De blauwe bloem : Heinrich von Ofterdingen
Novalis
Novalis (Auteur), P.C. Boutens (Vertaler), Dirk Coster (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Wereldbibliotheek, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NOVA |
31/12/2006
Ter ere van het honderdjarige bestaan van uitgeverij de Wereldbibliotheek worden een aantal van de meest bijzondere titels uit dat fonds heruitgegeven. Naar aanleiding van de Boekenweek verscheen een facsimile van een boekje dat in 1941 als kerstgeschenk dienst deed voor de leden van de Wereldbibliotheek Vereniging: De genius van de zang van de Duitse romantische schrijver Novalis. Oorspronkelijk is het een uittreksel uit diens grote roman Heinrich von Ofterdingen, maar hier is het als apart verhaal vertaald en van een inleiding voorzien door Dirk Coster. De gedichten werden door P.C. Boutens vertaald.
De genius van de zang is een romantisch sprookje, met alle clichés van dien. Het hoofdpersonage is een oogverblindend mooie prinses die de oogappel is van haar vader en voor wie geen geschikte huwelijkskandidaat wordt gevonden. Op een dag trekt ze het bos in en komt terecht bij een oude man en zijn wat wereldvreemde zoon. Meteen is er chemie tussen de jonge mensen. Doordat zij een juweel bij hen vergeet, is ze gedwongen de volgende dag terug te keren. Op wandel door het bos, breekt een onweer los en schuilend in een grot, verklaart de jonge man de prinses zijn liefde. Omdat ze allebei denken dat dit een onmogelijke liefde is, duikt de prinses bij hem onder. De koning is ondertussen ontroostbaar over de verdwijning van zijn dochter. Op het lentefeest verschijnen plots een grijsaard en een prachtige gesluierde gestalte met een kind in haar armen, de prinses.
In de beste romantische traditie -- men denke aan Goethes Torquato Tasso -- worden hier de wereldlijke macht (koning) en de dichterlijke (de jongen) tegenover elkaar geplaatst. Uiteindelijk wint in dit verhaal de dichter met zijn (liefdes)lied het van de rationele overwegingen. Een ideaal voor Novalis, maar jammer genoeg vast alleen mogelijk in sprookjes. Het is een prachtige illustratie van historische romantiek, maar wel gedateerd. Heel mooi zijn de ouderwetse houtsneden. Het letterkorps is wat klein en de verouderde spelling leest moeizaam. Bedenkelijk is ten slotte de pathetische inleiding van Coster. Al bij al een mooi hebbedingetje. [Carl De Strycker]
J. IJbema
Sprookje van de Duitse romanticus, dat in 1941 als kerstpremie bij de Wereldbibliotheek verscheen. Het verhaalt van een oude koning, wiens dochter zo verheven is, dat geen prins goed genoeg is. Tot ze in het bos een jongeling tegenkomt, die niet van adellijken bloede, maar wel edel van geest is. Ze keert pas na een jaar, met haar geliefde - die dichter en zanger is - en hun kind naar het hof terug, waar ze door de treurende, strenge vader liefdevol worden opgenomen. Herdruk in de oorspronkelijke sfeervolle vertaling, die nu wel wat archaïsch aandoet, passend bij de boekenweekthematiek 2006. Een verzorgde uitgave in klein formaat in een linnen band met de oorspronkelijke soms paginagrote zwart-witillustraties. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.