Helse liefde : biografisch essay over Marie d'Agoult, Frédéric Chopin, Franz Liszt, George Sand
Frédéric L. Bastet
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Rubinstein Media, cop. 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LUISTERBOEKEN |
31/12/2005
De Haarlemse herinneringen van schrijver-archeoloog Bastet zijn nu op vier cd's opgenomen. Het is de schrijver zelf die het verhaal vertelt met een nostalgische oudemannenstem waarin afstand en soms ook spijt weerklinkt.
Bastet schrijft in de traditie van de (klassieke) cynici: je moet bewust leven en afstand nemen van de idolen van je tijd. Hij vertelt zijn verhaal op een afstandelijke manier. Hij spreekt over de geuren, de kleuren, en de smaken uit zijn jeugdjaren. Hij is opgegroeid in een burgerlijk milieu waar kunst en cultuur evident waren, en dat afgeschermd was van de wereld. Het perspectief wisselt nogal wat: de ene keer vertelt hij als een kleine jongen, de andere keer mengt hij dat met de kennis van de jonge man (het lot van de joden, het besef dat er verschillende klassen zijn).
De wereld die Bastet beschrijft is nu wel heel veraf. Op het einde van het verhaal beseft Bastet dat ook: hij heeft figuren en situaties beschreven uit de twintigste eeuw maar in feite waren het relicten van de 19e eeuw. Wanneer de lezer/luisteraar dat beseft, dan heeft deze tekst voor hem een archeologische waarde. De visie waarmee Bastet de kunstenaars beschrijft, is die van de hautaine burgerman: het zijn curiosa, bezienswaardigheden.
Deze autobiografie is impressionistisch, het zijn losse stukken die samen een wereld moeten evoceren. Er is geen psychologische en/of sociologische diepgang, laat staan inzichten. Het is vertellen. De cd's 1 tot 3 bevatten op het einde nogal wat onaangename storingen. [Johan Velter]
Redactie
Integrale weergave van het gelijknamige boek, voorgelezen door de auteur zelf. Het boek is aangeboden in de a.i.'s boeken* met onderstaande tekst van recensent Nop Maas. 'In dit fraai verzorgde boekje blikt Frédéric Bastet (geboren in 1926), terug op zijn Haarlemse jeugd. Hij stoffeert zijn herinneringen met aardige typen en vele mooie details. Hij beschrijft zijn jongensjaren als nakomertje, zijn frustratie op de HBS, terwijl hij eigenlijk op het gymnasium wilde zitten, zijn mislukte piano-ambities, de ingrijpende oorlogsjaren en het begin van de na-oorlogse periode. Behalve de eigen kleinere en grotere lotgevallen schetst Bastet ook portretten van de jeugdige Harry Mulisch, de stokoude Lodewijk van Deyssel, de sympathieke Jac. P. Thijsse, de zonderlinge schilder H.P. Boot en diens onmogelijke, maar zeer bewonderde kunstbroeder Kees Verwey.' P.C. Hooftprijswinnaar 2005.