De gouden baard
Klaas Verplancke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2005 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : AVONTUUR - FANTASIE
Fantasiefiguren |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Op transport |
De Eenhoorn, 2005 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERP |
31/12/2005
Sinds Jot en Wortels ontwikkelt Klaas Verplancke naast zijn talent als illustrator ook steeds duidelijker zijn schrijverschap. Zijn nieuwste prentenboeken Nopjes en Reus kunnen apart, maar liever nog in dialoog met elkaar gelezen worden. Als je ze naast elkaar op tafel legt, vormen de covers één prent, alsof Nopjes op de rug van Reus zit, en verschillende thema's en elementen vinden in de twee verhalen een echo.
Hoewel de boeken gelijkenissen vertonen, hebben ze duidelijk een eigen stijl. Alleen al de hoofdpersonages zijn compleet verschillend. Nopjes is een klein dametje met omslagdoek dat een huis bouwt op een lege plek. Al op de eerste bladzijde van dit boek toont Verplancke zowel zijn kunnen als schrijver en als illustrator. Weinig illustratoren kunnen een lege plek zo krachtig en veelzeggend neerzetten als Verplancke. Bovendien valt in elk hoekje iets te zien wat later in het verhaal zal terugkomen: bij het herlezen ontdek je steeds meer zulke verborgen knipoogjes. De tekst is even sterk: "Er was eens een plek waar zo weinig gebeurde, dat elk woord er een te veel was."
De volgende paginagrote prent vormt een sterk contrast: je ziet Nopjes in het huis dat ze op de open plek gebouwd heeft: een piepklein vrouwtje in een torenhoge kamer zonder ramen, met bloemetjesbehang. De verstikking die Nopjes al snel zal voelen, wordt duidelijk in de grote zwarte schaduwen bovenaan de bladzijde en in de tekst: "'Er is iets niet,' zei ze. 'Het lijkt alsof de nacht hier woont.'" Daarna ontwikkelt Nopjes zich tot een omgekeerd stapelverhaal, een afbreekverhaal zeg maar: het huis wordt muur per muur weer neergehaald. Eerst wil Nopjes het bos zien, dan de bergen, de vijver en de wei -- telkens staat er een muur in de weg. Liever nog dan geborgenheid wil Nopjes haar kijk op de wereld bewaren. In de absurde logica van dit verhaal is er geen plaats voor ramen, al zie je aan de wat listige uitdrukking op het gezicht van Nopjes dat ze best plezier beleeft aan de destructie van haar huis. De illustraties tonen een klein dametje met scherpe kantjes en een onverwachte kracht. Wanneer Nopjes aan het eind van het boek een gezellige avond met haar dierenvrienden beleeft, wordt ook de deur tot brandhout verkapt. Alleen het dak blijft over, als een zwevend hoedje.
Het rode dak van Nopjes zie je terug op de cover van Reus, die het echt als een hoed op zijn hoofd draagt. Daar waar de tekst van Nopjes voor een stuk werd bepaald door herhalingen, en vrij concrete verwijzingen, is de taal in Reus een stuk abstracter. Net als Nopjes heeft Reus nood aan vriendschap en gezelschap: "Het is wat, en nog wat meer, als je zo groot bent als Reus." Hij doet hierbij een beetje denken aan Kerel, het lange personage uit Wortels, en de eerste prent, waarop Reus alleen op een aardbol staat, kan zeker gelezen worden als een brug naar Verplanckes vorige boek. Maar de wereld van Reus is wel druk bewoond, en dat zorgt voor allerlei leuke details in de volgende prenten. Zo valt er op een van zijn benen een lokaal sneeuwbuitje, waardoor er een berglandschapje ontstaat op zijn knie.
Ook al bezit Reus de halve wereld, gelukkig wordt hij er niet van: hij voelt de wind en de koude dubbel zo hard. Je kan het verhaal van Reus lezen als het spiegelbeeld van dat van Nopjes: daar waar zij haar huis afbreekt, gaat hij net op zoek naar een plek om te wonen. Overal hoort hij de stem van het Windekind, maar hij krijgt haar nooit te pakken. De eenzaamheid groeit, tot Reus alleen in de sneeuw gaat liggen. Het levert één van de indrukwekkendste beelden uit het boek op. De bomen aan zijn hoofd geven de verkleumde Reus het uitzicht van een lijdende Christusfiguur met doornenkrans, door zijn anderszijn uit de mensenwereld uitgesloten.
Net als voor zijn vorige twee boeken koos Verplancke bij Nopjes en Reus voor een langwerpig formaat en die vorm is ook functioneel: het torenhoge huis van Nopjes had er helemaal anders uitgezien in een vierkant boek, en net als bij Kerel uit Wortels laat het langwerpige formaat van het boek Verplancke toe om Reus des te indrukwekkender te laten verschijnen, of hij nu uitgestrekt in de sneeuw ligt of rechtop staat op een kleine aardbol. Bovendien houdt Verplancke er van om te spelen met perspectieven.
