Met dank aan het leven
Ulrich Libbrecht
Ulrich Libbrecht (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 108 LIBB |
31/12/2004
Ego mundi civis esse cupio -- ik wens een burger van de wereld te zijn". In meer dan één boek beklemtoont Ulrich Libbrecht met dit citaat van Erasmus zijn levensvisie. De stichter van de Vlaamse School voor Comparatieve Filosofie heeft het afgelopen decennium veel gepubliceerd en is in Vlaanderen en Nederland bekend geworden door zijn lezingen. Hij aarzelt niet heel uiteenlopende thema's te behandelen -- armoede, nationalisme, ecologie, religiositeit -- maar bij nader toezien wordt duidelijk dat zijn invalshoek nagenoeg steeds dezelfde blijft: bevrucht het eigen denken, gevormd binnen de eigen cultuur, door inzichten en waarden uit andere culturen.
Met Drakenaders van mijn landschap heeft Ulrich Libbrecht een symbolisch eindpunt geplaatst achter zijn schrijversloopbaan en zijn academische carrière, waarin hij o.m. sinologie doceerde aan de KU Leuven. Wat nog volgt, zal men kunnen beschouwen als een toemaatje. Het boek opent met de persoonlijke geschiedenis van zijn leven -- samengevat in de beknopte weergave van zijn belangrijkste keerpunten en realisaties als student en docent -- en van zijn denken -- geschetst als een evolutie van interesse voor de westerse en de oosterse filosofie tot de uitbouw van zijn geesteskind, de comparatieve filosofie. Hij benadrukt herhaaldelijk de onbenulligheid van zijn persoonlijk bestaan, maar vergeet niet zijn verdiensten te vermelden. Daarna wijdt de auteur zich aan een uitvoerige en gedreven toelichting van zijn visie. In een poging om het belang van de comparatieve filosofie en haar basisideeën aan te tonen, hanteert hij aanvankelijk erg gepolariseerde stellingen. Hij verwijt het westerse denken een gebrek aan kennis van andere wereldbeschouwingen en vooral een idealisering van de eigen filosofie. Westers denken is rationalistisch en wordt beheerst door de drang naar wetenschappelijke verklaring. Maar gaandeweg wordt zijn kritiek fundamenteler en fijnzinniger, een kritiek die hij meestal ent op oosterse inzichten: vooruitgang houdt steeds ook achteruitgang in; baseer ethiek op innerlijke goedheid en mededogen; hoe groter de complexiteit en de ordening in de maatschappij, hoe kleiner onze vrijheid wordt. De auteur ageert voortdurend tegen de (westerse) opvatting van 'incommensurabiliteit': fundamenteel verschillende wereldbeschouwingen kan men niet met elkaar vergelijken. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk dat het Westen iets leert van het Oosten en omgekeerd. Voorwaarde voor vergelijking en verbinding is wel dat men in de diepte graaft; culturen zijn immers oppervlaktestructuren en wanneer men op dit niveau gaat vergelijken, zal men steeds criteria en maatstaven hanteren uit de eigen cultuurbedding. Zo wordt elke vorm van wereldomvattend filosoferen bij voorbaat uitgesloten. Libbrecht wil zeker geen eenheidsfilosofie ontwikkelen of stimuleren, maar beschouwt wel de comparatieve filosofie als een voorstadium van een dynamische en coherente wereldfilosofie. Daarin moet de eigenheid van de voor hem drie belangrijkste pijlers bewaard blijven: de ratio, beklemtoond in het Grieks-westerse denken; de mystiek, die zich sterk ontwikkelde in het Indiase boeddhisme, en de natuurfilosofie van het Chinese taoïsme. Drie filosofische interpretaties van het bestaan, gevormd in verschillende culturen, drie vormen van realiteitsbenadering, die beantwoorden aan drie ontologische categorieën: zijn, niet-zijn en worden.
In het tweede deel van zijn boek koppelt de auteur de comparatieve filosofie aan zijn interesse voor de natuur. Zijn grote gevoeligheid voor het sacrale karakter van de natuur harmonieert perfect met zijn werk in de groentetuin en ook nu vindt hij zijn inspiratie in oosterse visies, het meest in het taoïsme. De westerse levensbeschouwingen voldoen voor hem niet, omdat ze de technische onderwerping van de natuur nastreven en weinig oog hebben voor de mystieke beleving. Naast, maar je mag ook zeggen tegenover natuurbeheersing, industrialisatie en natuurwetenschap plaatst hij in een slotbeschouwing over een universele natuurfilosofie o.m. een sterke milieu-ethiek en de zin van een sacrale ontroering door de natuur.
Ulrich Libbrecht studeerde eerst wiskunde en later sinologie en oosterse taalkunde, waardoor hij ook het Sanskriet beheerst. Die zeldzame combinatie verklaart wellicht enerzijds zijn doorgedreven interesse voor levensbeschouwingen en de daarbij horende teksten en anderzijds zijn drang om wereldbeelden of modellen van denken in schema's te vatten. Vaak zijn dat driehoeksrelaties of schema's waarin polariteiten worden uitgewerkt tot een complementair geheel. Hij toont een scherp analyserende geest, maar laat ruimte voor inspirerende gedachten en citaten. Dat laatste weerspiegelt zich in een bloemrijke en toch beschouwende stijl, waarin metaforen als vanzelf de aandacht naar zich toehalen. Als oriëntalist laat hij hier zijn voorliefde voor de oosterse spiritualiteit het sterkste blijken. Wie eerder werken las als Oosterse filosofie (1995), Geen muren rond culturen (1995) of Burger van de wereld (2001) zal hier niet zoveel nieuws ontdekken. Libbrechts magnum opus is ongetwijfeld Inleiding comparatieve filosofie, waarvan (voorlopig?) drie delen verschenen in 1995, 1999 en 2003. Drakenaders van mijn landschap richt zich tot een ruimer publiek, dat z'n voordeel kan doen met de eruditie en de belezenheid van de auteur van wie men ook met veel plezier een lezing zal bijwonen. [Dirk Magerman]
Drs. J. Kleisen
Zijn oosterse denkwijzen nu werkelijk zo vreemd, dat wij het ons nog altijd kunnen veroorloven eraan voorbij te gaan? Libbrecht wijdde leven en werk eraan te bewijzen van niet: in hun diepte, bij de bron van hun dynamiek (drakenaders vertonen dynamiek, zegt hij) laten ze zich vergelijken met westerse. Hier vertelt hij hoe zijn zoeken naar een levensfilosofie hem ertoe bracht Chinees te leren en zich te verdiepen in Chinees en Indiaas denken. Zo kon hij een vergelijkingsmodel ontwerpen dat niet alleen de door ons zo hoog gestelde rede, maar ook de emotionaliteit en mysticiteit verdisconteert die de mens eigen zijn. Op betrekkelijk eenvoudige wijze zet hij opnieuw uiteen hoe beide denktradities elkaar in hun diepste lagen ontmoeten, waar werkelijkheidsbeleving en gevoelservaring samenvloeien. Het boek biedt vijftien, los van elkaar te lezen, opstellen. Evenals Libbrechts "Burger van de wereld"* heeft het een inleidend karakter. Paperback; vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.