Egon Schiele : drawings and watercolours
Jane Kallir
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Waanders, cop. 2005 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700 SCHIELE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Waanders, cop. 2005 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700 SCHIELE |
31/12/2005
In 2005 ging in het Van Gogh museum in Amsterdam een expositie door over het werk van de Oostenrijkse kunstenaar Egon Schiele (1890-1918). Dat in een aantal van Schieles schilderijen de invloed van de Vincent van Gogh duidelijk zichtbaar is, zal daar allicht een rol in hebben gespeeld, maar belangrijker nog is dat Schiele net als Van Gogh op een bijzonder eigenzinnige manier met zijn talent omging en in zijn werk uitdrukking geeft aan een zeer persoonlijke visie op leven en dood. De tentoonstelling was uniek omdat er aquarellen, gouaches en contétekeningen werden getoond, die vanwege het kwetsbare materiaal vrij uitzonderlijk geëxposeerd worden.
Naar aanleiding van de tentoonstelling verscheen Egon Schiele, liefde en dood waarin Jane Kallir toont hoe leven en werk van Schiele met elkaar verweven zijn. Het boek is afgestemd op een groot publiek, de analyse van leven en werk van de kunstenaar en de artistieke context waarin hij tot ontplooiing kwam, is relevant maar werd nogal oppervlakkig uitgetekend.
Schiele was nauwelijks 20 toen hij zijn eerste baanbrekende expressionistische werken maakte. Hij was in artistiek opzicht volgroeid, maar in emotioneel opzicht nog erg jong. Kallir toont hoe doorheen het werk uit die periode de adolescent zichtbaar is met een fascinatie voor zijn eigen seksueel en emotioneel ontluiken, en voor de dood. De associatie van seksualiteit met de dood wordt teruggevoerd op het feit dat Schieles vader overleden was aan syfilis. Schieles heeft een zekere brutaliteit en tegelijk ook iets weerloos. In zijn zelfportretten toont hij genadeloos de vele facetten van zijn persoonlijkheid. Die openheid is tot op zekere hoogte schijn, want de kunstenaar is ook een toeschouwer en bepaalt zelf de grenzen van wat gezien wordt en wat ongezien blijft. Je krijgt nooit helemaal greep op de inhoud van zijn prenten, zelfs als je er, zoals in dit boek, een stukje van zijn levensverhaal bij krijgt. "Ik ben blij dat er maar zo weinig zijn die een neus hebben voor kunst. Dat duidt altijd weer op het Goddelijke in de kunst", vertelt hij op een moment dat hij financieel bijzonder krap bij kas zit, maar de uitspraak is ook kenschetsend voor zijn visie op de kunst. Hij laat zich ongeremd meevoeren tot waar zijn inspiratie hem brengt. Met zijn naaktportretten van jonge kinderen waagt hij zich echter op glad ijs. Zolang hij in Wenen werkte, kon hij 'naamloze' straatkinderen als model gebruiken, maar nadat hij naar het veel kleinere Neulengbach verhuisde, waar iedereen iedereen kende, werd dat een stuk gevaarlijker. "De kunstenaar hinderen is een misdaad, het is moord op ontkiemend leven!", vindt Schiele, maar de rechter vindt dat ook kunstenaars zich binnen de grenzen van de wet moeten bewegen. De korte gevangenisstraf in 1912 voor 'openbare schennis van de eerbaarheid' op grond van de 'pornografische' beelden die de politie bij hem thuis vond, heeft een grote invloed op de kunstenaar. Uit de keuzes die hij in de jaren daarop in zijn leven en werk maakte, kun je afleiden dat hij een stuk van zijn branie kwijt is. Misschien heeft het ook met volwassen worden te maken, maar dat komt wellicht op hetzelfde neer. De overgang van adolescentie naar volwassenheid wordt immers in niet onbelangrijke mate bepaald door het groeiend besef dat je niet onaantastbaar bent en dat vrijheid relatief is. In de portretten die Schiele maakte in de loop van 1913 en '14, laat hij uitschijnen dat hij zich min of meer voegt naar de sociale conventies. Hij gaat zelfs zo ver dat hij zijn in voor- en tegenspoed trouwe minnares en model Wally opzij schuift voor een vrouw van zijn eigen stand. "In Schieles ogen betekende een leven als de helft van een paar het prijsgeven van zijn eigen persoon", vertelt de auteur. Als de afbeelding uit 1915 waarop Schiele zichzelf als een lappenpop afbeeldt in de armen van zijn vrouw Edith daarvan een voorbeeld is, krijg je een idee van de omvang van de eenzaamheid die spreekt uit de citaten uit Ediths dagboeken "Steeds weer opnieuw ben ik geestelijk alleen. Egon houdt echt wel van me op zijn eigen manier. Maar hij wil nog geen gedachte met me delen".
Het werk van Schiele vertelt wat mij betreft over de zoektocht van een mens naar de seksuele, emotionele en artistieke mogelijkheden en grenzen. De kracht en de kwetsbaarheid waarmee hij deze universele thematiek uitwerkt, spreekt tot op heden een zeer heterogeen publiek aan en ook dat heeft hij gemeen met zijn illustere voorbeeld Vincent Van Gogh. [Marita Vermeulen]
Anne Schulte Nordholt
De Oostenrijkse schilder Egon Schiele, 1890-1918, was een volgeling van Klimt, maar ook een voorbeeld van het vroege expressionisme. Zijn hoekige, nerveuze stijl, met een persoonlijk kleurgebruik, was tijdens zijn leven al zeer populair. Er is altijd veel over hem gepubliceerd; dit boek bevat echter alleen tekeningen en aquarellen, die hierdoor meer aandacht krijgen dan elders. De tekst behandelt zijn leven en werk. Het werk wordt afgezet tegen de Weense schilderkunst van die tijd, tegen tijdgenoten als Klimt en van Gogh en de schrijver gaat dieper in op technische en psychologische aspecten, zonder in vakjargon te vervallen. De afbeeldingen, meest in kleur, zijn zeer fraai. Een mooi uitgevoerd en goed leesbaar boek dat toch nog iets toevoegt aan de uitgebreide bibliografie over Schiele.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.