Einstein & Elisabeth : de ongewone vriendschap tussen een ongewone geleerde en een ongewone koningin van België
Rosine De Dijn
Rosine De Dijn (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Halewyck, 2005 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 935.4 DIJN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Halewyck, 2005 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 935.4 DEDI |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Van Halewyck, 2005 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : DEDI |
31/12/2005
Laja Menen, een joodse chassidische vrouw ontvlucht in 1932 haar armoedige buurt in de Poolse stad Warschau om in het Duitse Pommeren, meer bepaald in Torgelow, als dienstmeisje haar geluk te beproeven. Ze komt terecht in het gezin van een weduwnaar met drie kinderen, Julius Gronemann, die een goed uitgerust textielwarenhuis met bescheiden prijzen runt. Zeer snel wordt ze net als het gastgezin meegezogen in de pesterijen en de verordeningen tegen de joden. Wanneer een joodse fourniturenhandelaar uit Stettin zeer regelmatig op bezoek komt bij Gronemann, geraakt Laja zwanger. Ze vlucht naar Berlijn, waar ze haar zoontje Rachmil ter wereld brengt. Vanwege het sterk opkomende nazi-gevaar vlucht Laja met haar zoontje, na een moeilijke tocht dwars door Duitsland, naar Brussel.
De jonge moeder brengt Rudi -- 'Rachmil' klinkt veel te joods -- onder bij de trappisten van Westvleteren, in de Sint-Sixtusabdij. De monniken plaatsen de jongen bij het pleeggezin van Clement Verplaetse in Nieuwenhove.
Het pleeggezin ontfermt zich met liefde over Rudi, die als jongste in de familie met zeven kinderen gekoesterd wordt. Op het platteland weten en beseffen ze nauwelijks wat er met Lala was gebeurd; ze vragen zich zelfs af waarom die jonge vrouw op zo'n moeilijk moment haar kind afstaat en op reis gaat. Ze zullen pas na de oorlog de juiste draagwijdte vernemen. Laja wordt in 1943 inderdaad opgepakt door de Gestapo en zal later in de gaskamers sterven.
Rudi heeft geen familie meer, is gedoopt, en in Nieuwenhove wordt hij katholiek opgevoed, hij doet zelfs dienst als misdienaar. Na de oorlog tracht de joodse gemeenschap zich over het kind te ontfermen, maar Rudi zal in het gezin Verplaetse blijven. Eenmaal volwassen geworden solliciteert hij in het Amerikaans leger in Europa, trouwt met een Vlaams meisje en sticht een gezin in Los Angeles.
Rosine De Dijn heeft het aangrijpende verhaal van Laja en Rudi, van Westvleteren en Nieuwenhove, nauwkeurig gereconstrueerd aan de hand van brieven en archiefdocumenten in Polen, Duitsland en België. In het boek zijn talrijke bewijsstukken en brieven, ook foto's opgenomen. [Frans L. Van den Brande]
Drs. B. Hummel
De Pools-joodse vrouw Laja Menen krijgt een buitenechtelijk kind en belandt via het Duitse Pommeren en Berlijn in 1939 in België. Daar wordt ze in 1943 opgepakt en daarna in Auschwitz vermoord. Haar zoontje, Rachmil, overleeft de oorlog op het Vlaamse platteland, trouwt later en vertrekt naar de VS. De Dijn reconstrueert Laja's leven met behulp van archiefstukken, en beschrijvingen en foto's van plaatsen waar ze was en woonde. Zo schetst ze zowel het verloren gaan van een leven als dat van de Oost-Europees joodse cultuur. De stijl is soms nogal geëxalteerd. De Dijn schreef eerder o.a. 'Vrouwen van Rubens'*.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.