Bambuseae
Jan Oprins (Auteur), Hugo Maertens (Fotograaf), Harry Van Trier (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Stichting Kunstboek, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 637.7 OPRI |
Besprekingen
31/12/2005
Bamboes zijn grassen. Zij behoren tot de familie van de poaceae. Ook de graangewassen behoren tot deze grote familie. Het zijn monocyte planten: dit betekent dat de zaden slechts één zaadlob hebben. Al in het begin van het Krijt -- 135 tot 65 miljoen jaar geleden -- waren grassen aanwezig in de tropische wouden. Fossiele vondsten bewijzen dat wilde bamboes voorkwamen in o.a. Frankrijk (ten zuiden van Lyon), maar hun grootste verspreiding en verscheidenheid hebben ze in Azië en Zuid-Amerika bereikt. De wortelstelsels -- eigenlijk zijn het ondergrondse stengels, rizomen -- resulteren dikwijls in een enorm netwerk en maken het gebruik van barrières noodzakelijk bij aanplantingen in een siertuin. De stengels en de bladeren hebben een grote decoratieve waarde; de bloei daarentegen is slechts zelden gewenst, omdat die meestal leidt tot het afsterven van de plant.
Sinds het begin van de 19e eeuw zijn bamboes geïntroduceerd in de Europese sierteelt. Op dit ogenblik kan je meer dan 500 verschillende soorten vinden bij gespecialiseerde verzamelaars. Vooral sinds microvermeerdering door weefselteelt op grote schaal wordt toegepast, is de bamboe een populaire sierplant geworden.
In de tuin is bamboe een plant met ongeëvenaarde eigenschappen: snelle groei, een wortelsysteem dat erosie tegengaat, een aantrekkelijke habitat voor vele vogels, een plant die veel meer (35%) koolzuurgas omzet in zuurstof dan bomen... Daarnaast maakt ook de industrie op steeds grotere schaal gebruik van bamboe: als voedingsmiddel (bamboescheuten), als alternatief voor hout in de platen- en paneelindustrie, als goedkoop bouwmateriaal (geharde, geweven bamboematten)...
De auteurs zijn specialisten in de materie: Harry Van Trier is botanicus en directeur van het arboretum in Kalmthout; Jan Oprins is zaakvoerder van de grootste Belgische bamboekwekerij. Hun benadering is technisch en diepgaand. De tekst is vooral bedoeld voor de gedreven hobbyist of verzamelaar en vereist enige achtergrond. De kennis van de auteurs wordt alleen geëvenaard door hun enthousiasme voor alles wat met bamboe te maken heeft. Want hoe wetenschappelijk onderbouwd de tekst ook is, hij ademt voortdurend een fascinatie voor deze wonderlijke plant uit. De paginagrote foto's ondersteunen deze instelling volledig. [Jan Vermeiren]
A.J.M. de Waard
Een boek met van alles en nog wat over bamboes, in de tuin, op tafel, als bouwmateriaal, zelfs bloemschikken komt even aan de orde. Dat alles in een fors formaat en opgediend met fraaie, soms paginagrote foto's in kleur. Inhoudelijk is het wat rommelig, een fors deel van het boek gaat vooral over de firma van een van de schrijvers, die zich bezighoudt met het vermenigvuldigen van vooral bamboes in weefselkweek. Er is al een kweker die geen, op deze manier massaal gekweekte bamboes meer verkoopt. De titel is wat ongelukkig gekozen en de doelgroep is niet helemaal duidelijk. Bamboeliefhebbers hebben meer aan het boek van Michael Bell, Bamboe: gids voor liefhebbers en vakmensen*.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.