De Kozakkentuin
Jan Brokken
Jan Brokken (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2005 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NEDERLANDSE ANTILLEN 783.3 BROK |
31/12/2006
Het antwoord op de vraag in de titel ligt besloten in de oorsprong van de Curaçaose muziek: de mazurka, meer bepaald de mazurka's die Frédéric Chopin componeerde. Jules Blasini (1847-1887) studeerde aan het Parijse conservatorium -- slechts uitzonderlijk werd een buitenlander er toegelaten -- en nam partituren van Chopins werk mee terug naar het Antilliaanse eiland. Ze vormden er de basis van een eigen traditie van klassieke muziek die hier nagenoeg onbekend is. Brokken ontdekte die muziek zelf ook maar toen hij in de jaren '90 op Curaçao ging wonen, en portretteert ze in dit boek aan de hand van korte, overwegend biografische stukken. Het aardige is dat hij de stukken schikt als een ontdekkingsreis, en de lezer zo weet mee te voeren in een andere wereld.
Brokken schetst zowel bijzondere muzikanten als de algemene muzikale en sociale ontwikkeling van Curaçao, en bij uitbreiding de Caraïbische regio. Hij identificeert de verleidelijke aard van de Caraïbische klassieke muziek, ook met de nodige, maar niet overdreven muziektheoretische duiding. Naast Blasini en Jan Gerard Palm (van wie niet bekend is waar hij zijn kennis van Chopin vandaan haalde), gaf de rondreizende Amerikaanse ster Louis Moreau Gottschalk, die zowel Chopins als creoolse ritmes verwerkte in zijn muziek, nog een grote stimulans aan deze nieuwe muziek. Het was verfijnde dansmuziek, met een vleugje melancholie. Het was ook blanke muziek op dit sterk gesegregeerde eiland, maar al vlug werd ze gecreoliseerd, eerst door de joods-zwarte Jacobo Conrad, en daarna door de (blanke) 'Palmen', een heel geslacht van componisten. Tegen het maatschappelijk taboe in, verwerkten zij de dansmuziek (de tambú en de tumba) van de zwarte slaven in hun mazurka's en walsen. Met de emancipatie van de zwarte bevolking evolueerden die Afrikaanse ritmes in de richting van de Cubaanse son.
De klassieke traditie op Curaçao is nu zo ongeveer afgerond. De intussen bejaarde componisten Wim Statius Muller en Robert Rojer hebben de uiterste grenzen van het genre verkend, de eerste met harmonische rijkdom, de laatste met ritmisch experiment. De verering van Chopin houdt echter stand, zoals blijkt uit de aanwezigheid van 11 Antilliaanse musici bij de herdenking van Chopins 150e sterfdag in Warschau, waar het hart van de componist begraven ligt. Ook wordt de muziek sinds enkele jaren geherwaardeerd, en ook aangewend in andere genres: jazzpianist Randal Corsen nam onlangs muziek op van zijn betovergrootvader Joseph Sickman Corsen, de nieuwe ster Izaline Calister verwerkt mazurka's en tumba's in haar eclectische muziek, en de in 1962 geboren pianist en componist Johnny Kleinmoedig blijft verder werken in de traditie.
Op de bijgevoegde cd illustreert de keuze van Brokken alle aspecten van zijn verhaal, met vroege composities, twee stukken van de Cubaanse voorloper Manuel Saumell, en ook twee werken van Gottschalk, vele hoogtepunten (o.a. 'Padu' van Edgar Palm en 'Despedida' van Statius Muller), enkele zijstapjes die verwante Caraïbische evoluties illustreren, en twee selecties van Izaline Calister, waaronder het prachtige, langoureuze, in het Papiaments gezongen 'Mazurka erotika'.
Ik vind dit alvast een van de meest geslaagde 'boek met cd'-producties. Er is het verrassingseffect van een onbekende muziektraditie, de verleidelijke structuur van het boek, dat dan nog prachtig verteld wordt en uitstekend geïllustreerd is met foto's en muziek. [Chris Bulcaen]
Redactie
Al eerder, met name in 'Met musici' uit 1988, schreef reportage- en romanschrijver Jan Brokken aanstekelijk over klassieke muziek. In dit boek over wortels en wezen van de Antilliaanse muziek zegt hij dat hij in zijn reisverhalen zoekt naar hoe culturen in elkaar overgaan. Dat vond hij in de Antilliaanse muziek (gedurende langere tijd heeft hij op de Antillen gewoond). De invloed van Chopin op deze muziek neemt hij als uitgangspunt. Vastzittend in de dansmaten, experimenterend met het ritme, accenten verleggend (in b.v. walsen, tumba's tambú's, calypso's, mazurka's) bleef de Antilliaanse muziek tonaal (i.t.t. ontwikkelingen richting atonaliteit in Europa). Diverse pianisten, zangeressen, maar vooral componisten treden voor het voetlicht. Met verve worden zij besproken, waarbij de anekdotiek niet wordt geschuwd. Dit aanstekelijke boek over betrekkelijk onbekende muziek (met toegevoegde illustratieve cd) is een warm pleidooi voor Antilliaanse muziek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.