De vrouw en het jongetje
Geert De Kockere
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2005 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : DEKO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Eenhoorn, 2005 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KOCK |
Annemie Leysen
il/pr/13 a
Carll Cneut is een van hen. Met een heel eigen onmiskenbare signatuur raakte hij de voorbije jaren tot ver over de grenzen bekend en werd hij ook in het buitenland herhaaldelijk met prestigieuze prijzen bekroond. Zijn vorige prentenboeken vielen al op door een erg vernieuwende stijl: de bladzijden zijn bevolkt met vreemd uitziende, ongeproportioneerde en verstilde wezens, vaak tegen een sobere, haast gestileerde achtergrond. Cneut is vooral een meester in de compositie van zijn getekende verhalen, die meteen ook voor een opvallende beeldtaal zorgt.
In zijn nieuwe, en meteen ook meest magistrale prentenboek Dulle Griet bereikt zijn beheersing van tekentechniek, vorm en kleurgebruik een indrukwekkende perfectie. Het boek is geïnspireerd op het woeste en intrigerende schilderij van Pieter Breugel de Oude. Dit doek vol oorlog, hel, razernij en gekte blijft kunsthistorici intrigeren. Is Dulle Griet een allegorie van een tijd, of stelt ze gewoon een figuur uit een volkse traditie voor? Men komt er niet uit. Samen met auteur Geert de Kockere ging Cneut op zoek naar een eigen interpretatie van dit bizarre apocalyptische tafereel. Daarbij lichtte hij de Dulle Griet uit het schilderij van Breugel en gaf hij haar een nieuw leven en een nieuw decor mee. Geen krijgsvrouw met helm en borstkuras, maar een kwetsbaar en tegelijk balorig vrouwmens, dat, verschopt door de goegemeente, dan maar het lot uitdaagt en zich aan de duivel presenteert. "Ze zou het aan de duivel vragen of hij haar hebben wilde. Of hij wat voor haar voelde. Of hij misschien een hart voor haar had." Een enkele keer situeert Cneut zijn Dulle Griet tegen de originele Breugel-achtergrond. Ze hoort er perfect in thuis. Op de andere pagina's maakte het wriemelende, overvolle decor van Breugel plaats voor momentopnames van mensen en hallucinante composietmonstertjes met vissenhoofden en vogellijven. Het boek wordt steeds grimmiger, met haat, nijd, boosaardigheid en wanhoop op de ongelooflijk expressief getekende uitvergrote gezichten, die sterk aan Ensor herinneren. Van de talloze scènes in de rand van het schilderij van Breugel, pikte hij er een aantal uit en zette ze in aparte taferelen naar zijn hand. Goed en kwaad, hypocrisie en nietsontziende wreedheid, het krijgt allemaal een fascinerende en tijdloze invulling in de tandeloze skeletten en de afstotelijke griezels.
Een prachtig en overvol boek, waar je niet op uitgekeken raakt.
Marita Vermeulen
rt/aa/10 m
Een paar jaar geleden zei illustrator Carll Cneut: ,,Ik heb het gevoel dat alles wat ik tot op heden heb gedaan een voorbereiding is op wat nog moet komen. Ik heb mijn teken-, vorm- en kleurbeheersing ontwikkeld. Mijn mogelijkheden zijn veel groter en breder dan toen ik begon, dus kan ik veel gerichter keuzes maken in functie van een bepaald boek.'' Toen ik in 2003 Mijnheer Ferdinand las, dacht ik: dit is zijn magnum opus, dit kan hij onmogelijk overtreffen.
Terwijl ik de adembenemende prenten in Dulle Griet bekijk, besluit ik dat voor Carll Cneut elk nieuw boek een voorbereiding is op nog mooier en sterker werk. Zelden heeft een boek mij van bij de eerste aanblik zo verwonderd en bekoord als Dulle Griet . Bij elke prent blijf je stilstaan, je wil alles zien, alles begrijpen. Je reist van heden naar verleden, naar een tijd die getekend is door onrust en geweld. Mensenlevens worden beheerst door het verlangen naar aanvaarding en een diepgewortelde angst voor de dood. De geschiedenis van de mensen is er een van vele kleine verhalen met telkens datzelfde onafwendbare eindpunt.
