Het lage huis
Jan Ploeger
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Clavis, 2005 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : PLOE |
31/12/2005
Er zijn al wel meer jeugdboeken verschenen waarin te lezen staat hoe de scheiding van ouders het leven van kinderen overhoopgooit. Jan Ploegers hoofdpersonage Esgo (13) onderscheidt zich wel van de andere door de niet verminderende negatieve energie waarmee hij zich verzet tegen de veranderingen in zijn leven. Vooral tegen zijn moeders nieuwe vriend Floris, die hij hardnekkig Flop noemt. Het nieuwe gezin verhuist in de vakantie van de stad naar een dorp waar niets te beleven valt. Zijn vader, Henk, een wat in de war geraakte kunstenaar, woont nog in de stad. Esgo is woedend. Hij scheldt Flop en Kitty de huid vol, is onhandelbaar, en gaat ten slotte weg om zijn vader te zoeken. Maar die heeft niet echt aandacht voor hem. Flop komt Esgo zoeken en zijn tante Mady brengt hem terug naar huis. Daar treft hij Henk opnieuw aan en hij blijkt helemaal het noorden kwijtgeraakt te zijn: hij slaat met een bijl het hele interieur aan splinters. De buren komen helpen en gaandeweg ontstaat er zoiets als saamhorigheid. Wanneer Henk later opnieuw contact zoekt, dit keer met bloemen, zet Esgo hem met Flop aan de deur. Hij beseft nu ook dat zijn plaats voortaan in het dorp is, in zijn huis, en dat hij het zelf zal moeten redden. "Ik ga mijn kamer schilderen. Precies zoals ik zelf wil. En morgen ga ik de stad in. Met Flop. Taart eten. En ik wil naar de film. Misschien krijg ik nog echt vakantie."
Dat het nogal goed afloopt, komt vooral door het rustige geduld van Flop. Die laat zich door Esgo's gescheld en baldadig gedoe niet op de kast jagen. Vrijwel nergens proberen ze hem bij te sturen, laat staan dat ze hem vermanen of op het matje roepen.
De auteur tekent de onhebbelijke Esgo erg sterk. Hij laat zien hoe Esgo zijn herinneringen aan het gewelddadige gedrag van zijn vader verdrongen heeft en zich slechts langzaam de momenten herinnert dat Henk vroeger al door het lint ging. Esgo, die vooral bang is door iedereen in de steek gelaten te worden, vindt een toevlucht in dromen die gegroeid zijn uit nogal gewelddadige videospelletjes over de buitenaardse Kworgs. Opvallend is de verstandhouding tussen hem en de oude Wiep, die diep ontgoocheld is in de mensenheid: "Mensen zijn afschuwelijk. Mensen zijn lelijk, mensen zijn gemeen. Dieren zijn misschien wel hard voor elkaar, de natuur is nu eenmaal zo, maar ze zijn tenminste eerlijk. [...] Er is geen mens die deugt. Je kunt niemand vertrouwen. De mensen laten elkaar doodleuk in de steek." Daarmee zit hij op de golflengte van Esgo. Gaandeweg ontdekken beiden dat ze het verkeerd voorhadden. Esgo komt tot het besluit dat er met Flop toch te leven valt, al beseft hij meteen dat hij zelf zijn leven zal moeten bepalen. Daarmee neemt hij definitief afscheid van zijn kindertijd.
Jan Ploeger biedt zeker een leesbaar verhaal. Af en toe vertraagt de auteur onnodig de vaart van het verhaal door enigszins uitweidende, redundante beschrijvingen. Er is niet zoveel sterke spanning in dit boek, maar dit portret van een jongen die de grond onder zijn voeten voelt wegglijden, is boeiend genoeg. [Herman De Graef]
W.M. Bruins-Jorna
In de zomervakantie heeft de 13-jarige Esgo met veel veranderingen te maken. Zijn moeder is met hem en haar vriend Flop naar een klein dorp verhuisd nadat ze Esgo’s vader Henk heeft verlaten. Pas nadat Esgo bij Henk gaat logeren, ontdekt hij hoe maf, onverantwoordelijk en zelfs gevaarlijk zijn vader is en krijgt hij begrip voor Kitty en Flop. Nadat hij de excentrieke ouwe Wiep heeft ontmoet, blijkt het dorpsleven toch nog wat avonturen voor hem in petto te hebben en voelt hij zich daar steeds meer thuis. Dit wat langdradige verhaal over een puber die op zoek is naar zijn identiteit en thuis biedt weinig spanning en boeit nauwelijks. Het taalgebruik is matig met veel bijvoeglijke naamwoorden en bijzinnen. De korte zinnen laten zich echter makkelijk lezen. Weinig interessant verhaal voor jongeren vanaf ca. 12 jaar.
Ria Swinnen
ua/an/22 j
Esgo is een jongen van dertien, zijn ouders zijn gescheiden. Hij is met zijn moeder en haar nieuwe vriend Flop naar een dorp verhuisd waar niet veel te beleven valt. Wat opvalt is dat Esgo z’n ouders bij hun voornaam noemt (Kitty en Henk). Esgo verveelt zich in deze nieuwe buurt zonder z’n vrienden. Z’n moeder vindt dat hij dan maar moet helpen schilderen en opruimen. Maar het is toch vakantie?! Tijdens een tocht met z’n kano waarbij hij verdwaalt in de mist ontmoet hij ouwe Wiep die op een boot leeft. Hij leert ook zijn buren, de Lisses, kennen. Het leven in het dorp blijkt toch niet zo saai te zijn. Esgo moet eerst zijn illusies over zijn vader opgeven voor hij Flop gaat waarderen en zich thuis begint te voelen in zijn nieuwe wereld. Het is een zwak verhaal dat het moet hebben van excentrieke plattelandsfiguren zoals Wiep en de Lisses en, wat erger is, een behoorlijk ‘plat’ taalgebruik, waarbij ‘shit’, ‘fuck’, ‘trut’ en ‘klerezooi’ niet van de lucht is.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.