Op het randje
Mikael Engström
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Goor, cop. 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ENGS |
31/12/2004
De jongerenroman Tobbe heeft alle ingrediënten voor een somber, hard en pessimistisch boek. De wereld van Tobbe en zijn leeftijdgenoten is er een van drank en knokpartijen in een Zweedse armoedige buitenwijk tijdens de jaren '70. De 12-jarige Tobbe heeft zijn moeder verloren en probeert nu met zijn vader, die oude films in het plaatselijke bioscoopzaaltje draait, te overleven -- meestal op ravioli uit blik. Zijn vriend Lars heeft een vader die altijd dronken is, terwijl zijn moeder vlucht in een poetsmanie. Dan is er nog de jongere Ola, die als bezeten ijsstokjes verzamelt, en die moet leven met een overbezorgde moeder, nadat zijn oudere broer na een aanrijding met een bus als gehandicapte in een instelling is beland. Tobbe en de andere jongens van de Rentmeesterweg verkeren in voortdurende staat van oorlog met enkele jongens van de Bosjesweg. Als ze in elkaars handen vallen, zijn de knokpartijen niet van de lucht en sneuvelen o.a. tanden en neuzen. Daarenboven is het favoriete speelterrein van deze jongens een immense, troosteloze, grauwe schroothoop. Ook al schrik je eerst van deze troosteloze wereld, toch weet de auteur de lezer al gauw te fascineren en zorgt hij ervoor dat er voortdurend plaats is voor 'lucht' en 'licht' in deze allesbehalve sombere roman! Humor en waanzin liggen hier dicht bij elkaar, maar de auteur laat de humor duidelijk overwinnen. Ook al zijn deze jongens echt geen doetjes, en vloeien er geregeld echt bloed en echte tranen, toch weet de auteur hun zwakke kantjes te vinden, en raak je als lezer door hen gecharmeerd of toch minstens geïntrigeerd! De manier waarop de jongens 'het andere geslacht' ontdekken (vnl. in gestolen pornoboekjes) is herkenbaar en grappig. Ten slotte probeert ook Tobbe zelf zijn leefwereld te relativeren door de gesprekjes doe hij 's avonds vanop de vensterbank met zijn gestorven moeder voert. Niet alleen háár stelt Tobbe gerust, ook de lezer krijgt het gevoel dat het allemaal nog wel meevalt. Bovendien zorgt de auteur voor een vrij verrassend slot en voor licht aan het eind van de tunnel. Klasse! [Karin Van Camp]
W. van der Pennen-Schleicher
Tobbe is er een van de Rentmeesterweg, net als zijn vrienden Lars en Ola en nog een paar stoere jongens. Zij liggen voortdurend overhoop met de jongens van de Bosjesweg. De gevechten gaan er niet zachtzinnig aan toe: ijzeren staven en zelfs een luchtbuks worden ingezet om de onderlinge strijd te beslechten. Op onderkoelde toon en met een flinke dosis humor wordt verteld over de bewoners van een buitenwijk ergens in Zweden. Niet alleen de jongens, ook hun familie, de mooie buurvrouw, de oud-strijder en de zwervende alcoholist zijn weergaloos mooi neergezet. Het zijn de kleine portretten, de talloze anekdotes die de sfeer bepalen. Er wordt meestentijds vanuit Tobbe verteld. Deze episodes worden afgewisseld met Tobbes innerlijke gesprekken met zijn overleden moeder. Met name daarin toont Tobbe zich een denker, die de wereld om zich heen observeert en van commentaar voorziet. Een verrassend verhaal dat mede dankzij de soepele vertaling boeit van begin tot eind. Winnaar van een Zilveren Zoen 2005.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.