Dulle Griet is geïnspireerd op het gelijknamige schilderij van Pieter Bruegel de Oude (1525-1569), een werk waarvan uiteenlopende interpretaties bestaan. Wie dit boek leest, ziet dat ook de interpretaties van auteur Geert de Kockere en illustrator Carll Cneut niet altijd synchroon lopen. Tekst en beeld verwijderen zich soms van elkaar, en vreemd genoeg zorgt juist dat voor de betovering. Het versterkt de dubbelzinnige positie van de hoofdfiguur: Griet wordt uitgespuwd door de gemeenschap, maar blijft er onverbrekelijk mee verbonden.
Geert de Kockere volgt in zijn verhaal de goegemeente, die iedereen die afwijkt genadeloos afstraft. Maar Griet laat zich niet kneden. Zij botst voortdurend op afwijzing, maar dat maakt haar alleen maar baldadiger. Ze tart haar omgeving, ze tart het leven en de dood. Als iedereen zegt dat ze naar de hel kan lopen, dan doet ze dat, wie weet wil de duivel haar wel hebben, misschien heeft hij wel een hart voor haar. De Kockere vertelt over een vrouw die zich in sneltreinvaart tegen het noodlot te pletter loopt. Ze schrikt niet terug voor de grauwheid en de griezel: ,,Zij vond het kinderspel. Zij vond het amusant. Zij voelde er zich thuis.''
Cneuts verhaal begint heel spannend met een onheilspellende, duistere cover. Cneut daagt je uit: durf je het aan om met zo weinig informatie het blad om te slaan? Weet je zeker dat je hier naar binnen wil? Op de titelbladzijde wordt die onrust even getemperd, je ziet een soort schilderspalet. Een dot verf hier en daar, ruw vermengd met andere kleuren. ,,Daar begint het allemaal mee, lijkt Cneut te zeggen, ,,een lik verf, een krabbel, een schets''. Op de volgende bladzijde vergeet je meteen dat het zo begint, want daar suggereert hij door een bijzondere compositie dat hij de figuren kant-en-klaar uit een magische verftube heeft geknepen.
Vanaf de tweede tekening zit je volop in de wereld van Dulle Griet. Het is een benauwende wereld vol kijvende, agressieve mensen. Griet is de zondebok en ze vervult die rol met verve. Waarom braaf zijn als iedereen al heeft beslist dat je niet deugt? En hoewel je in de tekst leest wat een lastpost ze is, vind je haar dapper. Wat een kracht gaat er van dit boze, broze mensje uit. Ze laat zich niet knechten, ze doet haar zin.
Op de volgende prent zien we Griet als volwassen vrouw. Tierend, spuwend en stampend. Ze heeft een verpletterende persoonlijkheid. Cneut tekent, net als Bruegel, kleine verhalen in de rand. Je ziet devote nonnen, huizen die uit hun voegen barsten. Het is een wereld die gebrandmerkt is door leugens en hypocrisie. Je denkt terug aan de periode waarin Bruegel zijn schilderijen maakte: de Spaanse repressie, de beeldenstorm, tergend hoge belastingen.
Mensen werden zowel lichamelijk als geestelijk aan banden gelegd. Maar in een gemeenschap die geteisterd wordt door geweld en onderdrukking, blijken veel mensen zich in hun kleine kringetje van slachtoffer tot beul te verheffen. Zij hebben er baat bij een zondebok aan te wijzen, zodat de aandacht niet op hen valt.
Je beseft dan dat deze Dulle Griet een oneindig verhaal vertelt, een geschiedenis die zich voortdurend herhaalt. Ook vandaag doen we ons best om in de pas te lopen en vergeten we waar we echt naar toe wilden. Cneut toont via een benauwende plaat dat ontsnappen onmogelijk is, er is simpelweg geen ruimte voor. De enige figuur op deze prent waar enige rust van uitgaat, is de dood, de gids die we willens nillens volgen, triomfator over goed en kwaad.
Net als Bruegel verfraait Cneut de realiteit niet, hij toont hoe mensen elkaar de duvel aandoen. Hij legt de wreedheid en verdorvenheid in hun gelaatstrekken vast.