De mensen willen Reus helpen, maar hun middelen schieten tekort: wat voor de mens een paraplu is, is voor Reus slechts een vingerhoed en het eten van de mensen is voor Reus slechts een kruimel. Er is echter één ding waar Reus niet te groot voor is, en dat zijn verhalen. Het is misschien niet toevallig dat zowel Nopjes als Reus eindigt met een scène waarin de verschillende personages samen genieten van een verhaal. Het is ook in de literatuur dat Nopjes en Reus elkaar letterlijk ontmoeten: ze lezen over elkaar in hun boeken. Net als in Wortels vormen de verhalen het uitgelezen middel om de eenzaamheid te overwinnen: "Het is wat, en veel meer dan alles, als je zo groot bent als Reus en als je eindelijk weer thuis bent, want in een boek is er altijd plaats genoeg, zelfs voor een reus." In de bijpassende illustratie is het rode dak van Reus een boek geworden. Daar waar Reus kan thuiskomen in een boek, toont het Windekind dat je in verhalen ook kan reizen, en andere plaatsen en identiteiten kan verkennen. Dat verhalen in Reus de plaats bij uitstek zijn waarin grote en kleine mensen elkaar kunnen ontmoeten, zegt iets over het belang van de jeugdliteratuur, en over het werk van Verplancke zelf. Ook in zijn boeken kunnen grote en kleine mensen elkaar vinden, ook van zijn boeken kunnen kinderen en volwassenen genieten. Dat heeft hij met Reus en Nopjes nog maar eens heel duidelijk bewezen. [Vanessa Joosen]
Hannie Humme
Een reus verliest tijdens een zware storm zijn hoed die zijn dak is. De wind neemt het mee en Reus gaat er achteraan. Al snel moet hij opgeven, maar dan hoort hij de stem van Windekind die hem lokt. Windekind leest in een groot dik boek. Reus en Windekind lezen samen het verhaal van de draak, de koning en de veertien prinsesjes en vlak voor het slapengaan lezen ze over het huis van Nopjes. De prenten zijn gemaakt in verschillende technieken, onder andere collage, krijt, potlood en inkt. Het gekozen kleurenpalet is warm en diep. De tekst in blokken in een cursieve letter staat op de ene pagina, op de tegenoverliggende is de prent gezet. De figuren hebben voor een deel een sprookjesachtig voorkomen. Reus staat symbool voor de wereld die zijn dak kwijtraakt, een dak dat later een boek wordt; het dak dat bescherming biedt en een veilige plek. Het boek waarin een kind zijn fantasie kwijt kan en zelf een veilige plek creëert. De beeldspraak, de filosofische gedachte, de prenten met meer lagen zorgen ervoor dat dit verhaal niet gemakkelijk wegleest, maar voor wie veel prentenboeken leest en bekijkt, is dit boek een reusachtig genot. Het verhaal over het huis van Nopjes staat in het boek 'Nopjes'*. Vanaf ca. 5 jaar.
Ilse Trimborn
ua/an/22 j
Gelukkig zijn er nog auteurs en illustratoren die hun vak verstaan en sommigen onder hen hebben zoveel talent van moeder natuur meegekregen dat ze beide functies in één persoon verenigen. Klaas Verplancke is één van hen. Eigenlijk mag ik niet teveel verklappen over dit pareltje. Het is immers een boek met een boodschap; er zit een hele filosofie in verborgen. Bovendien ontdek je bij elke lezing nieuwe elementen in het verhaal. Toch een tipje van de sluier lichten: Reus speelt zijn hoed kwijt als de wind er mee aan de haal gaat. Aangezien de hoed zijn dak is en ook het dak van de halve wereld, speelt Reus aldus zijn huis kwijt en wil hij niets liever dan zijn hoed terugvinden. Het geheimzinnige Windekind is zijn gids op zijn zoektocht. Wanneer hij haar ontmoet, leert hij dat je in elk boek kan thuiskomen, voorwaar een wijze les. De prenten zijn sfeervol en dat woord is eigenlijk te beperkt om te omschrijven wat ze met je doen als kijker. De eenzaamheid van de reus, als hij zielig verlaten in de sneeuw gaat slapen, doet pijn aan je hart; je voelt de kracht die de reus moet uitoefenen als hij dwars door zee ploetert, op weg naar Windekind; je proeft de tevredenheid die uitgaat van het lezen van een boek. Daarnaast zijn er ook de vertrouwde spielereitjes van Verplancke, zoals de kat, die rondwandelt met een visbokaal als ballon. Elke tekening biedt zo zijn eigen ontdekkingen. Tekst en tekeningen staan in perfecte harmonie tot elkaar. Geen woord is misplaatst en, laten we wel wezen, het is een bijzonder mooie tekst om voor te lezen. De herhalingen, de zang van Windekind, de metafoor van een halve wereld … mooi, mooi, mooi. Het is een boek dat tijd vraagt, een boek dat zoveel meer is dan een simpel rechttoe, rechtaan verhaal. Een boek met vele lagen, waarin ieder zijn verklaring kan leggen. “Het is wat, en veel meer dan alles” als je zo’n boek mag lezen. Hulde aan Klaas Verplancke, een reus in prentenboekenland!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.