Kleine nachtverhalen
Kitty Crowther
Siska Goeminne (Auteur), Annemie Berebrouckx (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Afijn, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Fantaseren |
31/12/2004
Dit boek draait rond de fundamentele levensvragen "Waar komen wij vandaan?" of "Wie heeft mij uitgevonden?" Het kereltje Fred gaat de antwoorden op deze levensvragen in het heelal zoeken: "Hij trok zijn stoutste vleugels aan". Fred is behoorlijk gefrustreerd over zijn onwetendheid en hij herhaalt dat hij niet kan verdragen "dat er dingen zijn die ik NOOIT zal begrijpen". Uiteindelijk suist hij zo lang door het heelal, passeert maan, zon, poolster en melkweg en wordt bijna GEK van de oneindigheid ervan. En dan zien we Fred plots in een spleet in het heelal verdwijnen, en komt hij aan de andere kant in een ruimte van "wit licht en ijzige stilte". Daar ziet hij een vrouw, "ongelooflijk veel groter dan reusachtig", die lachend door een spleet in de wand van een doos kijkt. En plots heeft Jef geen vragen meer, "dat hoefde niet meer" en wordt hij door de vrouw terug door de spleet geduwd en tuimelt hij weer het heelal in, waarna hij naar huis vliegt, "overdonderd, verwonderd".
Volwassenen knopen aan het verhaal meteen begrippen als oneindigheid, God, zwarte gaten, ook al worden die niet expliciet vernoemd. Jonge kinderen doen dat niet automatisch, het prentenboek is minder toegankelijk dan de prenten van Annemie Berebrouckx zouden kunnen suggereren. Een kleine steekproef leerde me dat een zevenjarige huisgenoot het boek zonder hulp niet begreep en niet wist te waarderen, terwijl een tienjarige de meeste dingen wel kon interpreteren en het boek heel mooi vond. Maar zij en ik begrepen niet waarom Fred zich aan het begin van zijn reis afvraagt: "Wie heeft mij zo ongelooflijk slecht gemaakt?". Hoe moeten we deze vraag opvatten? Denkt Jef van zichzelf dat hij "ongelooflijk slecht" is, of vindt hij zich "ongelooflijk slecht gemaakt?" Wat het antwoord ook is, de gedachte blijft bevreemdend... Inhoudelijk komt het boek zwaarder over dan de vrolijke illustratiewijze van Berebrouckx op het eerste gezicht doet vermoeden. Haar heelal is heel knap en wijds, en ik vind de voorstelling van zwarte gaten als scheuren in het heelal waarin Fred "Rrrrrits" belandt heel origineel! [Karin Van Camp]
Ria de Schepper
Jef is een kleine jongen die zich vragen stelt over zichzelf ("wie heeft mij zo ongelooflijk slecht gemaakt?") en de wereld rondom hem. Hij trekt zijn stoutste vleugels aan en reist langs de maan en de sterren steeds verder het heelal in. Plots gaat hij dwars door de wand van het heelal. In een flits ziet hij licht in de duisternis en begrijpt hij alles. Vol verwondering reist hij terug naar huis. Dit filosofische prentenboek stelt dat je niet alles hoeft te begrijpen in deze wereld, maar dat verwondering voor het leven, voor onze wereld en voor het heelal belangrijk is. De paginagrote prenten hebben grove borstelsteken als basis zodat ze een uitgesproken reliëf krijgen. Daarop zijn collages en papierstrookjes met de tekst aangebracht. De korte zinnen zonder hoofdletters zweven als gedachten door de ruimte samen met Jef. In combinatie met het gebruikte perspectief en de kleurvariaties geven ze dynamiek aan het verhaal. Een origineel en verrassend prentenboek voor kinderen van ca. 5 à 8 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.