Kijken : een leesboek over kunst. 1
Rudi Fuchs
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 735.8 FUCH |
31/12/2002
Weinig museumdirecteurs zullen zoveel geschreven hebben als Rudi Fuchs, directeur van het Stedelijk in Amsterdam en daarvoor van het Van Abbemuseum in Eindhoven. Nadat in Recht op schoonheid (Li 1999, p. 352) een keuze uit zijn columns is gebundeld, worden nu zijn teksten over beeldende kunst uitgegeven. Het is een kanjer van een boek geworden, met achterin behalve het persoons- en onderwerpsregister een bizar beeldregister. Van de besproken kunstenaars wordt zwart-wit en op postzegelformaat een werk gereproduceerd. Zo'n prentje is uiteraard niet meer dan een herkenningsteken voor wie met het betreffende oeuvre vertrouwd is. De teksten zijn gelukkig veel toegankelijker. Fuchs schrijft helder en enthousiast over kunstenaars van voornamelijk de tweede helft van de 20e eeuw, consequent vanuit een esthetische invalshoek. Hij beschrijft wat hij ziet, kruidt en duidt zijn waarnemingen met informatie over de kunstenaar -- die hij in vele gevallen persoonlijk kent --, verwijst af en toe naar een literair fragment. Een aantal stukken doen verslag van atelierbezoeken, o.m. bij Janis Kounellis en Hermann Nitsch. De auteur verrast door op het eerste gezicht niet verwant werk te vergelijken, en toont aan dat een recentere kunstenaar vaak nieuw licht kan werpen op een oudere. In de afdeling 'Fragmenten' stoort soms het al te korte bestek, maar het boek bevat ook behoorlijk wat langere stukken, waarin Fuchs rustig zijn oorspronkelijke en polemische visie kan ontvouwen. De Amerikaanse canon van het modernisme heeft volgens de auteur lange tijd een aantal Europese kunstenaars in de schaduw gesteld. Zo wijst hij op het grote belang van Kurt Schwitters, die een eigen synthese van kubisme en expressionisme tot stand heeft gebracht. De stukken in de afdelingen 'Legenden' (o.m. over Pasolini) en 'Voorbeelden' (Vincent Van Gogh, Edvard Munch, Piet Mondriaan, Juan Miró) behoren tot de boeiendste in dit boek. In 'De oude geschiedenis van de moderne kunst' vergelijkt de auteur scherpzinnig Vlaamse en Nederlandse schilders. Ook wat de naoorlogse kunst betreft, pleit hij voor eigenzinnige eenlingen en tegen de verstarde 'puristische' interpretatie van de alleenzaligmakende abstractie. Tussen kunstenaars is ondanks zijn omvang minder een overzichtswerk dan wel een persoonlijke kijk op een aantal grote en kleinere meesters, waarbij het toevallige ontstaan van de bijdragen (catalogusteksten, lezingen, kritieken van tentoonstellingen e.d.) voor lacunes zorgt: Marcel Duchamp, Joseph Beuys en Andy Warhol komen herhaaldelijk, maar slechts zijdelings ter sprake, Francis Bacon, installatie- en videokunst spelen in dit boek nauwelijks een rol. Systematiek is echter niet het opzet van Fuchs' kunstbeschouwing, wel het dieper doordringen in beeldend werk dat hem fascineert: "ik wil alleen maar uitleggen, in detail, hoe het zit met kunstwerken". Als je de stukken over Georg Baselitz, Donald Judd of Arnulf Rainer leest, besef je hoe vruchtbaar Fuchs 'romance' met kunst is. [Erik de Smedt]
Redactie
Causerieën over moderne kunstenaars: de kwaliteit van hun werk is een gegeven, Fuchs wil geen criticus zijn. Hij heeft de onderwerpen ingedeeld naar 'voorbeelden': Van Gogh, Mondriaan, Munch, Schwitters; naar 'verhoudingen': tot de geschiedenis, musea, recente ontwikkelingen, werkwijzen; naar 'meesters' en dat zijn er velen en naar 'plekken': het ideale museum, wat is kwaliteit. Het beeldregister bevat de plaatjes, in zwart-wit, zo groot als een luciferdoosje, met slechts de naam van de kunstenaar eronder. Het naam- en trefwoordenregister vermeldt vooral veel Duitse moderne schilders en daarnaast minder alom erkende kunstenaars. Fuchs heeft een ontembare behoefte het werk van de één te relateren aan dat van de ander (en) om zo de unieke kwaliteit te verduidelijken. Hij zet de kunstenaar niet in een hokje, maar spiegelt zijn werk aan dat van de ene of de andere, alsof de auteur wil zeggen: ze horen erbij en ik stond ertussen met mijn kennis en mijn ervaring. Zijn romance is onderhoudend, met veel herhalingen, fouten ook die zijn blijven staan, vergelijkingen die er veel of weinig toe doen, enz.: een causerie, meer dan 800 pagina's lang, zonder bronvermelding.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.