De sirkelbewoners : een model
Sybren Polet
3 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Volume | Plaats in de bib |
---|---|---|---|
Magazijn |
Wereldbibliotheek, 2004-2005 |
2 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : POLE |
Magazijn |
Wereldbibliotheek, 2004-2005 |
3 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : POLE |
Magazijn |
Wereldbibliotheek, 2004-2005 |
1 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : POLE |
31/12/2005
Het tweede deel van Sybren Polets autobiografie begint met het sterven van zijn moeder: met alle voorbehoud dat hij tegenover haar heeft een onsentimenteel, maar doorvoeld afscheid. In de tijd bestrijkt dit deel de periode van 1968 tot het begin van de jaren '80. Het is een tijd waarin meer het politieke dan het speelse aspect domineert, een periode van een ándere bewustwording. Het besef groeit "dat de meesten van ons zich uit geestelijke luiheid langzaam maar zeker hadden uitgeleverd aan politieke vanzelfsprekendheden die geen vanzelfsprekendheden waren en die het ook nooit hadden mogen worden". De schrijver neemt deel aan protestdemonstraties, leest veel non-fictie en moet zich her en der verantwoorden voor de experimenterende vorm van 'kritiese' literatuur die hij beoefent. Polet is een voorstander van vérgaande democratisering, maar wijst het schrikbeeld van volledige gelijkschakeling en culturele nivellering af. Hij ziet met lede ogen hoe het democratiseringsproces tirannieke trekken begint te vertonen, en er in discussies geen plaats meer is voor complexiteit en genuanceerdheid. Toch blijft hij zich met de Vereniging van Letterkundigen inzetten om de positie van de schrijver te verbeteren. Op persoonlijk vlak maakt hij twee keer een zware depressie door. Met zelfspot beschrijft hij hoe hij boekhouder wordt van zijn slapeloosheid, met ironie hoe de psychiater zijn patiënt nauwelijks kan bijbenen. Op literair vlak vernemen we heel wat over de genese van De sirkelbewoners, Mannekino, De geboorte van een geest en Xpertise of De experts met het rode lampje. We krijgen indringende portretten van de eerste doden onder de Vijftigers, Paul Rodenko en Hans Andreus. Ook de bescheiden vader, die tijdens zijn laatste levensjaren in het bejaardentehuis droge humor ontwikkelt, wordt met veel sympathie herdacht. De futloosheid tijdens de restauratie in de jaren '70, met zijn afkeer van experiment, isoleert Polet, die noodgedwongen besluit verder te schrijven zonder te publiceren. "Ouder worden: je beperkingen leren kennen, maar ook: je beperkingen ongedaan leren maken, waaronder beperkingen die anderen je hebben opgelegd of aangepraat".
Expliciet en impliciet bevat 'deel 2' van Een geschreven leven veel scherpzinnige tijd- en maatschappijkritiek, o.m. over de aanhoudende folteringen in de wereld, de uniformering van de kleding, het gebrek aan creativiteit bij de televisie. Daarnaast zijn er opnieuw diepgravende reflecties over de verhouding buitenwereld -- binnenwereld, het reële existeren als literair personage en (heerlijke bladzijden!) over de hond "die de mens bezit" en "een van de meest komische en vertederende dieren" is. De talrijke dromen die worden naverteld en vaak ook geanalyseerd konden mij minder bekoren. Prachtig echter is het reisverslag over Amerika (1978), dat de betoverende weidsheid van het landschap contrasteert met de geluidsmanie en andere gebreken van de Amerikaanse civilisatie. Hoewel je Polets beslissing "persoonlijke relaties buiten mijn geschreven leven te houden" kan betreuren, is ook dit deel een levendig zelfportret en een facetrijk tijdsbeeld. [Erik de Smedt]
31/12/2006
