Meneer de dierendokter : de vier seizoenen van een dierenarts
Maarten Jagermeester
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Standaard, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : JAGE |
31/12/2005
Varkens zijn merkwaardig populair in de kinderliteratuur. Oscar probeert in de voetsporen te treden van zijn beroemde voorganger Babe uit de verfilmde bestseller van Dick King-Smith. De gelijkenissen zijn frappant. Waar Babe wordt opgeleid door een herdershond, is Oscar vanaf het begin bevriend met de hond Stereo. Zowel Babe als Oscar lopen hondenschool, bestrijden de misdaad en winnen een kampioenschap voor honden. Maar daar houdt de gelijkenis op. Oscars verhaal is niet meer dan een zoutloos afkooksel van dat van Babe. Toegegeven, Maarten Jagermeester schreef een lekker weglezend verhaal met een dosis humor, een vleugje spanning (dreigende varkenspest), een snuifje romantiek (een prille verliefdheid) en een informatieve injectie waar de jonge lezers slimmer van kunnen worden. Maar al deze ingrediënten worden voorspelbaar en inspiratieloos uitgesmeerd. Als Oscar laxeerpillen krijgt, poept hij de hele keuken onder (nu lachen!), Oscar wordt bedreigd door de varkenspest, maar natuurlijk loopt het goed af en vanzelfsprekend raakt Jasmine verliefd om de opschepperige jongen die tegelijk zo verlegen kan kijken. Wel een leuke scène is die waar Jasmine en haar vriendinnen, haar zus en haar ouders elkaar tegen het lijf lopen in de stal met elk hun geheim plannetje om Oscar te redden. Het sterkst is de auteur en dierenarts als hij het gedrag van dieren observeert. Alleen had hij de informatie af en toe minder opdringerig mogen verwerken.
De grote zwakte van dit verhaal steekt in de taal en de typering van de personages. Die spreken vaak een soort boekentaal die bij hen past als een tang op een varken. Ik hoor een kind nog niet meteen zeggen "Dat is niet moeilijk [...] het geluid dat uit de boxen schalde, overstemde alles". En nog minder een boer "Die Petrain-zeugen geven grote nesten maar hun moedereigenschappen en hun melkproductie laten dikwijls te wensen over". Gevoelens worden meestal nodeloos geëxpliciteerd of met clichés neergezet. De personages zeggen of vragen bijna nooit iets zomaar, maar altijd 'benieuwd', 'korzelig', 'schamper', 'wrang' of 'smalend'. Als mama hoort dat haar dochter een biggetje wil adopteren, staat er heel voorspelbaar: "Mama verslikte zich in haar koffie. Haar gezicht werd zo rood als een overrijpe tomaat". De tomaten zijn erg in, want enkele bladzijden verder krijgt ook het gezicht van de sympathieke Jelle "de kleur van een overrijpe tomaat". Als Jasmine de verwoeste keuken ziet, zijn de reacties van haar zus en van haarzelf overduidelijk "Ze trilde als een espenblad [...] Het was net of er een ijskoude douche over mijn lijf viel". En toen mams de keuken binnenstapte, "sloeg ze wit uit -- spierwit. Ze slaakte een vreselijke kreet die door merg en been sneed".
De toon is vaak nodeloos formeel of stijf: "en vulde de spuit met het gevraagde", "de steeds wederkerende klassieke vraag", "de natuur stond in het teken van ontwaken". Soms krijgt de lezer totaal overbodige uitleg "Shit! Dat betekent ongeveer hetzelfde als verdorie of verdomme". De auteur mengt ook taal uit Noord en Zuid. Zo vind je naast 'fauteuil' (in plaats van 'zetel') 'valiezen', 'kliniek' of 'oogjes trekken'.
Misschien is dit verhaal wel "ideaal voor dierenliefhebbers" zoals op de flap staat. Maar of het ideaal is voor leeswelpen is zeer de vraag. [Jan Van Coillie]
C. de Kievit
Jasmine is de dochter van de dierenarts en helpt haar vader vaak met het verzorgen van de dieren.Wanneer er een biggetje geboren wordt, wordt de hulp van Jasmine ingeroepen om het biggetje Oscar te verzorgen. Maar dan breekt de varkenspest uit en moet Jasmine in actie komen. Het verhaal wordt in vijftiende spannende hoofdstukken beschreven. De tekst is in een duidelijke letter gedrukt en leest gemakkelijk. Er wordt in het verhaal veel extra informatie gegeven over dieren en over het werk van een dierenarts. Enige paginagrote zwartwitte karikaturale tekeningen passen goed bij het verhaal. Het vierde deel van een serie over de dochter van de dierenarts. Op de omslag van het boek staat een gekleurde illustratie van het biggetje met zijn grote vriend Stereo, de hond. Grappig dierenverhaal voor kinderen vanaf ca. 10 jaar; voorlezen kan al vanaf ca. 7 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.