Meneer Hoedjes vangt een vis
Koos Meinderts
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ellessy, cop. 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VIS |
31/12/2005
Wie Richard Adams' Waterschapsheuvel kent, denkt bij elk nieuw verhaal over konijnen en aanverwanten al snel aan die boeiende odyssee van een groep konijnen die uit onvrede met het heersende gezag de kolonie verlaten. Bij Adams wordt vooral de authenticiteit van de evocatie van het dierenleven gewaardeerd. Een vergelijking van zijn werk met Jacob Vis' verhaal over enkele hazen die van hun velden bij de luchthaven, in het westen van Nederland, naar het noorden trekken, op zoek naar meer ruimte, valt in het nadeel uit van het nieuwe boek. Niet omdat het minder omvangrijk is, want dat kon een pluspunt zijn voor lezers die zich niet graag wagen aan dikke turven. Wel omdat die authenticiteit hier grotendeels ontbreekt, omdat de personages niet zo diepgaand getekend worden en omdat de "filosofische" uitweidingen die erin zitten niet organisch uit het verhaal gegroeid lijken maar er veeleer opgeplakt zijn. Hoofdpersoon in het verhaal is Werner, de Rijksverteller der Westhazen, die weg wil omdat de tweepoten in de streek alle ruimte innemen. Hem en de enkele hazen die met hem mee reizen, wacht een tocht vol gevaren: aanvallende kraaien, bloeddorstige honden, een sluwe hongerige vos, een voorbijrazende trein in een spoorwegtunnel en auto's op de snelweg, een storm in het bos, jagers en stropers, concurrerende onbetrouwbare hazen... De meeste van zijn gezellen verliest hij onderweg, maar ten slotte belandt hij op een uitgestrekt veiliger veld in Noord-Nederland. Met de moer Afra sticht hij een gezin en voor de lokale gemeenschap wil hij de nieuwe verteller worden.
In dit verhaal gedragen de hazen en de andere dieren zich verregaand als mensen. Niet alleen praten ze met elkaar, ze geloven ook in de Grote Haas en verwachten na hun aardse leven opgenomen te worden in het Rijk van de Bok, ze filosoferen, ze zorgen voor elkaar en offeren zich zelfs op voor de ander. Dat gebeurt wel meer in jeugdboeken over dieren, maar voor Jacob Vis is dat nog niet genoeg: zijn konijnen gebruiken een hefboom om een steen op te lichten, ze verzorgen elkaars wonden met strookjes wilgenbast of met een zalfje, in de liefde kennen ze alle menselijke emoties, ze begraven hun doden met ritueel en en ze passen zelfs geboortebeperking toe door bij het 'nibbenokken' voor het bovenste gaatje te kiezen. Een klein haasje gedraagt zich als Gilles de la Tourette: "Hij heeft een spraakgebrek. Hij kan alleen vieze woorden zeggen." Van een auteur die jarenlang werkzaam was als boswachter, zou men meer respect voor de eigenheid van dieren verwachten. Door die overdreven en irriterende vermenselijking lijkt de hazenwereld op een haar na op die van beren en konijnen e tutti quanti in zoveel prentenboeken.
De auteur heeft zich gelukkig wel in bedwang gehouden bij de weergave van de hazentaal. Vreemder dan wat verfrissende nieuwe woorden voor typische mensendingen wordt het hier niet: de tweepoten wonen in tweepoothokken in tweepootnederzettingen, ze bewegen zich voort op de rolkarbaan of in reuzenvogels, ze gebruiken verdoders met doodkorrels om dieren te vermoorden. Makkelijk is het hazenleven niet want "Waar Schraalhans knollen deelt, leer je vanzelf voorzichtigheid.", en alleen een snotpierk snapt dat niet. Overigens zijn ook de bomen in dit boek vermenselijkt: ze praten met de dieren, protesteren als de hazen een reepje bast van ze afschillen, gillen als ze omgezaagd worden...
