De notenkraker
An Leysen
E.T.A. Hoffmann (Auteur), Anton Haakman (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : HOFF |
31/12/2005
Iedereen verbindt de Pruis E.T.A. Hoffmann (1776-1822) met de nachtzijde van de romantiek. Zijn verhalen leven voort in 'Les Contes d'Hoffmann' van Jacques Offenbach en 'De notenkraker' van Peter Tsjaikovski. Voor het overige vergaat het hem als vele klassieken, voor wie nog altijd de verzuchting van Lessing geldt: "We willen minder op een voetstuk geplaatst en ijveriger gelezen worden". Nederlandstalige lezers hebben voortaan geen excuus meer om Hoffmann links te laten liggen: Anton Haakman heeft enkele van de beste verhalen schitterend vertaald, al blijken ze twee eeuwen later niet allemaal even leesbaar. Wat op de flap Hoffmanns meesterstuk wordt genoemd, de grote novelle 'Het majoraat', geeft weliswaar een goed beeld van de spookachtige en griezelige achterzijde van menselijke intriges, maar verzuipt in ellenlange beschrijvingen en mist het levendige van de directe rede. De ironie van de geschiedenis wil dat juist het verhaal dat voor het genre van het fantastische beslissend is geweest, nu gedateerd overkomt. Ondanks het feit dat het schrijvers als Poe en Baudelaire heeft beïnvloed, Freuds theorie over het 'Unheimliche' en talrijke filmmakers heeft gevoed, krijgt het de bijsmaak van 'gesunkenes Kulturgut'. Aan een te verwarrende intrige lijdt ook nog 'De avonturen in de oudejaarsnacht' met zijn duivelspact omwille van de liefde. De interessante thematiek van broze identiteit, (verlies van) spiegelbeeld en schaduw komt hier echter al levendiger naar voren. Een absoluut hoogtepunt is 'Klaas Vaak'. Een trauma uit de kindertijd -- de zandman die door Nathanael wordt vereenzelvigd met de vreselijke advocaat Coppelius -- keert terug in wat de jonge student beleeft met de weerglazenventer Coppola en geleerde Spalanzani, op wiens mooie 'dochter' Olimpia hij verliefd wordt. Een tijdloos en bijzonder actueel verhaal in een tijd van kunstmatige intelligentie en fascinatie door het mechanische. Het wijst ook op de bron van het 'Unheimliche' diep in ieder menselijk wezen: "Ach, mijn liefste Nathanael! Besef je dan niet dat ook in opgeruimde, onbevooroordeelde en zorgeloze harten een somber voorgevoel kan schuilen omtrent de machten der duisternis, dat ons als een vijand vanuit ons eigen binnenste in het verderf tracht te storten?"
Het minder beklemmende, licht humoristische verhaal 'Raadsheer Krespel' charmeert door het wonderlijke hoofdpersonage en dringt tegelijk diep door in de geheime samenhang van levensoffer en kunst. Sfeervol en diepzinnig is het raadselachtige 'De mijnen van Falun', waarin zacht verdriet, innige liefde en het angstwekkende onderaardse op magische wijze worden verbonden. De bundel besluit met het heerlijke 'Notenkraker en muizenkoning' over poppen en soldaatjes die levend worden en een veldslag leveren. Zoals vaker bij Hoffmann is hier een ander verhaal ingebed, het sprookje van de harde noot. Een in alle opzichten feestelijk verhaal, waarin je als volwassen lezer de magie van het vertellen uit je kindertijd zo puur terugvindt dat je het niet voor mogelijk houdt. In de talrijke klankspelende passages blijkt eens te meer wat voor knap werk de vertaler heeft geleverd. "'Slingerklokje moest wel snorren -- pikken -- wilde zich niet schikken -- klokken -- klokken -- slingerklokken -- moeten snorren -- zachtjes snorren -- klokken luiden luid kling klang -- Hing en Hong en Hang -- Poppenmeisje wees niet bang'". Tegelijk zit dit schijnbaar kinderlijke verhaal vol dubbele bodems: satire op het koningschap en het oorlog voeren, gedaanteveranderingen en identiteitswisselingen in het verglijdende continuüm van pop, automaat en mens. Een stuk wereldliteratuur om opnieuw te ontdekken. [Erik de Smedt]
Theo Vos
Hoffmann (1776-1822) gold in zijn tijd, de late Duitse Romantiek, als zeer modern schrijver. Baudelaire bewonderde hem, Poe werd door hem beïnvloed. Goethe vond zijn oeuvre ziekelijk; Heine noemde het een 'angstschreeuw in 20 delen'. Voor deze bundel vertaalde Anton Haakman (voortreffelijk overigens) o.a. de drie verhalen die Offenbach voor zijn opera 'Les Contes d'Hoffmann' gebruikte en het sprookje dat ten grondslag ligt aan Tsjaikovski's 'Notenkraker'. Het langste verhaal, 'Het Majoraat', gaat over een brute moord uit het verleden die in een oud kasteel de sinistere achtergrond vormt voor de liefde tussen een gevoelige jongeling en een barones. 'De mijnen van Falun' is op een reële anekdote gebaseerd: op zijn huwelijksdag raakt een jongeman in de ban van de mijnkoningin die hem ondergronds meesleept. Vijftig jaar later identificeert zijn inmiddels bejaarde vrouw het in perfecte staat verkerende lijk. Meeslepende griezelverhalen voor bij de centrale verwarming, waarin de alledaagse realiteit verontrustend ontspoort in verschrikkelijke waanzin. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.