Onvoltooid verleden : roman
Hugo Claus
Hugo Claus (Auteur), Edward Vanhoutte (Redacteur), Dirk de Geest (Medewerker), Jean Weisgerber (Medewerker), Georges Wildemeersch (Medewerker)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2005 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : CLAU |
31/12/2005
Nooit was Claus zo oud als toen hij zijn eerste dichtbundel schreef. Kleine reeks verscheen in 1947 bij de drukkerij-uitgeverij van zijn vader in Moeskroen. De bundel telt twee afdelingen: 'In Memoriam', macabere gedichten over een gestorven geliefde, en 'De Verloren Zoon', een stuk weerspanniger dan zijn voorloper uit het Lukasevangelie. Claus had tijdens de oorlog Duitse avant-gardeliteratuur ontdekt en bewonderd. Na de oorlog (als om alle herinneringen aan die tijd uit te wissen?) begon hij zelf te schrijven in classicistische stijl, al kostte de vormvastheid hem duidelijk moeite. De poète maudit die hier aan het woord is, staat zwaar onder invloed van Baudelaire, Van de Woestijne en een enkele keer Marsman ('Het gebod'). "Nauwelijks beter dan die van andere 16-jarigen die een beetje kunnen rijmen", oordeelt Claus terugblikkend, waarbij je dat eerste woord toch niet over het hoofd mag zien. Het keurslijf van rijm, metrum en sonnetvorm zit hem te strak, het taalgebruik is ook voor die tijd al ouderwets. Toch tonen enkele gedurfde beelden en formuleringen dat hier niet zomaar een debutant aan het werk is: "Wat vroeger was: één spanning en één veer, / [...] / is nu gelatenheid en meer gedogen / 't koud verweer van vissen op het droge". In diverse verzameluitgaven heeft Claus spaarzaam gedichten uit Kleine reeks opgenomen. De bundel Registreren (1948) was hem liever als officieel debuut. In het antiquarische circuit is Kleine reeks een kostbare rariteit.
In een daad van welbegrepen democratisering heeft de KANTL de debuutbundel in een fraaie facsimile-editie heruitgegeven, samen met enkele handschriften van de vroege Claus. Het boek is zo compleet als maar zijn kan. Op de tekst en het facsimile volgen synoptisch de varianten in de drukgeschiedenis -- fascinerend hoe Claus soms veertig jaar later nog wat van zijn gedichten 'maakt'! -- en de documenten van de receptiegeschiedenis (lof en kritiek van o.a. Raymond Herreman en André Demedts). Drie essays van Clauskenners speuren naar Claus' beginnende dichterschap (G. Wildemeersch, die nog een dozijn andere vroege gedichten aan het licht brengt), naar zijn verhouding tot het vaderhuis (of, want deze editie vertoont ook een eigen variant: het Vaderhuis?) (J. Weisgerber) en naar de thematische samenhang van de bundel (D. De Geest). Die laatste analyse is zo stevig dat je je afvraagt of het om dezelfde (al bij al toch matige) gedichten gaat. Maar De Geest heeft hier het kritische oordeel bewust tijdelijk uitgeschakeld. De essays brengen enkele nieuwe inzichten. Nog voor hij begon te publiceren, vroeg Claus het advies van vier Vlaamse beroepslezers. En: ondanks de pose met klassieke veren is de bundel de expressie van een paar schrijnende en authentieke ervaringen (de zelfmoord van een jonge geliefde, de existentialistische walg na de oorlog). Waar het met deze gedichten fout gaat, wordt om begrijpelijke redenen niet in deze editie onderzocht, maar is een mooi onderzoeksobject voor een nieuwe generatie Clauskenners. Het materiaal is nu alvast toegankelijk en ook voor de 'gewone' lezer boeiend gekaderd. Lay-out en boekverzorging zijn het neusje van de zalm. [Erik de Smedt]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.