Voor Darwin en alle andere bavianen
Fransje Van Riel
Fransje Van Riel (Auteur), Nomfusi Vinah Yekani (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Arena, cop. 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5704 |
31/12/2005
Binnen de hausse aan boeken over Afrika die we sinds enkele jaren beleven, kunnen we een opmerkelijke subtrend omschrijven als 'portretten van Afrikaanse vrouwen'. Het betreft levensverhalen van Afrikaanse vrouwen, over het huwelijksongeluk dat hen overkomt als gevolg van patriarchale tradities als gearrangeerde huwelijken en polygamie. Ik vind dat vaak een verkeerde voorstelling van zaken, want het gedrag van de echtgenoten en vaders in kwestie is ongepast volgens welke traditie, cultuur of religie dan ook. Het is gewoon slecht gedrag, als gevolg van individuele fouten of veranderende sociale verhoudingen die daar aanleiding toe geven.
Verwant aan deze subtrend is dat van de levensverhalen van westerse vrouwen die met een Afrikaan getrouwd geweest zijn (bv. De blanke Masai van Corinne Hofmann) of hun hart verloren hebben aan Afrika (bv. de vele boeken van Kuki Gallman). Dit genre drijft op de spanning tussen interculturele lust en horror die onze cultuur tegenwoordig zo kenmerkt. Lust: het Afrikaanse landschap, het gemeenschapsgevoel, de erotische uitstraling van een traditioneel geklede Afrikaanse man. Die lust slaat echter om in horror als men zich de gevangene voelt van conservatieve, vrouwonvriendelijke Afrikaanse tradities. Het beest is bijna altijd de Afrikaanse man.
Uitgeverij Arena brengt boeken van beide genres uit onder de veelzeggende titel 'Bewogen vrouwenlevens'. Het nieuwe Ontwaken in vrijheid: het bewogen levensverhaal van een Xhosa-vrouw in Zuid-Afrika van Fransje van Riel en Nomfusi Vinah Yekani bv. wordt verkocht als een "hartverscheurend relaas over het leven in een traditionele gemeenschap". Dat is het nu net niet, want Nomfusi heeft het best naar haar zin in het traditionele, agrarische leven in het Oxkraal (Oostkaap) van de jaren '50-'60. Waar ze niet mee kan leven is het overspelige gedrag van haar man Jongile, en hier zien we die veranderende sociale verhoudingen waar ik het over had, i.c. de mannelijke pendelarbeid van het Apartheidsregime. Tijdens de week eenzaam en alleen in de grote stad, kan de man zich een bijzit permitteren. We zien ook hoe afhankelijk Jongile's ouders zijn van de inkomsten uit die pendelarbeid en hoe dat in conflict komt met hun traditionele verplichtingen tegenover hun schoondochter. De kaft van het boek belooft verder nog meer drama in Nomfusi's leven wanneer ze eenmaal naar Kaapstad gevlucht is, maar daar krijgen we slechts een ontgoochelende vijftien pagina's over.
De verboden oase van Choga Regina Egbeme getuigt van de vele veranderingen in Afrika. Het boek is het vervolg op de bestseller Veertig moeders, waarin Egbeme (een pseudoniem) verslag doet van haar jeugd in een harem in Nigeria. Die harem werd alweer verkocht als een traditionele setting, maar was toch vooral een bewijs van de macht van religieuze entrepreneurs in het postkoloniale Nigeria. Egbeme's vader Papa David had zijn eigen Kerk van de Zwarte Jezus uitgebouwd tot een sekte annex harem. In De verboden oase kunnen we lezen hoe het Egbeme vergaan is nadat de sekte ten onder is gegaan aan het misbruik van Papa Davids opvolger Felix (Egbeme's man) en aids. Tezamen met andere overlevenden werkt Egbeme nu op een boerderij in het noorden van Nigeria. Als herboriste maakt ze er o.m. 'mama Choga thee', die de patiënten op de boerderij, onder wie zijzelf en haar zoontje, aansterkt. Over die thee komen we niets meer te weten, wat jammer is wanneer je weet hoeveel kwakzalversmiddeltjes er in Afrika rondgaan tegen aids. De boerderij van onafhankelijke, christelijke vrouwen krijgt het zwaar te verduren onder het oprukkende moslimfundamentalisme in deze streek van Nigeria.
De verboden oase is een boeiend portret van de solidariteit van Afrikaanse vrouwen, dat de dagelijkse conflicten en meningsverschillen over de toekomst van de boerderij niet onvermeld laat. Dat is een opvallend concreet inzicht voor dit genre van boeken waarbij je doorheen de verbloemende en larmoyante stijl nauwelijks zicht hebt op wat er werkelijk gebeurd is. Het genre bestaat omdat er een westers publiek voor is; het appeleert aan onze honger naar beelden en informatie, die een mix is van nieuwsgierigheid, exotisme, solidariteit en geruststelling. De meeste boeken komen vooral aan die honger tegemoet, en falen in het overbrengen van correcte en gedetailleerde informatie over het leven van Afrikaanse vrouwen. Er kunnen vele vragen gesteld worden bij de wijzes waarop zo'n boeken tot stand komen, bv. hoe de dialoog verliep tussen de vertelster en haar blanke -- vaak Duitse -- ghostwriter, en hoe die vervolgens neergeschreven werd. Het genre haalt daarom nooit het niveau van de boeken van Marjorie Shostak over het leven van de !Kungvrouw Nisa: Nisa (1981) en Return to Nisa (2000, dit boek werd in het Nederlands vertaald als Nisa -- Sirene, 2003). [Chris Bulcaen]
Redactie
Levensverhaal van Nomfusi, een Xhosa-vrouw die schrijfster Fransje van Riel in 1998 leerde kennen, toen Nomfusi als huishoudelijke hulp bij Fransjes ouders werkte in Kaapstad. Nomfusi begint haar verhaal op een zeer vreugdevolle dag in april 1994, als zij, 55 jaar oud, voor het eerst mag gaan stemmen. Zij denkt terug aan haar gelukkige jeugd in een klein dorpje op het Zuid-Afrikaanse platteland en de lange moeilijke weg die volgde. Als jong meisje wordt ze op traditionele wijze door een jonge Xhosa-man geschaakt, trouwt tegen haar wil met hem en krijgt vier kinderen. Haar man heeft ook andere vrouwen, en Nomfusi verlaat hem en gaat in Kaapstad werken - illegaal volgens het apartheidsregime, want zonder pasje - om haar kinderen een betere toekomst te kunnen geven. Maar, zoals vele vrouwen met haar, ze kan haar kinderen niet bij zich houden. Slechts een keer per jaar kan ze hen bezoeken. Het leven van een moedige, levenskrachtige Xhosa-vrouw, die er ondanks alles in slaagt overeind te blijven en geluk te vinden. Van Riel (Amsterdam, 1965) woont sinds midden jaren negentig in Zuid-Afrika en werkt als freelance journaliste. In 2002 verscheen van haar 'Voor Darwin en alle andere bavianen'* over de opvang, verzorging en opvoeding van bavianenwezen in Zuid-Afrika.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.