Het geheugen van Congo : de koloniale tijd
Jean-Luc Vellut (Redacteur), Sabine Cornelis (Auteur), Danielle De Lame (Auteur), Gauthier De Villers (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Snoeck, 2005 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 939 VELL XXL |
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Snoeck, 2005 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 939 VELL |
Besprekingen
31/12/2005
Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika te Tervuren (www.afrikamuseum.be) focust in 2005 op de Democratische Republiek Congo (DRC) met twee tentoonstellingen: 'Congo: natuur en cultuur' en 'Het geheugen van Congo: de koloniale tijd'. Ze spelen een belangrijke rol in het renovatieproces van het Museum. Voor de gelegenheid werd een website opgezet (www.congo2005.be) waar je de structuur van de exposities, enkele smaakmakers, extra activiteiten, pedagogische fiches e.d. kan terugvinden. Beide tentoonstellingen lopen nog tot 9 oktober 2005.
'Congo: natuur en cultuur' heeft aandacht voor de enorme diversiteit van natuur en cultuur in een land dat bijna tachtig maal de oppervlakte van België heeft. De biodiversiteit blijft het best bewaard in de nationale parken, waar een groot aantal biotopen te vinden zijn, gaande van tropisch woud en savannes tot mangroven en moerassen. Tot nu toe werden er zo'n 11.000 soorten planten, 409 soorten zoogdieren, 1.086 soorten vogels, 1.069 soorten vissen en 152 soorten reptielen geïdentificeerd. Sommige soorten als de Bonobo en de Okapi zijn endemisch: je vindt ze nergens anders op de aardbol.
De natuur staat sterk onder druk door de economie, die zoveel mogelijk grondstoffen wil ontginnen. Meer dan de helft van het Afrikaanse regenwoud ligt binnen de grenzen van Congo. Bovendien is de ondergrond rijk aan delfstoffen als goud, kobalt, tin, coltan, germanium en diamant, of industriële mineralen en gesteenten als talk, kaoliniet, kwartszand, kalk en steenkool. Opvallend is de evoluerende vraag naar grondstoffen: waar coltan vroeger een waardeloos afvalproduct uit de tinmijnen was, is het nu dankzij de draagbare elektronica gegeerd.
Niet in geld uit te drukken is de schat aan talen die de Democratische Republiek Congo herbergt. Meer dan 200 lokale talen worden onderscheiden, maar voor de communicatie op nationaal vlak wordt vooral gebruikgemaakt van het Tshiluba, Kikongo, Lingala en Kiswahili. Toch is de genuanceerde kennis over de natuurlijke omgeving vooral vervat in de lokale talen. De verscheidenheid van termen voor de oliepalm bij de Mongo illustreert het regionale belang van deze plant. De oliepalm is niet alleen een bron voor olie, palmwijn en medicijnen, maar dient ook als materiaal voor het maken van manden en amuletten.
Naast de exploitatie van de natuur voor basisbehoeften, maakt de mens ook gebruik van elementen uit de natuurlijke omgeving voor symbolische doeleinden. Kleuren, planten en dieren krijgen vaak een symbolische waarde en betekenis in de materiële en immateriële cultuur zoals dansen, verhalen, muziek, beelden of maskers. In Midden-Afrika wordt de kleur wit geassocieerd met de wereld van de voorouders. Rituele voorwerpen zoals maskers en beelden worden soms met witte klei ingesmeerd om ze met de kracht van de voorouders op te laden. De witte markeringen rond de ogen van de waarzegger laten hem of haar toe te 'kijken' in de wereld van de voorouders.
De natuur biedt een heel gamma van voedsel en medicijnen. Door de hoge prijs van vlees en vis in Congo is het vinden van alternatieven als aanvulling van de basisvoeding vaak een uitdaging. Rupsen zijn een ideaal alternatief aangezien hun voedingswaarde evenwichtiger is dan die van bv. kippenvlees. In sommige streken van Congo nemen rupsen 40% van de eiwitinname voor hun rekening. De Luba leven vooral van de landbouw. In het droge seizoen vullen ze hun dieet aan door te jagen. De jacht speelt echter het hele jaar door een grote rol in het sociale en religieuze leven
Deze tentoonstelling wil een voorsmaakje geven van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika van morgen, waarbij de nadruk ligt op het multidisciplinaire ontsluiten van Midden-Afrika. Die aanpak maakt dat bepaalde aspecten slechts beperkt kunnen worden uitgediept. Voor wie de tentoonstelling bezocht heeft, zal de catalogus, Natuur en cultuur in de Democratische Republiek Congo, wel ietwat mager uitvallen. Dat komt door het ontbreken van de multimediale effecten. Een cd-rom met beeld- en geluidsfragmenten zou de tentoonstelling thuis of op school opnieuw tot leven kunnen wekken. Toch blijft deze uitgave een basiswerk voor elke collectie. Het gaat hier om een oriënterende kennismaking met Congo, als inspiratie voor verdere lectuur.
Wel is er -- afgaande op de media -- in België meer belangstelling voor het koloniale verleden van Congo dan voor de cultuur en natuur die het land te bieden heeft. Met Het geheugen van Congo: de koloniale tijd blikt het Museum voor Midden-Afrika van Tervuren (zelf een koloniaal monument par excellence) terug op haar oorsprong. Deze tentoonstelling kadert in de festiviteiten van 175 jaar België. Weinig gekende objecten, kunstwerken, documenten, films en foto's maken de bezoeker vertrouwd met deze omstreden periode. Gefilmde interviews van Belgen en Congolezen geven een stem aan het verleden in een levendige confrontatie van herinneringen en emoties.
