Van Dyck 1599-1641
Christopher Brown
Hans Vlieghe (Auteur), Cyriel Stroo (Auteur), Hilde Van Gelder (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2004 |
VOLW. : NON FICTIE : 736 VLIE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 736 VLIE |
31/12/2005
Vlaamse meesters: zes eeuwen schilderkunst behoort nu al tot de toppers van de literatuur over de Vlaamse schilderkunst. Drie eminente kenners staan garant voor de kwaliteit van de publicatie: Hans Vlieghe, professor emeritus aan de KU Leuven, dr. Cyriel Stroo, werkleider aan het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium en professor Hilde Van Gelder, docent hedendaagse kunst aan de KU Leuven. Samen hebben zij een bijzonder inzichtelijk en krachtig overzicht geschreven van zes eeuwen Vlaamse schilderkunst.
In het eerste deel belicht Cyriel Stroo de kunst van de Vlaamse Primitieven en focust hij op het werk van grote, bij naam gekende meesters: Melchior Broederlam, de Meester van Flémalle, Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Petrus Christus, Dirk Bouts, Hugo van der Goes, Hans Memling, Hiëronymus Bosch, Gerard David. De auteur behandelt hun levensgeschiedenis, belicht de opdrachtgevers, maar heeft vooral oog voor de artistieke kracht van hun oeuvre en voor de iconografische vernieuwingen in hun werk. Op een beredeneerde, voorzichtige en perfect geëquilibreerde wijze vertelt hij het verhaal van de vroege olieverfschilderkunst, die erin slaagde om alledaagse voorwerpen, al dan niet beladen met symbolische betekenissen, te laten vibreren en tastbaar te maken. Hij toont aan hoe de kunstenaars elk op hun eigen manier aan de materie, de ruimte, de mens en zijn emoties gestalte gaven. Bovendien belicht hij op sprekende wijze de functie van de paneelschilderkunst. Anders dan de miniaturen, die handgeschreven boeken structureren en decoreren, hangen schilderijen aan de wand. Zij fungeren als pluriforme en multifunctionele kijkkasten, maar hebben tegelijk een bijzondere devotionele en morele betekenis. Soms portretteren zij de opdrachtgevers en functioneren dan als beelden van zelfbewuste, deugdzame individuen.
In het tweede deel leidt Hans Vlieghe ons van de renaissance tot het neoclassicisme. In zijn betoog groepeert hij de werken op inhoudelijke basis: historieschilderkunst, portretten, genrestukken, landschap- en architectuurschilderkunst, stillevens, dier- en jachttaferelen. Uit die structuur blijkt hoe vanaf 1550 het aantal onderwerpen toeneemt en hoe de kunstenaars zich, in tegenstelling tot hun middeleeuwse voorgangers, niet meer enkel op devotiestukken en portretten concentreren, maar een rijker scala aan onderwerpen behandelen. Religieuze figuren zijn niet langer het alibi om weelderige landschappen of architecturale constructies te schilderen, maar kunnen om hun eigen grandeur worden getoond.
Die grote diversiteit zet zich in het derde en laatste deel voort. Hilde Van Gelder belicht er voor het eerst systematisch en eigenzinnig de geschiedenis van de Belgische kunst van 1830 tot vandaag. Het verhaal blijkt gefragmenteerd, zoals de kunstproductie ook is: niet meer de verhaallijn en stijl van eeuwen, maar korte krachtige stromingen die elkaar pijlsnel opvolgen: romantiek, realisme, impressionisme, symbolisme, Brabants fauvisme, futurisme, Vlaams expressionisme, abstracte schilderkunst, surrealisme, neorealisme-animisme, de explosieve jaren '50 en '60, pop art en nouveau réalisme enz. In haar verhaal kiest de auteur voor artistieke topprestaties. Zij doet dat als een kunstcriticus, die met durf tegen gevestigde inzichten ingaat, selecteert en negeert omdat zij van oordeel is dat sommige werken tot de canon van de kunstgeschiedenis behoren en andere niet, nog niet of nooit.
In zijn totaliteit biedt deze publicatie een bijzonder heldere en genuanceerde blik op zes eeuwen Vlaamse schilderkunst. Het is de perfecte introductie voor iedereen die zich wil verdiepen in de artistieke creaties van kunstenaars uit onze gewesten. Bovendien zijn de teksten goed geschreven en is het beeldmateriaal zorgvuldig geselecteerd. Het is een basiswerk dat in elke bibliotheek -- particulier of openbaar -- thuishoort. [Brigitte Dekeyzer]
Drs. J. Kleisen
Dit bijzonder fraaie boek beschrijft de geschiedenis van de Vlaamse schilderkunst vanaf haar begin en typeert de vele stromingen door de eeuwen heen. Onder Vlaamse kunst verstaat men die welke in Vlaanderen, inclusief Brussel, is vervaardigd. Zonder dat het oorspronkelijk realistische karakter zich direct sterk wijzigt, dienen zich geleidelijk nieuwe thema's aan (in genre-, historie-, dier-, landschaps- en allegorische stukken bijvoorbeeld), die deels samenhangen met sociale veranderingen (de burgerij komt bijvoorbeeld in het vizier). Nieuwe stijlen, waarin andere gevoelens en emoties kansen krijgen, volgen elkaar steeds sneller op. De auteurs beschrijven deze ontwikkelingen getrouw en geven over de belangrijkste schilders de nodige informatie: thematiek, iconografie, vormgeving enz. Essentieel in het boek zijn ook de in adequate kleurstellingen gepresenteerde afbeeldingen: een 70 op een hele pagina of meer, een 200 geheel of deels in de tekst. Deze tekst is informatief en up-to-date. Ter wille van de bruikbaarheid van het boek had een index eigenlijk niet mogen ontbreken. Druk in twee kolommen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.