Hoe verder Griet gaat, hoe zichtbaarder de dood wordt. Tekst en beeld lopen steeds verder uit elkaar. Waar de tekst vertelt dat Griet zich in haar element voelt, tonen de illustraties een kwetsbare vrouw.
Ze is vrouwelijker en zachter dan de figuur op het schilderij van Bruegel, maar even krachtig en, net als bij Bruegel, veeleer getekend door wanhoop en verbetenheid dan door lelijkheid. Het is een vrouw die de strijd aanbindt met haar kwelduivels, maar geen hoop heeft op verlossing. Carll Cneut geeft een meesterlijke interpretatie van een eeuwenoud verhaal. In de boekhandel vindt u dit werk wellicht op de jeugdafdeling, maar het zou me niet verbazen als deze Dulle Griet ook tussen de kunstboeken belandt.
GEERT DE KOCKERE & CARLL CNEUT
Dulle Griet. De Eenhoorn, Wielsbeke, 32 blz., 17,50 eur.
DE AUTEURS
Carll Cneut (1969) werkt als illustrator voor verschillende kindertijdschriften en heeft sinds 1996 een tiental kinderboeken geïllustreerd. Hij won al diverse belangrijke bekroningen in binnen- en buitenland.
Geert de Kockere (1962) is hoofdredacteur van Kits , een actualiteitenblad voor jongeren. Hij schrijft verhalen en gedichten.
31/12/2005
De met haastige trekken geschilderde plaat, volledig in donkerbruin, die Carll Cneut als voorplat voor dit prentenboek maakte, getuigt van een durf die denk ik een tikje anarchisme verraadt. Draai het boek om en uit het donker breekt in de kleuren van Mars en van vernietigend geweld een ontiegelijk donker verhaal van 's mensen heb- en oorlogszucht los: Pieter Bruegels Dulle Griet. Een laaiende feeks, geharnast en met buit beladen beent met vaste tred naar de wijd openstaande hellepoort, waar de duivels haar opwachten. Of loopt ze eraan voorbij? Verlaat ze misschien de hel? In het tafereel dat achter haar ligt, wemelt het immers ook van demonische gedrochten. De interpretaties van dit schilderij lopen ver uiteen; Bruegel was dan ook meesterlijk meerzinnig in zijn ironische satires en ze zijn doordrongen van (laat-)middeleeuwse symboliek. Zijn werk alludeert op voor zijn tijdgenoten bekende, vaak bespeelde thema's in kunst en literatuur, en neemt er tezelfdertijd ook afstand van. Niets is wat het op het eerste gezicht lijkt, de betekenis van een schijnbaar vertrouwd, herkenbaar beeld wordt met een tegendraads detail vaak omgekeerd. Het was een communicatiespel dat Bruegel met zijn tijdgenoten speelde tegen de achtergrond van conventies en traditiegebonden procédés.
In Dulle Griet van Carll Cneut en Geert De Kockere wordt rond het thema van goed en kwaad eveneens gespeeld met beelden en met betekenissen, een spel van bevestiging en variatie. Het is een cultuurhistorisch spel, met Bruegel, de makers van dit boek en de lezers als spelers. Door dit verhaal op een cultuurhistorisch platform te tillen, mag echter niet de indruk ontstaan dat het alweer om een prentenboek gaat dat zijn oorspronkelijke publiek voorbijschiet en alleen volwassenen aanspreekt -- en enkel die met de juiste culturele bagage dan nog wel. Carll Cneut heeft al vaker bewezen dat hij met prenten die volwassenen te complex vinden, kinderen wel degelijk een verhaal te bieden heeft. En Geert De Kockere brengt het loodzware thema van de strijd tussen goed en kwaad bijzonder zwierig, zelfs met een speelse ritmiek. Het verhaal in woorden gaat als volgt:
Van Greetje en Griet
Dulle Griet was eens een Greetje, echt een lief kind. Tot ze de leeftijd had om stout te worden. En stout worden deed ze, ten voeten uit. Ze wilde alles wat niet mocht, deed weerbarstig toch haar zin, kreeg alleen nog maar "Nee! Nee!! Nee!!!!!" te horen en trok van de weeromstuit nog harder van leer. Ze vloekte en tierde, brulde en sloeg, en niemand wilde nog met haar te maken hebben. Wat haar nog woester maakte. Ze wenst de hele wereld naar de hel, maar de mensen zegden: 'Doe het zelf!' En voor een keer luisterde ze, pakte haar hebben en houden en ging de duivel opzoeken om te kijken of hij haar soms hebben wilde. Ze volgde haar neus en vond de hel vanzelf, baande zich een weg doorheen massa's mensen die elkaar de duvel aandeden, doorheen troepen onaardse wezens, half mens half monster. Tot ze aan de ingang van de hel kwam en luidkeels riep: 'Duivel, hier ben ik! Wil je me hebben?' Maar de duivel antwoordde niet, lokte haar niet, nam haar niet, maar liet haar in haar razende woede begaan. Tot ze zichzelf gaf en zich met haar zwaard door het hart stak.