De expositie werd opgezet rond een aantal thema's. In de eerste plaats wordt een beeld gebracht van de Congolese geschiedenis voor de kolonisatie eind 19e eeuw. Zo is er vanaf de 6e eeuw altijd bewoning geweest in de depressie van de Upemba. Er werden meer dan 40 necropolen aangetroffen. Op basis van het onderzoek van al deze sites kon de historische context gereconstrueerd worden waaruit het grote Luba-koninkrijk is voortgekomen. Hoewel het Congo van voor de kolonisatie terra incognita was voor de 19e-eeuwse Europeanen, was het dus zeker geen onbeschreven blad. Het is de Britse ontdekkingsreiziger Albert Stanley ("Doctor Livingstone, I presume?"), in dienst van Leopold II, die het gebied ontsloot voor het Westen.
Als kleinere pion in het Europese machtsspel kon Leopold II Congo als kolonie verwerven. In een eerste fase beheerde hij het land als privaat domein, los van de staat België, om zijn politieke en persoonlijke ambities te financieren. Met de uitvinding van de rubberen band, werd natuurlijk getapt rubber een bijzonder winstgevende aangelegenheid. Slavernij en verminking van weerbarstige werkkrachten maken dat de winning van rubber in bloed gedrenkt werd. De aanklacht van Daniël Vangroeneweghe op het Congo-beleid van Leopold II heet dan ook gepast Rood rubber. Een cartoon uit de tijd van Leopold II schildert hem in Disney-stijl af als een Goede Herder die fluit speelt op een mensenbot, terwijl zijn kudde negertjes met gedecimeerde ledematen om hem en zijn echtgenote heen danst. Om een einde te maken aan de extreme wanpraktijken heeft de Belgische staat uiteindelijk Congo in 1908 van Leopold II overgekocht. Dat neemt niet weg dat Congo tot de onafhankelijkheid in 1960 beheerd werd op basis van rentabiliteit (dwangarbeid werd pas in 1930 afgeschaft), weliswaar gematigd door de tussenkomsten van de administratie en de kerken.
De ontginning van Congo's immense bodemrijkdommen vormde de hoeksteen van het kolonisatieproject. Natuurlijke grondstoffen zoals ivoor en rubber kunnen onmiddellijk worden geëxploiteerd. De ivoorraids en de rubberkoorts intensifiëren de ontginning van deze producten. Na de Eerste Wereldoorlog worden steeds meer variëteiten gekweekt in plantages om de productie en het rendement op te drijven. Het transport en een hele economische infrastructuur komen tot ontwikkeling. Er komen ook mijnontginningen. De dorpseconomie blijft echter een essentiële rol spelen in het koloniale Congo, terwijl de kapitalistische economie wordt gecontroleerd door de Generale Maatschappij van België en enkele Atlantische partners.
Onderscheid gebaseerd op 'rassencriteria' was inherent aan de koloniale samenleving. Deze segregatie manifesteerde zich op allerlei niveaus, gaande van de reglementeringen tot het sociale gedrag. In Belgisch-Congo werd de scheiding zelfs doorgedreven tijdens de kerkdiensten. Het prototype van het koloniale dorp had een open ruimte tussen het blanke en het inheemse dorpsgedeelte, die overeenkwam met wat toen als de maximale actieradius van een malariamug gold. Tezelfdertijd was er ook sprake van 'ontmoetingen' en van persoonlijke contacten tussen Afrikanen en Europeanen. Vooral in de religieuze sfeer vloeiden ontmoeting en wederzijdse ontdekking voort uit het zoeken naar toenadering tot 'de andere'.
De Onafhankelijke Congostaat en later de Belgische kolonie, produceerden een stroom van beelden over Congo. Met het oog op propaganda stelde de kolonisator niet alleen zichzelf voor, maar ook de door hem gekoloniseerde volkeren. De beeldvorming in België over Congo wordt hier geïllustreerd aan de hand van de ontstaansgeschiedenis van het Museum voor Midden-Afrika en van de Algemene Wereldtentoonstelling in 1958. De tentoonstellingen van 1897 en van 1958 dragen, ondanks het tijdsinterval, dezelfde boodschappen hoog in het vaandel: beschaving, vooruitgang en moderniteit.
Het enthousiasme van de koninklijke reis van 1955 is nog niet geluwd wanneer België in 1958 op de Wereldtentoonstelling van Brussel uitpakt met zijn koloniale onderneming. Het gaat er daarbij van uit dat de grondslagen voor een duurzame Belgisch-Congolese gemeenschap zijn gelegd. In Congo zelf heeft de geschiedenis intussen een andere wending genomen. Er wordt nu luidop gedacht aan onafhankelijkheid. De onlusten van januari 1959 in Leopoldstad versnellen het proces. Op 30 juni 1960 is het zover: het land is onafhankelijk. Maar het is er nog lang niet klaar voor. Een muiterij in het leger en de ineenstorting van de administratie dreigen het land in een golf van wanorde en geweld onder te dompelen. In sommige domeinen, zoals het onderwijs, gaat Congo verder op zijn elan. Maar in andere, de landbouw bv., stokt de ontwikkeling. Alles bij elkaar genomen is, ondanks de enorme invloed die het land door de kolonisatie heeft ondergaan, het nieuwe Congo een ánder Congo.
De catalogus, Het geheugen van Congo : de koloniale tijd, reproduceert heel wat visueel materiaal van de tentoonstelling in het kader van een veertigtal (wetenschappelijk geannoteerde) artikelen, waarvan meer dan de helft het parcours van de expositie volgt. Het boek kan echter volledig los van de tentoonstelling gelezen worden. Vanuit puur tekstueel oogpunt fungeert het als een aanvulling en uitdieping van de expositie. [Kris van Zeghbroeck]
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.