Een gouden klok-huis 1939-1997 : een Haspengouwse veilinggeschiedenis in woord en beeld
Ingeborg Vijgen
Ingeborg Vijgen (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Acco, 2005 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 939 VIJG |
31/12/2005
Anders dan Congo kwamen Rwanda en Burundi pas later in Belgisch bezit en dan nog op dubbelzinnige wijze. In deze handelsversie van haar doctoraat ontrafelt Ingeborg Vijgen de langzame installatie van het Belgisch bestuur. Ze schenkt daarbij evenveel aandacht aan de diplomatieke geschiedenis van de mandaatnotie als aan de toepassing ervan in Rwanda en Burundi.
Belgische troepen hadden in 1916 delen van Duits Oost-Afrika bezet, tot aan Tabora toe. Maar aan de onderhandelingstafel na de oorlog wilden de grote mogendheden weinig rekening houden met de Belgische claims op die gebieden. De Belgische regering was er trouwens, in het geheim, eerder op uit om de linkeroever van de Congomonding binnen te rijven, en de bezette gebieden dienden daarbij als diplomatieke pasmunt. Het Verenigd Koninkrijk hield die boot echter resoluut af. De ingewikkelde onderhandelingen leidden ertoe dat België Rwanda en Burundi toegewezen kreeg als B-mandaten. In de bepalingen van de Volkerenbond betekende dat: voor onbepaalde tijd als afzonderlijke eenheid (los van de naburige kolonie) door de mandataris te besturen. De praktijk draaide anders uit. De controle van de Volkerenbond stelde eigenlijk niet zoveel voor en was onderdeel van het virtuele spel van de diplomatie -- waarin België successen scoorde en eindelijk als bonafide kolonisator werd aanvaard. In Rwanda en Burundi kwam van een opendeurpolitiek en een beleid ten gunste van de lokale bevolking weinig in huis, en de economische ontwikkeling werd duidelijk in functie van Belgisch Congo georganiseerd. De 'indirect rule' waarmee België zijn mandaatschap inkleedde, kwam paradoxaal genoeg neer op drastische ingrepen in de inlandse samenleving. De zogezegde 'bestuurlijke vereenvoudiging' had tot gevolg tutsificatie, zwaardere lasten voor de Hutu, migratiearbeid, en een algeheel slechte economische toestand, met o.m. hongersnoden. Vijgen benadrukt hier hoe het samenspel van koloniale ingrepen en machtsstrijd onder de Rwandese en Burundese chefs tot deze zorgwekkende toestand leidde.
Over de veranderende verhoudingen tussen de Hutu en de Tutsi in deze eerste jaren van het Belgisch bestuur meldt Vijgen ons eigenlijk niets nieuws. De waarde van haar studie ligt vooral in het belichten van enkele belangrijke Belgische actoren, zoals Pierre Orts en Alfred Marzorati, en de nauwgezette reconstructie van de internationale context waarin het Belgische mandaatschap werd geboren. Hierbij uit Vijgen in haar voorwoord de in het licht van de resultaten van haar studie bevreemdende hoop dat andere wetenschappers zouden nadenken over "de wijze waarop uit de idee van een mandatensysteem inspiratie kan worden gehaald voor het oplossen van actuele problemen in conflictregio's". [Chris Bulcaen]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.