Vele tinten donker
Carll Cneut vertrekt in zijn illustraties ook van een klein stout meisje. Zelf met de wetten van de zwaartekracht spelend, brengt ze op de eerste prent met een enkel duwtje een enorme buiteling teweeg. Klein als ze is, torent ze toch ver boven alles uit, is ze niet te houden, zijn de strakke gesloten lijnen van de huizen haar te eng. Dat brengt commotie teweeg, en hoe. Terwijl ze haar ondeugden botviert, troept de hele gemeenschap kijvend, vuistenzwaaiend, handenwringend, maar op veilige afstand, om haar heen. "Nee, Greetje, nee". Maar Greet groeit onheilspellend uit, loopt alles en iedereen onder de voet, dringt woest gesticulerend de protesterende mensen van het blad. En plots is ze weg. Naar de hel gestuurd, zegt de tekst. Kinderen spelen, feestelingen komen aanzetten, mensen maken een rondedans, over een feestelijk tafereel zeilt reusachtig een opgeworpen bal.
En met de volgende prent ben je in een heel andere wereld. Vreemd uitgedoste wezens troepen samen rond een vuur waarin een lichaam ligt te braden, een ander lichaam is al vast aan een vork gespietst. Dan een bladzijde rood-oranje gloed waarin nog net een hand verdwijnt. Griet? In elk geval vertellen tekst en illustraties op dit punt een eigen verhaal. De Kockere vertelt van de zinloze tegendraadsheid waarmee Griet, "die niet wilde, maar wolde, die niet gilde, maar golde [...] van kwaad naar erger holde." Terwijl hij verder gaat over hoe ze zich in de duivelse omgeving overal doorheen slaat, zich eigenlijk goed thuis voelt tussen de helse gedrochten, wordt de Griet in de prenten, die net nog buitenproportioneel de bladzijden vulde, opgeslorpt door een menigte van krijsende mombakkes, grijpende handjes en klittende wezens. Ze werkt er zich gaandeweg uit los en bekijkt vanuit de marge, zelfs grotendeels van buiten de prent de monstrueuze vogel- en vismensen. Haar geagiteerde uitdrukking (van boosheid of verwarring?) evolueert naar een gesloten en ietwat wezenloos gezicht dat een mengeling van emoties te raden geeft. Ze aanschouwt taferelen die haar voorstellingsvermogen - en haar eigen boosheid -- te boven gaan. Niet dat ze echt van haar stuk raakt door wat de hel zoal voorspelt, maar woeste Griet doet er toch eventjes het zwijgen toe.
Het is de subtiliteit waarmee Cneut zijn Griet vormgeeft en haar evolutie in het verhaal die haar een opmerkelijke complexiteit geeft. Het heeft bepaald iets teders hoe hij haar niet laat passen tussen de hellemonsters, terwijl er anderzijds ook niets valt af te doen aan haar destructieve geweld. Nu haar boosheid te groot geworden is voor deze wereld, steekt ze aanvankelijk bleekjes af tegen die onaardse wezens, maar ook daar doet ze iets aan; ze laat zich door de dood nog niet tegenhouden om naar de duivel te lopen. En ten slotte is het enkel nog haar figuur die zich aftekent en vervaagt elk monster tegen een zwarte achtergrond. Het is adembenemend om te zien hoe Cneut volledig zijn eigen weg gaat, zijn Griet zelfs opvallend laat afsteken tegen het schilderij van Bruegel en niettemin de essentie van diens werk aanraakt. Met 'Dulle Griet' getuigde Bruegel van een diep pessimistische kijk op de mens. In moderne literaire adaptaties wordt de figuur vaak veel positiever voorgesteld, als een sterke, eigengereide vrouw, gehard door het leven. In dit boek zal het van de individuele lezer afhangen of die Griet als een slachtoffer ziet. Cneut tekent haar niet onverkort als een helleveeg, hij laat je die mogelijkheid dus zeker. Maar het kwaad in de mens toont zich op diverse manieren en het duister kent onvermoede schakeringen. Cneut heeft je met zijn donkere cover niets van het verhaal prijsgegeven, hij heeft je onverbiddelijk met de essentie ervan geconfronteerd.
