De ibis en de dood : een detective uit het Oude Egypte
Klaas A.D. Smelik
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Acco, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 903.5 SMEL |
31/12/2004
In de Tora staat duidelijk dat God van het volk Israël verwacht dat het een heilig volk zal zijn: 'am kadosj', waarbij wij moeten bedenken dat het Hebreeuwse woord voor 'heilig' eigenlijk 'afgezonderd' betekent: afgezonderd van het alledaagse, afgezonderd van de meerderheid, afgezonderd voor een specifiek doel.
"Op deze wisselwerking tussen de Joodse geschiedenis en de omgeving ligt in dit boek een bijzondere nadruk, omdat hier het raakvlak ligt met de algemenene geschiedenis. Maatschappelijke achterstelling, beroving, verkrachting, verdrijving en moord... In de algemene beeldvorming lijkt de geschiedenis van het Joodse volk één grote en langdurige tragedie: een geschiedenis van louter tranen. Dit is echter een grove vertekening: de Joodse cultuur heeft niet alleen in tijden van tolerantie gebloeid, maar ook in tijden van vervolging".
Het Midden-Oostenconflict blijft onbegrijpelijk, aldus Smelik, als men niet op de hoogte is van de geschiedenis van het joodse volk in de diaspora en de houding van de islam tegenover de joden. Juist door de politieke actualiteit van de problemen rond het Midden-Oosten en het in Europa weer ontluikende antisemitisme is het van groot belang zo zorgvuldig mogelijk en objectief te werk te gaan. Belangrijk is het om te begrijpen wat er gebeurd is, ook als het gaat om gebeurtenissen die elk begrip te boven gaan, zoals de shoah. Daarom blijven waardeoordelen hier beter achterwege: de feiten spreken voor zichzelf.
Volgens de auteur gaan de wortels van de shoah terug naar de 19e eeuw, naar het Duitse en Oostenrijkse antisemitisme. In de beleving van sommigen, zowel joden als niet-joden, heeft het antisemitisme zo lang bestaan als er een joods volk bestaat. Men ziet dan een rechte lijn lopen van Haman naar Hitler. Dit is volgens Smelik echter onjuist. Er was nauwelijks sprake van antisemitisme in voorhistorische heidense tijden. De Romeinen hadden respect voor 'exotische' godsdiensten.
Een ander thema dat de auteur aansnijdt, is dat van de dood van Jezus. Van de vroegste periode werd het christendom sterk bepaald door een anti-joodse houding. Jezus zou door de joden zijn vermoord; later kwam er de beschuldiging van godsmoord bij. Veralgemenend wordt dan gezegd dat 'het' christendom schuldig is aan de jodenvervolging. Toch is dit niet de goede redenering, schrijft Smelik, want waarom hebben anders in België rooms-katholieken, in Nederland protestanten, zich actief ingezet bij het redden van joden uit de handen van hun vervolgers?
Het antisemitisme dat geen religieuze achtergrond heeft, is dan weer een product van de 19e eeuw en is gebaseerd op het toen algemene racisme. Men keert zich niet zozeer tegen het jodendom als wel tegen de joden. Het woord 'antisemitisme' werd bedacht door een atheïst, Wilhelm Marr (1818-1904). In zijn oordeel speelde niet de joodse godsdienst een rol, maar de bijzondere kenmerken van de joodse 'stam'. Hij kwam tot het besluit: "Dit mengsel van allerlei menselijke rassen, zoals niet alleen door de wetenschap maar ook door de eigen traditie der Joden (Jesaja, Jeremia, Ezechiël) wordt aangetoond, is niet verenigbaar met de Germaanse elementen in zuivere zin".
De auteur is een Nederlander, van calvinistische huize. Hij mist daarom enige empathie met de gevoeligheid van de Zuidelijke Nederlanden. De grote humanist Juan Vives komt niet in beeld, de enorme rol van Brugge en Antwerpen, met een duidelijk joodse invloed in handel en wetenschap, worden niet evenredig naar waarde geschat, des te meer wordt het noodlottige jaar 1585 triomfalistisch onderstreept. Dat in Amsterdam onderduikende katholieken elkaar opzochten in de zolderruimte van Onze-Lieve-Heer-op-Zolder wordt dik in de verf gezet, maar geen woord over de onderduikgemeente in het hart van Antwerpen rond Jacob Jordaens. Maar deze randbemerkingen nemen niet weg dat Herleefde tijd een zeer geslaagde, overzichtelijke en aangrijpende 'joodse geschiedenis' is, waarin Smelik heel wat misverstanden rondom jodendom en Israël uit de weg weet te ruimen. [Frans L. Van den Brande]
Hanna Blok
Het joodse jaar 5764 valt voor een groot deel samen met het jaar 2004. Volgens die telling is het nu 5764 jaar geleden dat de wereld werd geschapen. Smelik is hoogleraar oudtestamentische vakken in Brussel. Verdeeld over zestien hoofdstukken, schreef hij een omvangrijke en begrijpelijke samenvatting van de vele eeuwen joodse geschiedenis. In hoofdstuk 2, 'Geschiedenis in vogelvlucht', geeft hij van elk hoofdstuk een beknopt overzicht, zodat de lezer zich snel kan oriënteren. Zijn beschrijving in historische volgorde begint bij de Babylonische ballingschap, een beslissende periode voor de identiteit van de ballingen uit Juda die zich van toen af 'joden' noemden. Verder onder meer joden onder de Islam; Middeleeuws christelijk Europa, waar ook toen de joden al als afschrikwekkend werden voorgesteld en leden onder gedwongen bekeringen. Hoofdstuk 10: 'Op weg naar coëxistentie' beschrijft de situatie in de Nederlanden 1585-1796 waar zowel de bedreigde joden uit Spanje als later ook die uit Duitsland en Polen zich konden vestigen. Tenslotte Shoah, de Staat Israël, zionisme en postzionisme. Op de vraag of men werkelijk kan spreken van een specifieke 'joodse geschiedenis' antwoordt Smelik bevestigend. Voor een breed publiek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.