Tijl Uilenspiegel
Charles De Coster
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Manteau, 2005 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VAND |
31/12/2005
In 1996 verscheen De bende van Jan Praet, het verhaal over de drieste daden van de legendarische rover en bendeleider uit Zele, Jan Praet. Maar wat ging er vooraf aan dat roerige leven? Werd Jan Praet als rover geboren, kwam hij uit een milieu van misdadigers, had hij een crimineel karakter? Niets van dat alles en in zijn nieuwe boek vertelt Van Daele hoe de jongensjaren van Jan Praet in Zele en omgeving zijn verlopen. Hoe een toevallige ontmoeting van Jan en zijn vader, een slachter, met twee spitboeven Grote Michiel en Halfwas bepalend zal blijken voor zijn verdere leven. Een ontmoeting die voor de laatsten ongunstig afloopt maar niet voorkomt dat hun wegen elkaar in de komende jaren herhaaldelijk zullen kruisen. Nee, er is niets mis met Jan Praet noch met zijn boezemvriend Poete. Ze zijn er juist op gebrand de twee boeven in het gevang te krijgen om zo de beloning die op hun arrestatie staat te kunnen opstrijken. Intussen is Jan hevig verliefd geraakt op Hanna, een stom meisje dat in dienst is van het boevenpaar om boeren en burgers op kermissen, markten en in cafés van geld en sieraden af te helpen. Als Jan en Poete er in slagen de twee boeven in handen van het gerecht te spelen, is Jan er alles aan gelegen Hanna buiten schot te houden. De mensen in Zele mogen hem dan als een held beschouwen, dat neemt niet weg dat enkele welmenende burgers vinden dat Jan eigenlijk in een pleeggezin moeten worden opgenomen. Niet onbegrijpelijk; een jongen wiens moeder overleden is en met een vader die plotseling het dorp verlaten heeft. Maar daar denkt Jan anders over en hij besluit met Hanna zijn intrek te nemen in het onderkomen dat de twee boeven destijds hebben opgetrokken, diep in de Gratiebossen. De twee jonge mensen leven er in pril geluk en het kan niet uitblijven, Hanna geraakt zwanger.
Dan volgen de gebeurtenissen elkaar in snel temp op. Hanna en haar kind overlijden in het kraambed. Grote Michiel, ontsnapt uit zijn cel, keert terug naar zijn huisje, treft daar Jan en Poete aan die net de doden hebben begraven. In de schermutseling die ontstaat, wordt Poete gedood. Michiel op zijn beurt laat het leven door een schot van Schele Miel, een oude stroper die bij de begrafenis aanwezig was. Intussen zijn de gerechtsdienaar het spoor van Michiel gevolgd en komen naderbij. Jan kan niet blijven. Hij pakt wat spullen bij elkaar en verdwijnt in het bos. Maar, bezweert hij: "Ik kom terug, Miel! Ooit!".
Jan Praet heeft woord gehouden. In het eerder verschenen De bende van Jan Praet laat Van Daele hem in 1797 terugkomen naar Zele. Vanuit de Gratiebossen zal hij ruim een jaar de omgeving onveilig maken.
Natuurlijk, Jan Praet, van rebel tot rover is een spannend, avontuurlijk verhaal in de zin van het ultieme jongensboek. Maar het is meer. Het is ook het verhaal van een jongen die door de omstandigheden een snelle groei naar de volwassenheid doormaakt maar desondanks iets van het onbedorven jongensachtige weet te behouden. Een liefdesverhaal is het ook. Twee zo verschillende mensen: Jan die duidelijk voor zich ziet hoe de dingen moeten verlopen en de onberekenbare Hanna die nu en dan voor een tijdje verdwijnt om dan ineens weer voor Jans neus te staan. En is het niet aandoenlijk te lezen wat Jan bedenkt om haar terug te krijgen als Hanna na een ruzie voorgoed verdwenen lijkt. Je kunt het boek ook lezen als het relaas van de onvoorwaardelijke vriendschap tussen Jan en Poete. Poete, die na een heftige ruzie met zijn vader gastvrij onderdak vindt bij zijn vriend. Twee jongens die elkaar zonder veel woorden begrijpen. Wier vriendschap tragisch eindigt. Het afscheid dat Jan van zijn dode vriend neemt, beslaat maar een paar regels maar is ontroerend in zijn eenvoud. Tegelijkertijd krijgt de lezer een scherp beeld van het dagelijks leven op het Vlaamse platteland tegen het einde van de 18e eeuw. Het sociale leven op het dorp, de hoogtepunten in het jaar, de volkse vroomheid, de rijke boeren en de kleine sappelaars. De onvergetelijke types als Gillis die barbier, cafébaas, schoolmeester en correspondent voor de Gazette van Gendt is; Schele Miel, oud-soldaat, stroper, afzijdig van de samenleving, met een aangeboren wijsheid; het gezin Poete, met veel kinderen gezegend maar Jan kan er altijd meeëten; de herbergierster Mieken-doet-open die paddestoelen verkoopt om in je pijp te roken en die je dan vreemde dromen bezorgen.
De vertelkracht van Van Daele laat je niet los, wat dat betreft kan hij zich meten met de grote Vlaamse vertellers uit het verleden. Overigens, de ondertitel 'van rebel tot rover' lijkt me wat zwaar aangezet. Aan het eind van het verhaal ligt het nog open hoe de toekomst van Jan eruit zal zien. Het veelvuldig gebruik van archaïsmen voegt zelden iets wezenlijks toe aan de inhoud. Niettemin: een dijk van een boek, dat het verdient niet alleen door jongeren, maar ook door volwassenen te worden gelezen. [Herman Kakebeeke]
Johan Berenschot
Hoofdpersoon in deze jeugdroman die zich afspeelt in de tweede helft van de achttiende eeuw is Jan Praet (12). In 1995 publiceerde Henri van Daele al 'De bende van Jan Praet, Grandigen bol' (Averbode). Dit keer vertelt hij over de jeugd van deze legendarische figuur. Het eerste hoofdstuk, dat wat traag op gang komt, voert ons terug naar het Vlaamse platteland van 1757, een tijd waarin het leven dikwijls onveilig werd gemaakt door roversbenden. Het zijn vooral Grote Michel en zijn trawant Halfwas die de plaats Zele terroriseren en ze deinzen niet terug voor roofmoord met brandstichting. Door hun toedoen komt er een boerenechtpaar om het leven. Het tweede hoofdstuk is veel meeslepender: Jan wordt verliefd op het stomme meisje Hanna dat bij het boeventweetal in het bos woont. Door haar ontdekken Jan en zijn vriend de Poete hun schuilplaats en het verhaal bereikt een climax als met hulp van de twee jongens de boeven gepakt worden. In het derde hoofdstuk komen we te weten hoe het Jan, Hanna en de Poete die in de boshut zijn gaan wonen, verder vergaat. Al met al heeft de auteur een boeiende roman geschreven met goede dialogen en krijgen we mede door de verklarende voetnoten een goed tijdsbeeld van Vlaanderen rond 1760. Vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.