De nar en de bal
Het ligt uiteraard niet voor de hand om Bruegels monsters, die visuele voorstellingen zijn van de zondigheid in deze wereld, betekenisvol in een kunstwerk van vandaag over te brengen. Het 16e-eeuwse gevoel voor symboliek is niet het onze en de ideeën over goed en kwaad zijn evenzeer tijdsgebonden. Anders dan de tekst, die Griet, verworpen door de gemeenschap, zonder meer het rijk van de demonen laat binnenstappen, heeft de illustrator een breuk in zijn verhaal gebracht, zowel pictoraal als in de actie. Een afweging die het verhaal in menig opzicht rijker maakt. Carll Cneut introduceert daarvoor de nar. Het is een figuur waarbij ik lang ben blijven stilstaan. In Bruegels Dulle Griet komt hij niet voor -- elders in zijn oeuvre wel, maar niet als een markant personage. Maar de nar had in Bruegels tijd wel een belangrijke functie. Hij werd, als belichaming van de menselijke dwaasheid, naar de rand van de maatschappij verdrongen, maar werd wel door eenieder geaccepteerd. In hun 'dwaasheid' konden narren namelijk dingen naar voren brengen die een ingezetene niet kon of durfde en hielden zij de mens een spiegel voor. En kijk, de nar, die aanvankelijk onopvallend in de menigte figureert, blijkt een sleutelrol te gaan spelen in dit verhaal: hij gooit zijn bal op, onttrekt zo wat zich in het centrum van het tafereel afspeelt eventjes aan het zicht. En op de volgende prent verschijnen de eerste gedrochten en begint Griet aan haar tocht naar de hel. Zijn die wezens die twijfelen tussen mens en monster iets wat zich achter de zichtbare, dagdagelijkse werkelijkheid afspeelt? In de hoofden van de mensen? Achter die benauwend gesloten gevels? Zijn dit misschien 's mensen doemgedachten waar Griet wordt ingepast? Was haar boosheid misschien alleen maar zo verpletterend in van angst vertroebelde ogen? De nar maakt zichtbaar wat de goegemeente verborgen houdt. Op de laatste prent van het boek zijn de helletaferelen voorbij. We zijn een fractie opgeschoven in de tijd, de bal is verder gevlogen en de rondedans wordt volledig zichtbaar; in het midden ligt het lichaam van Griet.
Het is pas met deze prent dat een en ander op zijn plaats valt, dat de functie van de nar blijkt en dat de helletaferelen ten volle hun betekenis krijgen. En dat ik mijn interpretatie, waarin ik Cneuts prenten met zoveel plezier aansluiting liet vinden op Bruegels schilderij, meteen weer wil bijstellen. Want een tafereel waar gefeest wordt rond een lijk, doet mij ook denken aan slachtoffers en zondebokken. Waarop dan de vraag rijst wie hier nu eigenlijk wie de duivel aandoet. Maar ook dat sluit aan bij Bruegels tijd. In de 16e eeuw begon de slachtoffering van 'onaangepaste' vrouwen als heks waanzinnige proporties aan te nemen.
