Als zoveel schelpdieren : gedichten
Herman J. Claeys
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Artus, 2004 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : TAALKUNDE : NEDERLANDS 847 CLAE |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Artus, 2004 |
VOLWASSENEN : LEESZAALWERK : * 847 CLAE |
31/12/2002
Een publicatie als deze valt moeilijk te beoordelen. Ik heb een enorm respect voor het jarenlange noeste wroeten wat dit moet hebben gekost, maar waar ik wel een probleem mee heb is het hybridische karakter ervan. Ik bedoel: je krijgt hier een met taaie volharding bijeengebracht corpus van deels puur dialectische woorden (Brugs, Aarschots...) en anderzijds woorden die je als 'Algemeen Vlaams' zou kunnen bestempelen. Wat de Vlaanderse, Brabantse (met inbegrip van Antwerpen natuurlijk, al horen ze dat hier niet graag) en Limburgse dialecten betreft, zijn we al genoegzaam voorzien van gespecialiseerde idiotica. Claeys is gedoemd om op deze terreinen incompleet te blijven. Zo mis ik een paar lievelingswoorden uit mijn gekoesterde jeugddialect, het Leuvens. Wel trof ik buzze geive aan, en ook sjèt, pjèd, vagger, tefrent en uchel. Maar helaas niet pessem, stesselen en vejnger. En dan te bedenken dat ik met dat laatste woord indertijd mijn moeder zo op stang kon jagen! Ik mis ook de vliegende spetter uit Gent en het onbetaalbare en onvertaalbare Limburgse kroëzen. En bij mijn weten is de voornaamste betekenis van zwatelen, ook in Oostende, "ratelen, leuteren, kletsen, zwetsen", terwijl een Gentse koeketiene niet alleen een minnares of bijzit is, maar ook een smakeloos-kitscherig opgetut vrouwmens, meestal van ietswat rijpere leeftijd. Flok, dat "slap en krachteloos" zou betekenen (waar?), gebruikten wij in Leuven halfweg de jaren '60 als synoniem voor "tof, knap": "Da's e flok mokke".
Toegegeven, dit alles is frikkerige detailkritiek. Wel blijft de vraag of het niet zinvoller ware geweest de echte dialectwoorden aan de Kortrijkse, Oudenaardse, Vilvoordse e.a. specialisten over te laten en een woordenboek samen te stellen dat uitsluitend zou bestaan uit niet-algemeen Nederlandse woorden die in heel Vlaanderen of grote delen ervan gangbaar zijn. Keuze te over: caoutchou(c) botten, sacoche, tas, camelot, ceintuur, hutsekluts, klefferen, zever, zwans... Een laatste opmerking: veel woorden worden geografisch te eng gesitueerd. Zo zijn kokeneten, konterverkeerd en vossen echt wel ruimer verspreid dan alleen in het Antwerpse. Al is het ook wel zo dat dit alles in beweging is, dat dialecten de laatste vijftig jaar allang niet meer statisch, honkvast zijn, dat er uitzwerming en conformering is.
Wie op zoek gaat naar woorden als tsjiepschijter, vivelamoer en wurtelère of zwaantje, kan niet aan deze uitgave voorbijgaan. [Wilfried Adams]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.