Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, cop. 2006 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ALFO |
Besprekingen
31/12/2006
West-Afrika, 17e eeuw. Sundiata heeft het ritueel ondergaan dat hem tot man en krijger maakt, en ligt nu met koortsdromen in de inwijdingshut. Hij heeft tatoeages gekregen over zijn hele lichaam en ijlt van de pijn. Maar wanneer hij weer opstaat en de hut verlaat, zal hij een man zijn en instaan voor de bescherming van zijn moeder. Hij moet het doen, want zijn vader is verdwenen. Er zijn al vaker mannen verdwenen en er doen geruchten de ronde van handelaars die hen ontvoeren om voor hen te werken. Sundiata heeft zijn vader gezien in een droom, hij was uitgeput en gewond, en klaagde over dorst en zout water. De medicijnman ziet hier een teken in en hij gaat met Sundiata naar de kust. Ze vallen in de handen van slavenhandelaars en worden naar Brazilië verscheept.
Het tweede deel van de roman speelt zich in de 19e eeuw af. Dilson werkt als slaaf op een suikerrietplantage. Omdat hij als kind bevriend was met de zoon van de plantage-eigenaar, heeft hij het niet slecht. Hij wordt, na jaren op het veld te hebben gewerkt, stalmeester en heeft het vertrouwen van zijn jeugdvriend. Dilson krijgt zo de gelegenheid om de situatie van slaven en slavenmeesters van meer dan één kant te bekijken, hij ziet waar er corruptie heerst, hoe de katholieke kerk de uitbuiting van de slaven propageert en de Afrikaanse godencultuur tracht uit te drijven. Hij maakt het einde van de slavernij mee; de vrijgelaten slaven krijgen een stuk grond van hun vroegere eigenaar, waarop ze nu hun eigen leven kunnen uitbouwen.
Om dat stuk grond draait alles in het derde deel, dat zich afspeelt in de 21e eeuw. Tobias leeft in een kleine vissersgemeenschap, maar hun dorp heeft de aandacht getrokken van projectontwikkelaars. De grond waarop het gebouwd is, zou aan niemand toebehoren en dus hebben de autoriteiten van het dorp vrij spel om de grond ter beschikking te stellen voor de bouw van een hotel. Maar de ouden weten dat het aan hun voorvaders geschonken is bij hun vrijlating. Vraag is echter waar de eigendomspapieren zijn.
Medicijnmeester is een verhaal over slavernij, West-Afrikaanse godencultussen en de overheersing van de blanke machthebbers. Maar het is vooral een verhaal over mensen die tijdperken met elkaar verbinden. De babaloríxa, de medicijnman of -vrouw (letterlijk vertaald: "vader die met de goden praat"), is in elk tijdperk een belangrijk personage en heeft een grote invloed op het verloop van de zaken. Hij is het die de herinnering aan de voorouders en de afkomst levend houdt en die zijn volk, dat alles ontnomen is, zijn identiteit laat behouden. De motto's die de drie delen achtereenvolgens inleiden, benadrukken het belang om de oude cultuur te blijven kennen: "Een vlam kun je uitblazen, maar een stem dooft nooit..."; "... de echo van de zachtste stem klinkt langer na dan het zwaarste onweer", maar onderkent anderzijds de onvermijdelijke invloed van de veranderende tijden: "Een echo wordt wel zachter, maar er is nooit een laatste".
