Als de bomen straks gaan rijden
Frank Adam
Frank Adam (Auteur), Klaas Verplancke (Illustrator)
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ADAM |
Magazijn |
Davidsfonds, 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 115 |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Davidsfonds, 2005 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : WEFLA 3 |
te/ep/28 s
FRANK ADAM EN KLAAS VERPLANCKE (ILLUSTRATIES)
Davidsfonds Literair, 128 blz., a 25
Leuke verzameling absurde fabels met duivelse prenten. Het curieuze fabeldier uit Wat de ezel zag is een aantal eeuwen ouder, en runt bij de dageraad van het derde millennium een soort hotelletje, waar hij naar de verhalen van passanten luistert. Absurde verhalen, maar niet geheel willekeurig ('Als je met zijn allen zakdoek leggen speelt met een handgranaat, vliegt er vroeg of laat wel iémand de lucht in...'). Adam en Verplancke hebben in dit boek een schijnbaar vrolijke sfeer en vaak een gezellige opwinding weten te creëren, maar met een nooit aflatende angst en een eeuwige tristesse die de ezel als een onhoorbare ondertoon in hem voelt trillen.
(H.C.) ■
31/12/2005
'Ik ken jouw soort,' zei de zelfmoordterroriste hoofdschuddend. 'Jij lijkt mij weer zo'n verwaande intellectueel die tijd probeert te winnen. Maar daar trap ik niet in. Jij behoort tot het slag dat zich overal buiten waant. Jij bivakkeert op de rand van de dag. Jij leeft buiten het leven. Jij bekijkt jezelf in de spiegel terwijl je redevoeringen houdt over het gat in de ozonlaag, over armoede in verre streken, over overstromingsgevaar bij de beek in het veld om de hoek. Je geeft interviews over jezelf en de wereld, waarin je uitlegt dat uiteindelijk op de keper beschouwd alles betrekkelijk is'"
In 2003 maakten Frank Adam en Klaas Verplancke samen het kinderboek Wat de ezel zag, of de zeven eerste woorden van Jezus. Het is een absurde, wervelende vertelling over het wedervaren van de ezel in die opmerkelijke periode enkele millennia geleden, toen herders, zwervers en koningen afzakten naar een stal waar een wondere geboorte had plaats gevonden. De associatief opgebouwde tekst leest niet echt makkelijk, maar als Frank Adam, een begenadigd verteller, de tekst voorleest, wint die aan kleur en dynamiek. Hij slaagt erin om je mee te loodsen doorheen zijn wondere wereld waar je je als eenzame lezer soms een beetje verloren waant. Adam en Verplancke hadden in de loop van het samenwerkingsproces een bijzondere liefde opgevat voor de figuur van de ezel die als toeschouwer een apart licht werpt op de gebeurtenissen waar hij getuige van is. Toen vanuit 'De Standaard Magazine' de vraag kwam om rond de ezel een serie voor volwassenen te concipiëren, gingen de heren dan ook met veel goesting opnieuw aan de slag. En onlangs werden de verhalen en prenten gebundeld in het bijzonder mooi vorm gegeven Confidenties aan een ezelsoor.
De eindzin van een citaat van ene Tsjwang-Tse vooraan in het boek luidt: "Het is ontzettend... het valt niet mee u naar uzelf te laten kijken!" Een zin die zonder meer kenschetsend is voor de inhoud van dit boek. De ezel krijgt als therapeut in zijn ene oor -- het andere is hij al lang kwijt -- alle ellende van de wereld ingefluisterd. Mensen van allerlei allooi -- o.m. een therapeute, een grootindustrieel, een begrafenisondernemer, een homoseksueel, een zelfmoordterroriste -- passeren de revue. Het zijn verhalen van alle tijden met typische ingrediënten van deze tijd, en er komt bepaald geen optimistische levensvisie uit naar voren. Het derde millennium wordt beschreven als "Het tijdperk waarin slechts een paar dieren nog beschikken over het vermogen van de spraak en de van lijm en prozac levende mens slechts nu en dan nog echt iets wilde zeggen als hij sprak". Wie zijn tv-toestel aanzet, krijgt daarvan een hoeveelheid bewijzen aangeleverd die ongetwijfeld schadelijk is voor de gezondheid. Elk verhaal bevat stukjes van een hele grote spiegel, en wie alle verhalen gelezen heeft, ervaart dat het verdraaid lastig is om naar onszelf en naar de wereld waar we deel van uitmaken, te kijken. In 'De therapeute, haar pijn en haar praktijk' lees je "Ik zit al in het stadium dat ik bén wat ik doe, snap je? Als je je daarbij neerlegt, gaat alles als vanzelf", een schrijnender manier om aan te tonen hoe de moderne mens greep op zijn bestaan verliest, is nauwelijks denkbaar. Dat zij daarbij een boek onder de arm heeft met de titel "Reizen zonder te vertrekken" is komisch en tragisch tegelijk. Het hele boek door vormen humor en tragiek een vanzelfsprekend geheel.