Lectuur in meervoud
Brengt Geert De Kockere in zijn tekst een interpretatie van het thema op basis van Bruegels schilderij, dan biedt Carll Cneut je lectuur in meervoud. Hij neemt niet alleen dat ene schilderij, maar de ruimere cultuurhistorische context als uitgangspunt. Waar je zijn taferelen spontaan 'breugeliaans' gaat noemen vanwege de motieven die je denkt te herkennen, vanwege de compositie, de sterk bevolkte taferelen, de vele simultane verhaaltjes die je aandacht verstrooien... dan blijken bij nader toezien de prenten veel minder concrete vergelijkingspunten te vertonen met de inspiratiebron dan je dacht. Breugeliaans ja, maar ook onmiskenbaar van Cneut. Zijn prenten intrigeren, ze roepen associaties, emoties en beelden op, en laten zich niet vastleggen in betekenissen. Je hoeft Bruegel niet te kennen om zinvol de communicatie met dit prentenboek aan te gaan. Cneut spreekt met beelden van vroeger een taal van vandaag. Hij herijkt integer en met vernuft, en met zeer veel zin voor nuance de oude beelden en symboliek volgens zijn persoonlijke waarden en esthetiek. Zijn breugeliaanse wereld is tijdloos, zijn beeldtaal expressief en uitdagend. Dit is een prentenboek dat een leven lang meegaat. [Jen de Groeve]
Yolanda Roosen
Greetje was een lief kind tot ze oud genoeg was om stout te worden. Vanaf toen deed ze alles wat niet mocht. Het ging van kwaad tot erger. Greetje werd Griet en nog later Dulle Griet. Niemand wilde met haar omgaan. "Loop naar de hel", riepen de mensen. Op een dag ging ze op zoek naar de hel; om de duivel ten huwelijk te vragen. Toen ook de duivel geen antwoord gaf, nam Griet verbijsterd haar zwaard en stak het door haar hart. Op de achterkaft van dit fraaie, royaal uitgegeven prentenboek is het schilderij 'Dulle Griet' afgebeeld, geschilderd in 1562 door Pieter Bruegel de Oude. Het is te bekijken in het museum M. van den Bergh in Antwerpen. Behalve het gegeven dat over de bedoeling ervan, weinig bekend is, wordt er inhoudelijk geen informatie over het schilderij gegeven. De auteur heeft op zijn eigen, herkenbare wijze (ritmische, klankrijke tekst) een fantasievol, bizar verhaal bedacht en de illustrator heeft dit aangevuld met prachtige gekleurde platen. Eenmaal is een fragment van het schilderij gebruikt als decor voor de 'nieuwe' hoofdpersoon. Een boeiende en originele confrontatie tussen oud en nieuw die zeker de interesse op kan wekken voor deze oude kunst. Vanaf ca. 8 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
De auteur liet zich inspireren door het schilderij van Pieter Bruegel de Oude over de wilde ‘Dulle Griet’. Griet werd stout toen ze oud genoeg was om stout te worden en nog geen klein beetje! Ze wilde alles wat niet mocht en liefst zo gevaarlijk en zo griezelig mogelijk. Ze luisterde naar niemand, ze vloekte, tierde en schold en schopte. Toen de mensen er genoeg van hadden, antwoordden ze op Griets \Loop naar de hel\: \Doe het zelf!\ En dat deed Griet. De weg naar de hel is bezaaid met alsmaar kwalijker ruikende en griezeligere wezens. De illustrator leeft zich steeds meer uit in bonte gedrochten. Als ze bij de duivel komt, stapt Griet een echt Bruegelschilderij in. Ze stapt door de mond van de duivel recht de hel binnen. Ze vindt noch het hart, noch de ziel van de duivel. Hij reageert niet op haar roepen en tieren. Dus roept ze \Neem mij dan!\ Als de duivel ook dat niet doet, geeft Griet zichzelf. \Verbijsterd van woede nam Griet haar zwaard, haar lange, dodelijke zwaard en stak het dwars door haar hart. Toen was ze dood. Steendood. Morsdood.\ Een bloedrood einde en allesbehalve happy. Daarom en ook om sommige griezelige illustraties is dit verhaal minder geschikt voor kleuters. Het verhaal is goed verteld, alleen is het af en toe een beetje te gekunsteld poëtisch met onder andere te veel herhalingen. De illustraties zijn echter ijzersterk en tillen het verhaal naar een hoger niveau. Carll Cneut is een echte moderne Bruegel. Het boek is ook geschikt om een project rond kunst of een museumbezoek te verrijken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.