Wannes : hier is hem terug
Dree Peremans
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
EPO, 2006 |
785.9 PERE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
EPO, 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 785.9 PERE |
31/12/2009
Volksmuziek heeft de laatste tijd een nieuwe adem gevonden door gebruik te maken van de mogelijkheden van de moderne muziektechnologie en nieuwe tendensen te integreren. Naast vlot ontspannend of het gebruik van minder klassieke muziekinstrumenten en vocaal klankspel, is er ook nog altijd het volkslied met een boodschap. Laïs, Gorki, Raymond van het Groenewoud zijn allen vertegenwoordigers van de nieuwe varianten van folk. Met Naar de bronnen van de folk wil Dree Peremans de bronnen van de moderne varianten van de volksmuziek aankaarten.
Een poging tot een definitie van volksmuziek moet de weg vrijmaken voor een kennismaking met de drie W's: Walter De Buck, Willem Vermandere en Wannes Van de Velde. Maar noch de zoektocht naar een 'passende' definitie noch de summiere biografie van de drie W's levert een pasklaar antwoord op. Volksmuziek, opwellend uit een groep of georkestreerd door een zanger of muzikant die gebruik maakt van het 'traditionele' of volkse repertoire, is een genre met een ruim interpretatieveld. Ook in de volksmuziek is er de gekuiste en de straatversie, die al dan niet jaren later weerstand oproept om opnieuw gebracht te worden, aangezien de tijdscontext lang niet meer dezelfde is.
In de nevelen van de geschiedenis wordt een selectief overzicht aangeboden van belangrijke figuren in de volksmuziek. Verzamelaars van volksliederen, uitvoerders en volksmuzikanten met een belangrijk oeuvre komen aan bod, soms summier, soms met een aantal voorbeeldstrofen. De bron wordt gelegd in 1544, wanneer in Antwerpen bij drukker Jan Roulans een liederenbundel verschijnt, tegen de droefheid en de melancholie. Bekende figuren als de Gentse Karel Waeri staan naast erudiete auteurs als de Van Duyses of andere nu alleen nog lokaal herdachte studaxen als een pastoor Bols uit Werchter. De invloed van de zuivere volkszanger, die zijn liedjes op vliegende blaadjes te koop aanbood om zo te kunnen leven, of de rol van het café-chantant komen slechts terloops aan bod, hoewel ze voor het volkse aspect van de volksmuziek veel belangrijker geweest zijn. Alleen de zangers die hun materiaal te boek stelden en de studaxen hebben het natuurlijk gemaakt voor de snellere historiografie.
Gelukkig, maar toch wat te summier, geeft de auteur ook de tijdsgenres mee, de mode om folksongs te maken in het Frans, Duits of Engels, naargelang de geopolitieke en culturele uitstraling die dat in de eerste driekwart van de 20e eeuw heeft, bekende chansonniers navolgend. In de 19e en 20e eeuw is de studie van de volksmuziek ook verbonden aan de Vlaamse Beweging. Hoewel de aandacht voor de volksmuziek een Europese beweging was, heeft ze in Vlaanderen een bijkomende politieke bodem. Het in 1964 opgerichte Vlaams Dansarchief wil zowel de heimatgebonden dansen als de daarbij benodigde muziek en liedjes bewaren. Zij zijn nog de gangmaker om in een bepaalde soort Vlaamse groepen deze Vlaamse cultuur natuurgetrouw weer te geven. Historisch gezien was het dan ook zeer handig geweest om het volksinstrumentenmuseum in Gooik in dit parcours op te nemen, als een soort van interludium.
Het historiografisch luik is een persoonlijk parcours van de auteur. Voor andere elementen verwijst hij graag naar de informatie op de website www.folk.be, de initiële titel van zijn zoektocht in volksmuziekland. De lezer mag zelf op zoek naar het verschil. Gesprekken met stichter-hoofdredacteur Piet Chielens van het vroegere folktijdschrift 'Gandalf' en met de leden van de groepen Rum, Laïs en Kadril moeten dat mogelijk maken. De indrukken van een folkverantwoordelijke op de staatsradio op wat hij nu zelf als folk beschouwt, geven een inleiding tot deze muziekstroom, met talrijke aanknopingspunten, maar zonder duidelijke verhaallijn of synthese. De tijdslijn is dan ook maar alleen een aanknopingspunt. We wachten op een folky vervolg. [Harry Van Royen]
Redactie Vlabin-VBC
Oud-VRT-journalist Dree Peremans wil de bronnen van de moderne varianten van de volksmuziek aankaarten. Hij biedt een persoonlijk getinte selectie van omschrijvingen, onderwerpen en belangrijke namen. Voor- en achteraan lange interviews met resp. 'de drie grote W's' (Willem Vermandere, Walter de Buck en Wannes van de Velde) en drie belangrijke folkgroepen (Rum, Kadril en Laïs). In het historiografische middengedeelte komen verzamelaars van volksliederen, componisten en volksmuzikanten aan bod, soms summier, soms uitgebreid (bv. Jan Frans Willems, Karel Waeri en Florimond van Duyse). De auteur baseert zich vooral op geschreven bronnen. Minder aandacht gaat bv. naar de zuivere volkszanger, die zijn liedjes op vliegende blaadjes te koop aanbood, of de rol van het café-chantant. De auteur schrijft vlot en haalt diverse zaken aan, maar had duidelijk meer eenheid en systematiek in zijn boek kunnen stoppen. Het boek is geïllustreerd met foto's, partituurfragmenten en veel liedjesteksten, en eindigt met een tijdslijn, eindnoten, bibliografie en namenindex.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.