Medicijnmeester is een interessante kroniek van het leven en de liefde van drie jonge mannen in verschillende tijdperken waarin de maatschappij ingrijpend verandert. Er zijn goed vertelde, stevig geïntegreerde stukken over Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse culturen en gebruiken ingelast, het belang van dromen en het spirituele is groot, maar de band met de concrete werkelijkheid blijft bewaard. Maar gaandeweg verliest het verhaal te veel richting en doel. Het belang van de cultuurhistorische bagage die de schrijver wil meegeven, gaat bij momenten overheersen en het verhaal raakt te veel gefragmenteerd of valt stil. Niettemin een zeer lezenswaardig boek. In het nawoord licht Bené Alfonso zijn werk toe, er is een kort historisch overzicht van de geschiedenis van Brazilië en de slavernij in andere landen, een verklarende woordenlijst en een toelichting bij de godencultus uit West-Afrika. [Jen de Groeve]
S. van Bruinisse
Mooi verhaal over slavernij dat zich afspeelt in Latijns-Amerika en drie verschillende perioden beslaat: de 17e eeuw, de 19e eeuw en de 21e eeuw. In elke periode staat een andere hoofdpersoon centraal: Sundiata, een zwarte jongen die op een slavenschip wordt weggevoerd; Dilson, een tot slaafgemaakte op een plantage in Zuid-Amerika; Tobias, een visserszoon in het Braziliaanse Nova Praia Branca. Rode draad door het verhaal is de medicijnmeester met zijn verhalen over de godencultuur en zijn kennis over geneeskrachtige planten. Het verhaal laat een voortdurende spanningsboog zien tussen 'wit' en 'zwart'. Voor de lezer is deze spanningsboog goed voelbaar, mede doordat de auteur de lezer weet mee te trekken in de warme, broeierige sfeer van Zuid-Amerika. Hij gebruikt veel dialogen, korte zinnen en geeft het verhaal een duidelijke structuur. Zijn bewondering voor de zwarte Afrikanen die met de slavenschepen uit hun wereld werden weggevoerd komt goed naar voren. Voorzien van voor- en nawoord, informatie over de geschiedenis van Brazilië en andere slavenlanden, verklarende woordenlijst en informatie over de Afrikaanse godencultuur. Prettig leesbaar, geschikt vanaf ca. 15 jaar.
Medicijnmeester
Annie Beullens
ua/an/22 j
Dit is de geromanceerde geschiedenis van de zwarte Brazilianen. Het boek bestaat uit drie delen. Deel 1 speelt zich af in de 17e eeuw toen Afrikanen massaal als slaven naar het Amerikaanse continent gebracht werden. Bij die slaven zijn een medicijnman en zijn jonge opvolger Sundiata. Die Sundiata is de stamvader van de andere medicijnmannen, die in de latere eeuwen de sterkhouders van hun volk zullen zijn. Deel 2 speelt zich af in de 19e eeuw; de slaven maken deel uit van de bewoners van elke grote boerderij. Hun behandeling is afhankelijk van de eigenaar. Hier is Dilson de hoofdpersoon. Hij is een afstammeling van Sundiata en beschikt evenals zijn opa over zienersgaven. Hij wordt opgeleid tot medicijnman. Dilson is bevriend met de jonge eigenaar. Aan het eind van deel 2 zijn de slaven vrij en de groep van Dilson krijgt een stuk land om op te wonen en te werken. Ze worden tegengewerkt door de plaatselijke pastoor en het eigendomsbewijs wordt verstopt. Met deel 3 zijn we in de 21e eeuw. De vroegere slaven zijn vissers geworden. Tobias is kandidaat medicijnman, ook hij wordt opgeleid door zijn grootvader. Nu is het niet meer de onvrijheid die een gevaar vormt, maar de moderne expansiedrang. Projectontwikkelaars hebben hun oog laten vallen op het stuk grond waarop Tobias, Dilson en Sundiaka van oudsher met hun nakomelingen woonden. In een run tegen de tijd moeten ze het eigendomsbewijs trachten te vinden. Zienersgaven zijn in zo'n geval altijd handig. Het verhaal kent romantische passages maar ook gruwelijke gebeurtenissen worden niet verdoezeld. Het is niet alleen een historisch verhaal, het is tegelijk een aanklacht tegen onderdrukking en onmenselijkheid. De inleidende telksten voor elk deel zijn zweverig en weinigzeggend. De auteur, die zeer geheimzinnig doet over zijn naam, heeft zich zeer goed gedocumenteerd. Het boek is niet alleen dik, het is ook voorzien van een nawoord, een overzicht van de geschiedenis van Brazilië en een verklarende woordenlijst.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.