Wielóóóch : over een bijzondere vriendschap in oorlogstijd
An Van 't Oosten
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : OOST |
31/12/2004
Ook in jeugdboeken over oorlog gaat het vaak om bombardementen, granaatontploffingen, mitrailleurgeknetter en geweervuur en om de ellende die dat allemaal teweegbrengt bij soldaten en burgers. Dat lawaai valt ook in De oorlog van Sophie van An van 't Oosten te horen. Het boek speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland en gaat in op het dagelijkse leven in een land dat zucht onder het oorlogsgeweld. De kleine Sophie laat de lezer in haar ikverhaal in de tegenwoordige tijd meebeleven hoe mensen in een doodgewone Nederlandse stadsstraat de oorlog proberen door te komen.
Bij het begin van het boek is Sophie zo klein dat ze "de letter nog niet kan uitspreken", en bij de bevrijding is ze nog geen zes. Wel is ze pienter, nieuwsgierig, bij de pinken... Ze leert snel hoe ze in die zenuwslopende maanden teveel aanvaringen kan vermijden met volwassenen die het ook niet meer zien zitten. Ze luistert naar wat die onder elkaar vertellen en fantaseert erop los. Soms is ze een flapuit, een dondersteen voor haar moeder, maar ze kan ook zwijgen over zaken die de gestresseerde volwassenen nog meer overstuur zouden maken. Ze heeft het niet makkelijk met de grote mensen, die op de rand van een zenuwinzinking leven in de verschrikkelijke hongerwinter tijdens de laatste oorlogsmaanden boven de Moerdijk. Ze is bang voor de vliegtuigen en de raketten, ze heeft vaak niets te eten, haar kleren zijn niet warm genoeg en haar schoenen zijn stuk, het is ijskoud in huis en haar moeder en haar kleine broertje zakken weg in ziekte en apathie... Maar toch is haar leven niet triest, ze blijft vrolijk spelen in de ruïnes, ze sleept met haar poppenwagen een blok hout van de tramrails mee naar huis, ze is blij met een beschimmelde broodkorst die ze uit het konijnenhok van een zwarthandelaar heeft gepikt, ze zorgt voor haar moeder en kleine broertje en ze gelooft er rotsvast in dat haar naar Duitsland gedeporteerde vader terug thuiskomt.
De wereld van amper zestig jaar geleden waarmee Sophie ons hier kennis laat maken, verschilt hemelsbreed van de wereld waarin kinderen vandaag opgroeien. Dat is niet uitsluitend het gevolg van de oorlog, die verschijnselen meebrengt als: afweergeschut, te vroeg ontploffende V2-raketten, bombardementen, voedselbonnen, massieve fietsbanden, majo-noodkacheltjes, een knijpkat, het in elk huis aanwezige hakblok voor aanmaakhoutjes, stamppot van bloembollen... Het gewone burgerleven in die dagen was ook gewoon anders dan vandaag: mensen sliepen nog vaak in een alkoof, je kon nog heet water en vuur kopen bij de water- en vuurbaas, gezinnen gingen elke zondag op bezoek bij de grootouders, moeders sneden met een groot mes het brood tegen hun borst, men at bonen uit het vat en een appel was nog een lekkernij, over geboortes werd zo geheimzinnig gedaan als over exotische ziektes, een klap was nog een geaccepteerd pedagogisch middel... Alleen al om de suggestieve en duidelijke beschrijving, doorheen het verhaal, van het gewone leven tijdens de Tweede Wereldoorlog, verdient dit boek ruime belangstelling. Men kan het met recht en reden een cultuurdocument noemen. Ook van de mensen in de oorlogsjaren in Nederland tekent de schrijfster een duidelijk beeld: ze confronteert de gewone en machteloze burgers met de verraders, de zwarthandelaars, de ennesbeejers (NSB'ers), de oplichters, de overvallers en dieven die van de gelegenheid gebruik maken... maar ook met al die mensen die elkaar hielpen, die solidair waren... Ze laat de lezer ook de Duitse bezetter zien met al zijn machtsvertoon, met zijn pesterijen (taptoe om acht uur 's avonds, verplichte inlevering van radiolampen en alle metalen huishoudvoorwerpen, bevel alle postduiven te doden en ring en een poot af te geven...), ook met de wreedheid (mensen uit hun huizen zetten in het spergebied, jongelui deporteren naar de Duitse fabrieken, jacht maken op joden en onderduikers...).
Bij al die beschrijving en evocatie van oorlogsleed vergeet de schrijfster niet haar boek ook spannend te maken. Er is niet alleen de angst om de bommen en raketten, de onzekerheid over Sophies vader, maar daarnaast is er ook het gevaar voor het kleine meisje dat meer dan eens in contact komt met personages die het de vijand moeilijk maken. En dan is er nog de vraag of het kleine broertje, dat bij gebrek aan voedsel wegkwijnt, het zal overleven, en of moeder, die stilaan wegzinkt in geestelijke en lichamelijke uitputting, het einde van de oorlog haalt.
Het boek heeft vaart en humor. De schrijfster hanteert een heldere stijl met korte zinnen. De dialogen klinken authentiek en in haar gedachten is Sophie een intelligent kind dat scherp observeert en daaruit haar kinderlijke maar vaak scherpzinnige conclusies trekt. Grappig zijn de vaak verdraaide oorlogsliedjes die ze bij het spelen zingt. Ook al gaat het hier om de visie van een klein meisje op een verschrikkelijk oorlogsjaar, toch blijft het boek boeien van pagina tot pagina. De lezer wordt in het verhaal naar binnen gezogen en met de personages kijkt hij met angst en hoop uit naar het bevrijdende einde van de maanden durende nachtmerrie.
Al werd België eerder dan Nederland bevrijd, waardoor het de verschrikkelijke hongerwinter bespaard werd, toch was de toestand in ons land in heel veel opzichten identiek aan die in Nederland. Daardoor is dit boek ook bijzonder interessant voor al wie zich de oorlog nog herinnert én voor al diegenen die iets meer willen weten over het toch nog recente verleden van hun land. Fragmenten uit dit boek werden tien jaar geleden al als afzonderlijke verhalen gepubliceerd. [Herman De Graef]
Monique Luijben
De kleine Sophie woont in het westen van Nederland als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Ze ziet de wereld om haar heen veranderen: haar vader wordt opgepakt tijdens een razzia, er zijn luchtaanvallen en de hongerwinter brengt veel ellende met zich mee. Toch blijft de ondernemende Sophie door haar spel, zang en fantasie een dapper en vrolijk kind. Ontroerend verhaal, dat vooral door het beeldende taalgebruik een rake typering geeft van het alledaagse leven in de oorlog, gezien vanuit een ca. 4-6 jarig kind. Onbekende woorden worden via voetnoten verklaard. Gedrukt in een prettig leesbaar lettertype. Het ontbreken van illustraties is geen gemis, want het geheel is bijzonder filmisch neergezet. De naïef aandoende illustratie op de harde kaft is niet uitnodigend en doet daarmee de inhoud geen recht aan. Dit aangrijpende verhaal voor ca. 10 jarigen is ook goed bruikbaar als (voor)leesboek bij oorlogsprojecten op school.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.