In de jaren '80 en '90 woonde Sybren Polet nog wel in Nederland, maar was hij een groot deel van de tijd op reis. Het derde deel van de autobiografie bevat dan ook reisindrukken van o.m. de Verenigde Staten, Mexico, Indonesië, Thailand, Chili, Peru, Kenia, Namibië, Australië en Nieuw-Zeeland. De Polets zijn avontuurlijke reizigers; in de VS hebben ze een motorhome, elders maken ze lange voettochten, mengen zich tussen de inlandse bevolking, trekken op safari. De schoonheid van het ruwe landschap (de woestijn, Death Valley) of een sprookjesachtig bouwwerk als de Taj Mahal wordt indringend opgeroepen, de observatie van dieren (apen, olifanten, vogels) zorgt voor opmerkelijke bladzijden. De soms hilarische kwellingen van de toerist door de inhalige en opdringerige Indonesiërs tonen een ander facet van een in de literatuur met de aura van melancholie en onschuld omgeven land. Alles in een meesterlijke stijl beschreven, zonder één overbodig woord, zakelijk en toch bevlogen. In eigen land zijn de ervaringen bitter: de in ongenade gevallen schrijver Polet leidt een soort post-mortemexistentie. Zijn werk wordt doodgezwegen, past niet meer in de conventionele tijdgeest. Het Fonds voor de Letteren, dat hij zelf in het leven heeft helpen roepen om auteurs onder aanvaardbare voorwaarden te laten werken, dreigt hem financieel in de kou te laten staan. De eens zo vernieuwende uitgeverij de Bezige Bij vaart een andere koers en ziet uitgave van zijn andere proza niet meer zitten. Een criticus die ooit met revolutionaire en vernieuwende ideeën heeft gekoketteerd, ontpopt zich tot een venijnige bestrijder van Polets werk. De schrijver werkt aan zijn magnum opus De hoge hoed der historie, waarin de cirkel van zijn fictie zich opnieuw, dit keer historisch, verwijdt. Hij voltooit ook zijn grote studie over De creatieve factor. Hij doet aan persoonlijke meditatie (oefeningen in niet-denken), noteert talrijke dromen, die bij hem een uitgesproken narratief karakter hebben. Hij voelt zich opgenomen in de 'tijdwisselstroom', ziet zich als "een tussenmens, behorend tot een soort die zijn definitieve vorm en aard nog niet heeft ontwikkeld". In dit laatste deel is een gelouterd en onthecht man aan het woord, die met herwonnen zelfvertrouwen en even gedreven voortbouwt aan zijn veelzijdige oeuvre. Iemand die niets van zijn strijdbaarheid heeft verloren, getuige de kanttekeningen bij de alomtegenwoordigheid van 'muziek' overal ter wereld, tot in boeddhistenkloosters toe, en de ontmaskering van de tamagotchi-rage. De bibliografie achterin vermeldt een dichtbundel, een roman, een verhalen- en een essaybundel in voorbereiding. [Erik de Smedt]
J.F. Vogelaar
''Een geschreven leven'' is een passende titel voor de terugblik van iemand die een schrijversleven van een halve eeuw achter de rug heeft. Toch speelt zich een belangrijk deel van het eerste van de drie aangekondigde delen af in een jeugd waar in het gereformeerde milieu wel het woord, maar minder de literatuur een belangrijke rol speelde. Polet (1924) vertelt over zijn vroege jeugd in Kampen, voor, tijdens en na de oorlog – daarna wordt het een schrijversleven in Amsterdam, waarvan het begin samenviel met de experimentele beweging van de Vijftigers. Dit deel gaat tot aan begin jaren '60 en daarvoor put Polet rijkelijk uit eigen werk, soms met citaten, zodat men de leerjaren kan volgen tot die in poëzie, sprookjes en romans uitmonden. Het is de geschiedenis van een eenling, maar wel een die ook toen hij jong was niet alleen naar zichzelf, maar ook goed naar zijn omgeving gekeken heeft. De autobiografie is daarom tot op zekere hoogte ook geschiedschrijving van een inmiddels bijna verdwenen periode.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.