Dit is niet alleen een hazenverhaal, het is ook een evocatie van het leven, het belang, de invloed van een verteller. De haas Werner vertelt zijn verhaal in de ikvorm en de tegenwoordige tijd aan de hazen die het boek lezen. Hij roept op tot ontzag voor de vertellers, al vindt hij vertellen geen kunst, wel een ambacht, en tot waardering van verhalen want sommige daarvan "zijn net vers gras, te mooi om weg te geven". Daarmee lijkt het wel of de auteur door zijn hoofdpersonage een pleidooi pro domo houdt.
Van de mensen wordt in dit boek niet zo'n fraai beeld opgehangen. Slechts enkelen hebben een hart voor dieren. Interessant is dat Werner wel een held is maar ook zijn zwakke kanten heeft. Hij is een eenzaat, die anderen lastig vindt, maar toch gevoelig is voor hun appel op zijn leiderschap en sociaal gevoelen. Hij is niet onvermoeibaar of onkwetsbaar. Die trekjes maken hem "menselijker" en echter.
Dit boek bevat boeiende passages, maar toch bevredigt het niet helemaal, zeker als je het vergelijkt met Adams boeken of met bv. Ernest Claes' Floere het fluwijn of de dierenverhalen van Anton Koolhaas, o.m. Vleugels voor een rat. Dat komt niet alleen doordat de vermenselijking van de hazen niet binnen de perken blijft, maar ook door de weinig echt klinkende uitweidingen over het vertellerschap en het pseudogefilosofeer. Verder wekt het boek soms de indruk te bestaan uit een aantal met grove steken aan elkaar genaaide afzonderlijke hazenavonturen. Ten slotte ligt de auteur nogal overhoop met de verwijswoorden bij het-woorden: Tweepoten laten hun rotzooi liggen waar het valt. / Als een schaap uitbrak, beet een hond haar in een poot. /... het hok. Hoe slim hij was neergezet. /... het Pieterpad. Vorig jaar hebben zij hem samen gelopen.
Jacob Vis (Haarlem, 1940) heeft bekendheid verworven als schrijver van thrillers voor volwassenen. Hij heeft al een tiental boeken op zijn actief, waarvan er vier genomineerd werden voor de Gouden Strop. Met De trek naar het Noorden wil hij jongeren aanspreken en meegaan in de trend van de cross-overboeken. Hij vertelt niet alleen een vrij boeiend verhaal maar schenkt ook veel aandacht aan de beschrijving van planten en dieren. Daarnaast verwerkt hij actuele thema's als overbevolking en milieuverontreiniging in dit boek. Voor sommigen is dat een Nederlandse Waterschapsheuvel geworden, mij lijkt die heuvel niet veel hoger dan een verkeersdrempel, maar die kan je ook al flink doen schrikken. [Herman De Graef]
Redactie
Drie hazen trekken vanuit het drukke Westland naar het Noorden waar veel meer ruimte is. Deze tocht is niet zonder gevaar. De hazen komen goede en slechte tweepoters, honden en andere hazen tegen. Ook met bomen kunnen deze hazen spreken. Het hazenperspectief waardoor de lezer Nederland beziet, doet denken aan de tocht van de ganzen in de reizen van Nils Holgersson zoals Selma Lagerlöf ze heeft beschreven; ook hier wordt gebruikgemaakt van het idee om een land met haar inwoners te laten zien door de ogen van dieren. Dit perspectief maakt dit boek apart en boeiend, vooral ook omdat het landschap en de hazenkarakters goed beschreven worden. Je kan merken dat de schrijver een natuurkenner is. De auteur schrijft gewoonlijk thrillers (waarvan er vier werden genomineerd voor de Gouden Strop). Deze paperback met fraaie omslagfoto in kleur van een kreekje in een weiland met daarboven een getekende haas is zeker de moeite waard voor jongeren vanaf ca. 13 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.