Othello
William Shakespeare
Gerrit Komrij (Auteur), Victor Arwas (Auteur), Hanna Klarenbeek (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Terra, cop. 2005 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700 ROPS |
31/12/2005
In Zinnestrelende huiveringen worden erotische schilderijen van Corneille (uit de jaren 1985-2002) aan de erotische poëzie van Annette da Graça gekoppeld. Volgens de achterflap is de "erotische poëzie van Annette da Graça, evenals het werk van Corneille, zeer toegankelijk en voor velen herkenbaar [...] een geraffineerde combinatie van woord en beeld". Het is waar dat de poëzie zeer toegankelijk is, maar dat is helaas te wijten aan de vele clichématige beelden, en de soms puberaal aandoende uitingen van seksueel verlangen. Van enig raffinement is geen sprake. Ondanks het expliciete taalgebruik doen de gedichten merkwaardig onerotisch aan: "Zinderend is mijn lichaam / Verlam mij, laat je gaan / wilde storm, beukend raas je / sleurt alles mee, laat niets onberoerd". Op geen enkel moment wordt de lezer beroerd of meegesleurd door het razen of beuken of door zinderend verlangen. Ook de schilderijen genereren in deze context weinig emotie. Veel heeft ongetwijfeld te maken met de selectie; men heeft gekozen voor werken met sterk gelijkende motieven en compositie. Corneille heeft nooit een geheim gemaakt van zijn fascinatie voor vrouwen, katten en vogels, maar voorliggende beelden doen vooral repetitief en gaandeweg zelfs vervelend aan. Net als de poëzie zijn de schilderijen nauwelijks erotisch geladen.
Wel zinnenstrelend en zonder twijfel huiveringwekkend is De schone en het beest, een catalogus over het werk van de 19e-eeuwse karikaturist, schilder, lithograaf, tekenaar en illustrator Félicien Rops (Namen 1833-Parijs 1898). Waar het vrouwelijk naakt in de prenten van Corneille passief en statisch wordt afgebeeld, zijn de vrouwenfiguren van Rops krachtig, ongegeneerd sensueel en uitdagend. Ze ontketenen willens en wetens krachtige seksuele verlangens, ze dwingen je in de rol van voyeur of medespeler. De prenten hebben een zeer dubbelzinnige lading, Rops slaagt erin om in één beeld engelachtige onschuld te combineren met duivels genot, het appelleert aan de vele angsten waar elk mens mee worstelt: angst voor de dood, aftakeling en vooral aan onze angst voor en onze verlangen naar geestelijke en lichamelijke overgave. Dit conflict tussen licht en donker, tussen goed en kwaad maakt dat de prenten na honderd jaar onverminderd krachtig aandoen ook als je geen notie hebt van de intenties van de schilder of van de samenleving die hem inspireerde.
Drie auteurs -- Victor Arwas, Hanna Klarenbeek en Gerrit Komrij -- situeren het werk van Rops in zijn tijd. In een periode waarin men fanatiek probeerde om de wereld systematisch in kaart te brengen, focust Rops op het immer onbeheersbare en ontwrichtende. Vooral met betrekking tot de term satanisme -- die in onze tijd een eenduidig negatieve betekenis heeft -- is die situering relevant en opent ze voor niet gespecialiseerde kijkers nieuwe en bredere perspectieven op het werk. "De duivel werd beschouwd als de absolute tegenpool van de goddelijke werkelijkheid. Men zag in die tijd de duivel echter niet zozeer als schepper van het kwaad, maar eerder als symbool van opstand en protest, de individualist bij uitstek." In zekere zin bestrijdt Rops de gevestigde orde met gelijke wapens. Net als de kerk bijvoorbeeld manipuleert hij het onbewuste, maar waar de kerk de mens dwingt om een groot stuk van zichzelf af te wijzen of af te straffen, schenkt Rops bevrijding. Bij hem zijn goed en kwaad ondeelbaar met elkaar verbonden. Waar voor godsdienstige taferelen mythologische vrouwenfiguren worden gekozen om de vrouwelijke verleiding te veroordelen, kiest Rops uitdrukkelijk voor vrouwen van vlees en bloed, volkse vrouwen die de inhoud van zijn werk verbinden met alles wat aards is en dus ook met de toeschouwer. Vervolgens ontneemt hij je het comfort van dit eerste herkennen door de figuren te plaatsen in een duivelse, humoristische en sensuele context; het totaalbeeld grijpt de toeschouwer en penetreert bijna ruw zijn onbewuste. Het beeld van de masturberende non doorbreekt komisch en hard het verwachtingspatroon. De non is vol overgave bezig, geen gêne, geen angst, alleen opperste concentratie op weg naar het ultieme genot. Rops gaf zich graag aan de liefde over: "De liefde tot de vrouwen bergt, als de doos van Pandora, al het leed van de wereld in zich, maar het is verpakt in een zo stralend gouden omhulsel, het heeft zulke schitterende kleuren en de geur ervan is zodanig dat men er nooit spijt van moet hebben de doos te hebben opengemaakt". Hij ontkent op geen enkel moment dat alles wat lekker is, ook een zure rand heeft, maar vindt daarin geen reden om zich iets te ontzeggen, integendeel. Ik stel me voor dat hij bij momenten moe werd van zijn vele affaires en van zijn niet aflatende zoektocht naar mooie vrouwenlichaamen, stiekem denk ik dat hij met de prent 'Het recht op rust' de spot drijft met zichzelf. Het is een schitterend beeld van een fallus die op een oud mannetje lijkt met de ballen als molenstenen om zijn nek.
Volgens Komrij doet het satanisme "een beroep op de te schaars aangesproken maar gelukkig onvervreemdbare eigenschap van de mens om iets te kunnen denken en tegelijk het tegendeel te kunnen denken". Zo bekeken zijn de prenten van Rops van satanisme doordrongen, met beelden vol tegenstellingen die naadloos passen in de beleving van mensen vroeger en nu, of we dat nu willen of niet. [Marita Vermeulen]
Drs. Erik Kreytz
Bij een gelijknamige tentoonstelling, voorjaar 2005 in de Kunsthal Rotterdam, verschenen de reproducties van meer dan honderd erotische prenten en illustraties van de Frans-Belgische kunstenaar (1833-1898). Ze komen bijna alle uit een Engelse collectie. De auteurs hebben zich beperkt: Gerrit Komrij schreef een introductie over de verlokkingen van het kwade, de seksualiteit die grenst aan het satanisme. In die excessieve gevoelsuiting werd Rops de erfgenaam van Jeroen Bosch en werd de vrouw 'de bloem van het kwaad'. Hanna Klarenbeek analyseerde de prenten op hun 'duivelse' verleidelijke aspecten: grafisch modern en meer of minder zondig. Victor Anwas schreef de biografie van Rops, lichtzinnig en libertijn. Rops wordt hier geëerd om zijn tot in het absurde overdreven erotiek; of is het eerder andersom: dat de schaamteloze sensuele lusten vrijelijk konden worden getoond door de ogen van Rops? Dit laatste is eerder de conclusie na het doornemen van zoveel van vrijwel hetzelfde, in ets of (kleuren)gravure.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.