Van Dale junior spreekwoordenboek : wat betekenen onze spreekwoorden?
Wim Daniëls
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Het Spectrum, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : * 844.6 DANI |
31/12/2004
Een uitgave die op een boeiende en aangenaam leesbare manier een beeld geeft van de veelzijdige vormen die jongerentaal kan aannemen; een beeld van de mobiliteit van een taalgebruik dat zich beweegt en ontwikkelt buiten de standaardtaal. Het is uitgegroeid tot een overzicht van de geschiedenis van de jongerentaal van de laatste honderd jaar. De vele voorbeelden -- in vele gevallen zelfs uitgebreide lijstjes -- zijn vooral gericht op wat in Nederland terzake voorkomt, maar in deze uitgave is er toch ook aandacht voor de Vlaamse jongerentaal. Het gaat om nieuwe woorden, combinaties van woorden, vervormingen van zinsbouw, uitspraak en spelling. Vaste regels zijn er niet, maar wel vele zelfs regionaal gebonden en wisselende variaties. De hoofdbedoeling van deze taalvormen die jongeren zich aanmeten, bestaat erin de eigen identiteit te bevestigen. Kenmerkend is de speelsheid en de flexibiliteit die vooral ook erg trendgevoelig zijn.
Het boek is geordend rond vele aspecten van dat taalgebruik, o.a.: studenten- en schooljongenstaal, bakvissentaal, de taal van nozems en 'artistiekelingen', het 'hippisch', sms-taal en msn-taal, straattaal en ook 'Murks', een combinatie met het Marokkaans, Turks of -- zeker in Nederland -- ook met het Surinaams... Bijzonder belangrijk is dat de auteur heel wat oudere en nieuwere uitgaven vermeldt en daarop zijn visie geeft. Een verhelderend facet van deze uitgave. [Guido Goedem]
Redactie
Jongeren gaan speelser en flexibeler met taal om dan volwassenen, ze durven eerder nieuwe woorden of woordcombinaties te gebruiken. Ook gebruiken ze taal, net als kleding en muziek, om zich te onderscheiden van anderen. Met name na 1980 ontstonden er vele subculturen, zoals hiphoppers, skaters, computerfreaks, gothics, met eigen gewoontes en een eigen taal. Daniëls geeft een overzicht van de jongerentaal vanaf 1900, het ontstaan, de algemene kenmerken en de stromingen, met veel voorbeelden, inclusief Duitse en Vlaamse varianten. Aan de orde komen o.a. de studententaal rond 1900 (ploert = niet student), rond 1950 (verdomd, mieters) en nu (betonnen erectie = studentenflat), de bakvissentaal uit de jaren twintig (jolig, zalig), het 'hippisch' uit de jaren zestig, zeventig (weetjewel, te gek), jeugdturbo (aso, ordi), de eightees (gaaf, chillen), rapwoorden, sms-taal (w8 ff), smiley's, murks (imitatie allochtoons), straattaal (da pen = gevangenis, cella = mobieltje), en de taal van 2004 op een aantal middelbare scholen. Vlot geschreven, toegankelijk, leuk en boeiend boek voor een breed publiek dat laat zien hoe springlevend en veranderlijk (jongeren)taal is. Auteur en taalkundige Wim Daniëls schreef al vele boeken over taal. Luchtige typografie en tekeningetjes.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.