [hem] trof, had uit jouw geweer kunnen komen." Na een lange stilte trekt de nochtans lucide Christian de paraplu van het schietbevel open. Honecker is schuldig. Maar de vraag heeft hem aan het denken gezet, want plotseling zegt hij een van de meest tragische dingen in De grensganger: "Het is eigenlijk triest. Dat je daar deel van hebt uitgemaakt. Het is allemaal erg triest."
Tragisch is ze inderdaad, de recente Duitse geschiedenis. De Boose trakteert de lezer geregeld op stevige brokken informatie over hoe de grootmachten Duitsland verdeelden na WOII, hoe de eerste socialistische staat op Duitse bodem werd uitgebouwd, hoe deze steeds repressiever werd en ten slotte bijna geruisloos ten onder ging. Noodzakelijk materiaal dat niet altijd even elegant wordt ingevoegd, soms door de betrokkenen zelf verteld. Daarnaast, als om iets tegenover de tragiek van de geschiedenis te plaatsen, grasduint de schrijver in het rijke culturele verleden van datzelfde Duitsland: Goethe, Schiller, de cultuursteden Weimar, Lübeck en Göttingen, Heinrich Heine, of recenter schrijvers als Thomas Brussig, Günter Grass, Bertolt Brecht.
Een toeristische gids is dit boek dus allerminst geworden, dat had ook niemand verwacht na De Booses vorige, bewierookte 'sentimental journey' door Polen, Alle dromen van de wereld (2004). Nee, het is een welgedoseerde mengeling van kleine verhalen, instructieve samenvattingen van relevante flarden geschiedenis, anekdotes, DDR-moppen en veel eigen, soms poëtische impressies. Iets minder doorleefd dan zijn vorige werk, dat wel, maar een interessante, alternatieve wijze om kennis te maken met dit huiveringwekkende stuk Duitse geschiedenis. [Kris Lauwerys]
Jan Joosse
De auteur trekt langs de vroegere grens van West-Duitsland en de DDR omdat hij wil weten wat daar nu nog van deze indertijd zwaar beveiligde grens over is. Bovendien is hij erg geïnteresseerd in hoeverre die scheidslijn van invloed was op het leven aan beide zijden in de grensstreek en vooral hoe de bewoners van het Oost-Duitse gedeelte de veranderingen binnen de DDR ervoeren. Daarvoor zoekt hij contact met grensbewoners van diverse pluimage tijdens zijn reis van de grens met Tsjechië naar de Oostzee. Onderweg bezoekt hij markante restanten van ‘Het ijzeren gordijn’. In de loop van het verhaal komt de lezer steeds meer te weten over de gang van zaken in en de geschiedenis van de DDR. Bevat een uitgebreide literatuuropgave, een tekening van een grensovergang in vogelvlucht en twee nuttige landkaartjes. De auteur schrijft vlot en strooit rijkelijk met citaten in dit interessante boek dat diegenen die meer hierover willen weten zeker niet teleur zal stellen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.