Het cyclopeneiland
De Gieter
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Dupuis, 2004 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : Strips jeugd PAPY |
31/12/2004
Papyrus en zijn vriendin prinses Theti hebben in hun jonge leven al heel wat te verduren gekregen, maar wat ze nu over zich heen krijgen, tart alle verbeelding: alle goden zijn boos op hen.
De hogepriester van Karnak heeft de twee bij zich geroepen omdat hij zich zorgen maakt over hun vriend Hapoe. Die loopt al een paar dagen over de daken en roept terwijl onsamenhangende zinnen en doodsbedreigingen aan het adres van de eenbenige architect Imhoetep. Om te weten te komen wat Imhoetep kan, mispeuterd hebben, brengen ze hem een bezoek op de bouwwerf van de tempel van Merenptah. Daar vinden ze hem bewusteloos, in zijn linkerhand houdt hij krampachtig een perkament geklemd. En dat perkament blijkt het begin van al de miserie te zijn. Het bevat immers de heilige namen van de goden en de bezitter ervan krijgt de macht over alle goden, maar al wie heeft meegewerkt aan het ontvreemden van deze papyrusrol haalt zich de tomeloze woede van de goden op de hals. Imhoetep heeft de rol toevallig gevonden maar terwijl hij herstelt van zijn flauwte heeft iemand het blad gepikt. Wie, wordt snel duidelijk: de god Seth die zich kan reïncarneren in elk levend wezen. In Hapoe bijvoorbeeld of in een zwarte kat. Om aan Seth te ontkomen vluchten de vrienden de tempel in, maar de toorn van de goden is losgebarsten. Zij wekken de gebeeldhouwde figuren tot leven: buffels, de soldaten die de oorlogstaferelen op de wanden bevolken, de gieren die het plafond versieren, allen storten ze zich op Papyrus, Theti en Imhoetep. Een hevige strijd brandt los.
Voor de zoveelste maal gaat de jonge held Papyrus een ongelijke strijd aan. De Gieter trekt zoals gewoonlijk een blik tegenstanders open om u tegen te zeggen. Slangen, wilde dieren, mythische monsters, en nu ook de goden zelf. Het magische zwaard van Papyrus maakt overuren, tonnen zand zwiepen door de woestijnlucht, muren slokken mensen op en blijken poorten naar het verleden te zijn. Maar geen god zo kwaad, geen gevaar zo groot of Papyrus komt als glansrijke overwinnaar uit de strijd. En passant vindt hij de klimmuur uit wanneer hij ontdekt dat hiërogliefen uitstekende hand- en voetsteunen zijn.
De albums van 'Papyrus' hebben bijna een vaste structuur, herkenbaar voor de jongste lezers, langzaamaan vervelend voor de meerwaardezoeker. [Werner Verrelst]
Prof. dr. K.A.D. Smelik
Zevenentwintigste deel van de stripserie Papyrus, die in het oude Egypte ten tijde van farao Merneptah speelt (ca. 1200 v.Chr.). Opvallend is de actieve rol van de Egyptische goden in deze stripserie in het algemeen, maar in dit deel overtreft de tekenaar-auteur zichzelf. Een heilige papyrus, geschreven door de god Thot zelf, is bij toeval in handen geraakt van de architect Imhoetep, een vriend van Papyrus. De god Seth wil deze papyrus echter in handen krijgen en incarneert zich in Hapoe, een andere vriend van Papyrus. Aan Papyrus de taak om de papyrus weer van Seth terug te krijgen. Hij moet het daarbij opnemen tegen de toverkracht van deze duistere god. De tekeningen in komische stijl zijn zorgvuldig gemaakt, goed ingekleurd, met veel aandacht voor de historische achtergrond, waarvan de tekenaar-auteur duidelijk studie heeft gemaakt (ondanks de ongelukkig gekozen naam Lief-er-Theti - in het Egyptisch werd geen onderscheid gemaakt tussen l en r). Niet al te veel tekst. Duidelijke karaktertekening van de personages. Het gekibbel tussen Papyrus en de Egyptische prinses Lief-er-Theti is in dit deel weer opvallend, maar uiteindelijk redt Lief-er-Theti Papyrus het leven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.