Die Walküre; Akte 1
Richard Wagner
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NEDERLANDS 851.6 LUCE |
31/12/2005
Lucebert blijft ook na zijn dood een van de meest intrigerende figuren uit het Nederlandse dichtersgild. Niet alleen is er zijn plotse intrede in het literaire landschap; de beeldenstormer werd vrijwel meteen de 'Keizer der experimentelen', de voorman van een geheel nieuw type van poëzie, dat al snel de maatstaf zou worden voor vrijwel alle literaire debutanten. Daarenboven was Lucebert een ongeëvenaard dubbeltalent, die als beeldend kunstenaar in de kringen van Cobra minstens even succesrijk is geweest als als dichter. De talrijke studies die de jongste jaren over zijn werk verschenen, hebben overtuigend aangetoond dat dat 'geniale' talent niet van de ene dag op de andere is ontstaan, maar groeide vanuit een kennismaking met tal van vormen van poëzie (o.m. Duitse voorbeelden als Hölderlin en Hans Arp), met het surrealisme, met mystiek en kaballa, en andere vormen van esoterisme. Die brede interessesfeer confronteerde lezers en onderzoekers met een aantal lacunes uit de leerjaren van Lucebert; hoe lagen zijn contacten met andere kunstenaars en schrijvers, wat las hij, in welke kringen vertoefde hij? Peter Hofman (geboren in 1939, en dus in menig opzicht een 'tijdgenoot' van Lucebert) heeft zich jarenlang in die biografische achtergronden verdiept, en na een aantal deelstudies in tijdschriften verschijnt nu zijn boek over de jonge Lucebert. Een schat aan materiaal wordt hier voor het eerst samengebracht, en daarenboven weet Hofman een groot aantal nieuwe gegevens aan het licht te brengen. Luceberts familiale voorgeschiedenis, zijn moeilijke relatie met zijn vader, zijn Parijse jaren en zijn complexe liefdesleven krijgen hier voor het eerst reliëf. Uiteraard krijgen de controversiële oorlogsjaren de meeste aandacht; Lucebert ging eerst als arbeider naar Duitsland, om zich daar vervolgens voor de arbeidsdienst te laten afkeuren. Veel boeiender zijn echter de eerdere en de latere periodes, waarin met name zijn artistieke zoektocht in detail wordt getraceerd. Sporadisch (zij het toch relatief weinig) onderneemt Hofman daarbij uitstapjes naar het literaire werk, maar zijn boek is toch hoofdzakelijk een grondige reconstructie van Luceberts leven, jaar na jaar, overzichtelijk gerepertorieerd in kroniekvorm.
Dit is, met andere woorden, geen literaire biografie maar een documentatie, die daarenboven halt houdt op het ogenblik dat Lucebert zijn status heeft verworven, in 1954. Dat neemt niet weg dat deze studie bijzonder belangwekkend is en daarenboven goed leest. Het opmerkelijkst is echter het overvloedige illustratiemateriaal waarmee dit boek fraai is opgeluisterd; tientallen foto's, handschriften, gecalligrafeerde gedichten, kattebelletjes zijn mee opgenomen. De lezer wandelt zo niet alleen door het verhaal, maar ook door de tentoonstelling van een leven. Het monument dat Hofman voor zijn idool heeft neergezet, zal ongetwijfeld ook de literaire Lucebertstudie op nieuwe wegen sturen. [Dirk De Geest]
Hans Groenewegen
Lucebert (1924-1994) is uniek. Hij is een van onze belangrijkste dichters èn een van onze belangrijkste beeldend kunstenaars van de vorige eeuw. Hoewel zijn naam verbonden is aan de Vijftigers is zijn werk onnavolgbaar eigen, zowel in vinding als verwerking van internationale invloeden. Hij bleef een eenling. Hoewel hij zijdelings met Cobra in verband te brengen is, ontwikkelde hij in zijn schilder- en tekenkunst een eigen beeldtaal. Dit boek reikt van geboorte tot 1954, toen hij door een rel bij de uitreiking de Amsterdamse Poëzieprijs voorgoed de 'Keizer der Vijftigers' werd. Hofman bracht een schat aan onbekende vroege gedichten, brieven, beeldmateriaal en getuigenissen bijeen. Zijn boek is een rijke, schitterend vormgegeven 'fundgrube'. De grondige 'detectivearbeid' is de belangrijkste verdienste ervan. Hofman heeft een grote liefde voor Lucebert, maar hij heeft visie noch greep op de enorme literaire, kunsthistorische, filosofische en maatschappelijke reikwijdte van diens werk. Zijn boek biedt het voorwerk van een nog te schrijven biografie.
©Bibliotheek Gent
ob/kt/01 o
Peter Hofman beschrijft in 'Lichtschikkend en zingend: de jonge Lucebert' de jonge jaren van Lucebert (1924–1994), de Nederlandse dichter en schilder van De Vijftigers. Hofman schrijft boeiend over Luceberts jeugdjaren in een arm gezin in Amsterdam, over zijn vriendschap met Hans Andreus en de wording van de jonge kunstenaar, die zich noch door familiale tegenkanting, noch door de oorlogsomstandigheden liet weerhouden van zijn drang tot tekenen en schrijven.
Na de oorlog waren de ontmoetingen met Karel Appel en Gerrit Kouwenaar bepalend. Lucebert trad toe tot de Experimentele Groep en later ook tot Cobra. Met de bundel 'Apocrief, de analphabetische naam' vestigde Lucebert zijn naam als dichter. De roemruchte uitreiking van de Amsterdamse Poëzieprijs in 1954, waarbij Lucebert verkleed als keizer binnenschreed in het Stedelijk Museum, vormt het eindpunt van dit uitstekende boek, dat knap is geïllustreerd met foto's, schilderijen en boekcovers.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.