De vrouw met het rode haar
Orhan Pamuk
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5527 |
31/12/2005
Een wel heel andersoortige stadsgeschiedenis dan die van Mark Mazower (Thessaloniki) is Orhan Pamuks Istanbul. Deze kandidaat voor de nobelprijs literatuur benadert de stad niet als een historicus, maar schaamteloos vanuit zichzelf. Pamuk en Istanbul blijken twee communicerende vaten, waarvan de inhoud bestaat uit een viskeuze zwarte vloeistof die in het Turks hüzün, bij ons weemoed heet. Die hüzün doortrekt het hele boek, van de donkere en weemoedige fotografie tot de zachtjes kabbelende, wat monotone stijl.
De oorzaak van die ziekelijke weemoed ligt volgens Pamuk in een onverwerkt ve1rleden. Met een gespleten blik op het Istanbul van nu en toen, laat hij het verval zien van de stad en de materiële maar vooral morele degeneratie van haar inwoners. Hierbij blijkt Pamuk toch een belangrijke eigenschap gemeen te hebben met Mazower, nl. een grondige afkeer van de moderne nationalistische staat. Zoals Mazower afgeeft op de 'hellenisering' van Thessaloniki, zo drukt Pamuk zijn afkeuring uit van de 'turkificatie' van Istanbul, die ervoor gezorgd heeft dat de eens zo rijke, veeltalige en multiculturele Osmaanse hoofdstad verworden is tot een gelijkvormig en naargeestig oord, waar "alles langzaam oud en stil werd". Nu zit de armoedig en ruïneus geworden stad geprangd tussen een al dan niet bewuste vorm van nostalgie en een halfslachtige poging tot verwestersing, een situatie die de schrijver consequent doortrekt naar zichzelf. Veelzeggend is het einde van het boek, waar de moederfiguur de jonge Orhan aanraadt geen kunstenaar te worden en een leven in de luwte te leiden, omdat dat in het tamme en behoudsgezinde Istanbul nu eenmaal het gemakkelijkst zou zijn. Maar Pamuk heeft zich, gelukkig voor ons, nooit neergelegd bij die hang naar creatieve onbeweeglijkheid. Juist door zich te ontworstelen aan de lethargie die een teveel aan hüzün met zich brengt, is hij erin geslaagd een lucide oeuvre te ontwikkelen en zich intellectueel en politiek te profileren en te engageren.
In Istanbul wordt dat pijnlijke bevrijdingsproces in plaats en tijd gekaderd. Het is een merkwaardig en hybride boek geworden, waarin Pamuk persoonlijke memoires en reflecties over identiteit verknoopt met een, met zíjn geschiedenis van de stad. Een zeer kunstzinnig, en soms kunstmatig project, dat in zijn beste momenten heel veel reveleert over het tegenstrijdige en onvatbare wezen van de stad, de schrijver en onszelf. [Koen Van Baelen]
Redactie
De bekende Turkse schrijver Orhan Pamuk werd in 1952 geboren in Istanbul. Pamuk beschrijft hier de stad aan de hand van gebeurtenissen uit zijn jeugd en de herinneringen aan zijn familie. In zijn observaties en beschouwingen zijn de literatuur, architectuur, geschiedenis en politiek betrokken. Hij laat de weemoed voelen die overheerst in Istanbul en schetst de vergane glorie van het Osmaanse rijk. De zwart-witsfeer, die volgens Pamuk zo onverbrekelijk verbonden is met de stad, wordt heel zichtbaar door de vele opgenomen zwart-witfoto's van personen, gebouwen, plaatsen en oude gravures. De jeugd van Pamuk is niet alledaags. De autobiografische fragmenten zijn boeiend beschreven. Daarnaast brengt hij Istanbul en haar historie op een ongewone en mooie manier tot leven. Van Orhan Pamuk (Nobelprijs voor literatuur 2006) werd eerder een aantal romans in het Nederlands vertaald, onder andere 'Het huis van de stilte' en 'Ik heet Karmozijn en Sneeuw'*. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.