Het stille kind : roman
Pierre Péju
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : PEJU |
31/12/2006
De vermoorde onschuld brengt het verhaal van een kunstenaarsleven ? hier dat van een beeldhouwer ? tegen de achtergrond van de oorlogsgruwel die vanaf '40-45 de tweede helft van de vorige eeuw heeft beheerst. We volgen de Franse adolescent Paul Marleau vanaf het ogenblik dat hij als 16-jarige tijdens de zomervakantie van 1963 zijn Duits gaat vervolmaken in Kehlstein, een stil dorpje in de Tiroolse bergen waar de spoken van de Tweede Wereldoorlog nog volop heersen. Via Clara, een vreemd meisje dat continu aan het filmen is, hoort hij van een massamoord op joodse kinderen in Oekraïne in de zomer van 1941. Ondanks de bemoeienissen van haar vader, de legerarts Arthur Lafontaine, en diens vriend, een officier van de Wehrmacht, werden de kinderen in vrachtwagens naar de bossen vervoerd om daar door de SS te worden omgebracht. "Als er een plan bestaat, tellen mensen niet meer mee", zegt Clara aan Paul, die zelf als twaalfjarige de mysterieuze moord op zijn vader in de tuinen van het Parijse Luxembourg heeft moeten verwerken. Hij uit deze frustraties vnl. via chaotische tekeningen van grimassende koppen en monsterlijke wezens. Terug in Parijs neemt hij het studentenleven weer op, maakt aan den lijve de revolte van 1968 mee en besluit dan, teleurgesteld, naar het woeste en onherbergzame Vercors te trekken, waar zijn vader ooit in het verzet heeft gezeten. Als hij toevallig bij een beeldhouwer terechtkomt, wordt hij gegrepen door deze kunstvorm en blijft er lange tijd om het vak te leren.
Op regelmatige tijdstippen in zijn leven komt hij weer in contact met Clara, die zich als fotografe is gaan specialiseren in oorlogsbeelden. "Om het ergste te begrijpen moet je het zelf hebben begaan", zegt ze. Of tenminste hebben beleefd! Ze zal hem, die inmiddels een beroemd kunstenaar is geworden, nog weten te vertellen wat het geheim achter zijn vaders dood is. Voor Paul rest dan enkel nog het "gegrom van zijn herinneringen".
Dit is een indrukwekkend en beeldend geschreven roman, die je geen rust gunt omdat hij overladen is met gebeurtenissen. De personages gaan soms irriteren omdat ze te scherp worden aangezet, maar toch slaagt deze roman erin te overtuigen en zijn eigen werkelijkheid te creëren. [Jan Baes]
Menno Gnodde
Een ontwikkelingsroman die klinkt als een Symphonie Pathétique: raak getroffen emoties naast larmoyant aangezette ellende. Paul Moreau, in 1963 als 16-jarige in een Duits gastgezin verblijvend, wordt zich, geconfronteerd met zwarte oorlogsverledens, bewust van het gevoel voorbij te gaan aan de essentie. Temeer omdat het al maar filmende meisje Clara Lafontaine hem wel lijden en dood doet zien, maar niet zichzelf. De jaren verstrijken, hij vormt zich tot beeldhouwer, trouwt met de levenslustige Jeanne, maar de echo's van wandaden, jegens Clara's en zijn familie begaan, blijven hem, getourmenteerd kunstenaar, achtervolgen. In zijn vraatzuchtige monsters en geschonden figuren verbeeldt hij de nachtmerrie van duistere tijden, nog versterkt door de sporadische contacten met Clara, inmiddels uitgegroeid tot vermaard oorlogsfotografe. Een reeks intrigerende persoonlijkheden, zoals legerarts Lafontaine, filosofiedocent Max Kunz, beeldhouwer-inspirator Philibert Dodds geeft de roman meer body. Evenals in "Het stille kind"* tekent Péju (1946) in feite ook hier de dreiging van vergeefsheid. Normale druk. Prix du Roman FNAC 2005.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.