In het eerste deel van elk verhaal wordt het onderwerp in brede zin benaderd, er wordt afgetast, gezocht, gekletst. Gaandeweg zoomt de auteur in, de toon verandert, de uitkomst verrast je, de lezer wordt klemgezet en kan niet aan de essentie ontsnappen. In 'De zelfmoordterroriste, haar geloof en haar techniek' wordt de ezel bedreigd door een zelfmoordterroriste. Hij moet de vraag of hij gelooft bevestigend beantwoorden of hij wordt rechtstreeks naar de hel gestuurd. In het andere geval gebeurt er niets: "'Is dat niet wat onbillijk?' vroeg de ezel zich in alle ernst af. 'De slechten gestraft in de hel, daar valt iets voor te zeggen. Maar de goeden, verdienen die niets béters dan... níéts?'" Die vraag levert stof voor een stevige discussie, maar binnen de gegeven context ga je als vanzelf dieper in op de figuur van de ezel, die zich schikt in de rol van toeschouwer, degene die niet ingrijpt, niets doet. En wat is dat: niets doen? Is niet ingrijpen, ook ingrijpen? In hoeverre is de dingen laten gebeuren niet ook iets doen?
Klaas Verplancke liet zich inspireren door het werk van Jeroen Bosch en benadrukt in zijn beelden dat de eenzaamheid, angst en vooroordelen die in deze verhalen aan bod komen, van alle tijden zijn. Hij sluit zowel bij de tragiek als bij de humor van de verhalen aan. Bij de zelfmoordterroriste zie je een naakte vrouw met een soort van kerstverlichting om de taille. Op haar rug heeft ze vleugels als vuurtongen, ze symboliseren het einde waarvoor ze kiest en wellicht ook het niets dat overblijft als het geloof met de gelovige opgebrand is. Het lijf van de ezel heeft de vorm van de loop van een kanon, er steekt een lont uit. Een keuze waarmee Verplancke inspeelt op de vragen die in de loop van het verhaal rijzen: is de toeschouwer het onschuldige slachtoffer of is hij ook een wapen dat gemanipuleerd kan worden?
Frank Adams verhalen zijn hard, cynisch bij momenten, maar tegelijkertijd spreekt er een groot respect uit en een soort tederheid voor de mens die er met zoveel overtuiging een zootje van maakt. In het verhaal 'De homo, de hetero en De Totale Radicale Seksuele Revolutie' gaat hij in een moeite door in op de vooroordelen tegen homo's en van homo's. De homoseksueel van dienst is strijdlustig, hij is voortdurend bedacht op homofobe reacties en wendt elke aanval af nog voor er enig teken is dat die gaat komen. Adam kijkt achter al dat breed uitwaaierende uiterlijk vertoon en vindt de kwetsbare man, de afgewezen mens, het nooit geaccepteerde kind. Mijns inziens is Verplancke er niet helemaal in geslaagd om de psychologische worsteling in zijn beelden te vangen. Hij ridiculiseert de homo in de prent en laat hem met de broek op de enkels de ezel bestijgen. Hoewel in de prent nog een aantal andere verhaalelementen terug te vinden zijn, worden ze niet verbonden door de emotionele drijfveren die essentieel zijn voor het verhaal. Misschien wou Verplancke focussen op de perceptie van de afwijzende goegemeente, wier beeld van de medemens bepaald wordt door gebrek aan kennis en door vooroordelen? Iets meer nuance en subtiliteit zouden beter hebben gewerkt.
Confidenties aan een ezelsoor is een bijzonder mooie en sterke verhalenbundel, onderhoudend, humoristisch en pijnlijk, geen licht verteerbare, maar wel een ongemeen lekker samenstelling. [Marita Vermeulen]
Martijn Nicolaas
Frank Adam, Vlaams schrijver van romans, theaterteksten, kinderpoëzie en liederen, schreef vijftien fabels in de vorm van gesprekken tussen een ezel met een oor en telkens een ander personage: een zelfmoordterroriste, een filosoof, een homoseksueel, een minister, een therapeute, met andere woorden: archetypen, die iets zeggen over de huidige maatschappij. In de fabels, die eerder gepubliceerd zijn in Standaard Magazine, doen deze personages vertrouwelijke mededelingen aan de ezel. Een aantal rake typeringen en observaties daargelaten, missen de meeste confidenties een duidelijke clou. Elke fabel is fraai geïllustreerd door Klaas Verplancke, die van zijn tekeningen gedetailleerde en groteske voorstellingen maakte, als een moderne Jeroen Bosch. Hoewel licht van toon zijn de fabels toch van een filosofisch niveau dat een algemeen ontwikkeld lezerspubliek vraagt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.