Overleven na de Goelag : het lot van Stalins slachtoffers na hun kamptijd
Nanci Adler
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Contact, 2005 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 928.8 SHEP |
31/12/2005
Wat gebeurde er in en rond de concentratiekampen vanaf de bevrijding? Hoe gingen de geallieerden om met de uitgemergelde en verzwakte mensen die ze naast bergen lijken mochten redden van een gewisse dood? Hoe konden de gevangenen hun menselijke waardigheid herontdekken en weer persoonlijk beleven? En hoe stond het met eten, kleding, seksualiteit, de zoektocht naar de overleden familieleden...
Historicus Ben Shephard onderzoekt in dit boek of de reddingsoperatie in het kamp van Bergen-Belsen wel gerekend moet worden tot de categorie medische heroïek, zoals de Engelsen geloven. Aan het eind van de oorlog stuurde het Britse leger troepen naar Belsen. Het werd bijgestaan door vrijwilligers uit Engeland, Ierland, Zwitserland, België en de VS. Aan de hand van getuigenissen bewijst hij dat er een enorm aantal blunders werd begaan. Zo werd er ongecontroleerd te veel voedsel gegeven aan uitgehongerde mensen, met soms de dood tot gevolg; hij geeft het verhaal van de evacuatie van honderden vrouwen uit een barak naar een geïmproviseerd hospitaal, waarna deze mensen aan hun lot werden overgelaten. Er was bij de Engelsen vooral te weinig coördinatie. Ze luisterden ook weinig naar de verzuchting van joodse mannen op zoek naar hun vrouw of naar de kinderen en omgekeerd. Vanaf het begin waren er onenigheden in Bergen-Belsen, er waren spanningen tussen het Britse Rode Kruis, de Zwitserse Missie en het Vaticaan. De verantwoordelijken discussieerden eindeloos en brachten taalkundig vermoeiende uren met elkaar door, om ten slotte te beseffen dat ze vaak rond de pot draaiden en zo nalieten de nodige dringende beslissingen te nemen. Er waren natuurlijk ook spanningen bij de overlevenden, die zich dikwijls groepeerden per nationaliteit.
Shephard ontwijkt de kritische vragen niet. Antwoorden vindt hij in gedetailleerde verslagen van ooggetuigen, van o.a. geneeskundestudenten uit Engeland en van quakervrijwilligers, alsook in militaire dossiers van het Britse leger en gesprekken met overlevenden. Het is een aangrijpend verslag van een periode waarover niet vaak gesproken wordt, omdat ze zowel bij de slachtoffers als bij de toenmalige hulpverleners zeer gevoelig ligt. [Frans L. Van den Brande]
A.H.B. de Munnick
Toen de Britse troepen kamp Bergen-Belsen bevrijdden in de tweede week van april 1945, deden ze schokkende ontdekkingen. In het kamp lagen 10.000 lijken opgestapeld en minstens 60.000 joodse gevangenen leden aan tyfus, uithongering en dysenterie. Een noodhulpoperatie werd op touw gezet. Het Britse leger stuurde medische troepen naar Belsen. Twee maanden lang deden de medici hun uiterste best zo veel mogelijk slachtoffers te redden van de dood, maar de acties werden ernstig gehinderd door een tekort aan medicijnen en materiaal. Tegen eind juni 1945 waren er weliswaar 46.000 mensen gered, maar tevens waren er sinds de bevrijding 14.000 overleden. Behoorde de reddingsoperatie van Bergen-Belsen tot de categorie medische heroïek? Of moeten we achteraf vaststellen dat de operatie van blunders aan elkaar hing? De auteur vindt de antwoorden aan de hand van buitengewoon uitgebreid materiaal: gedetailleerde ooggetuigenverslagen van onder andere medicijnenstudenten uit Engeland en quaker-vrijwilligers, militaire dossiers van het Britse leger en gesprekken met overlevenden. Met register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.