De bijbel voor ongelovigen. [1], Het begin : Genesis
Guus Kuijer
Guus Kuijer (Auteur), Peter-Paul Rauwerda (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2004 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : KUIJ |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KUIJ |
31/12/2004
Toen ik Het boek van alle dingen een eerste maal gelezen had, dacht ik: ze kunnen niet verder uit elkaar liggen, de werelden van de 21e-eeuwse Polleke en die van Thomas uit 1951. Maar dat blijkt slechts schijn, in werkelijkheid zit er even veel van Guus Kuijer in Thomas als in Polleke. Uiteindelijk stellen Polleke en Thomas gelijkaardige vragen en hebben zij gelijkaardige doelen in hun leven. Ze zijn beiden op een heel eigen manier intens met het geloof bezig en het zijn allebei lieve en sterke mensen, die hun best doen om gelukkig te zijn, ondanks alle ellende en chaos om hen heen.
Het boek van alle dingen maakt geen deel uit van een serie, zoals dat bij de vijf boeken rond Polleke (eind jaren '90) en de vijf boeken rond Madelief (eind jaren '70) het geval was. Het boek van alle dingen voert ons terug naar de jaren '50, meer bepaald naar 1951, toen het hoofdpersonage Thomas én Guus Kuijer zelf negen jaar oud waren. Of dit verhaal autobiografischer is dan Kuijers andere boeken, kan de lezer evenwel niet beoordelen. De auteur probeert ons in ieder geval te doen geloven, dat hij het verhaal uit tweede hand heeft, en dat deze Thomas hem als volwassen man zou opgezocht hebben met de vraag zijn verhaal bij te schaven en eventueel uit te geven. Kuijer zou dit verhaal dan ook niet zelf hebben geschreven, want de volwassen Thomas, meneer Klopper, overhandigt hem een schoolschrift, dat hij als 9-jarige zou hebben volgeschreven. Dit schrift kreeg van de jonge Thomas de titel "Het boek van alle dingen". Deze gegevens lezen we "voor het verhaal begint". Wie Guus Kuijer een beetje kent, merkt dat hij daarin nogal een loopje neemt met waarheid en fictie. Zo beweert hij o.a. dat zijn jeugd zoveel rooskleuriger zou geweest zijn als die van Thomas ("elke avond de zoete viool van mijn vader en de lieflijke sopraan van mijn moeder", of "broertjes en zusjes die mij op handen droegen" of "de hele week naar de heerlijke school"). Grappig is ook de manier waarop de auteur in alle ernst lijkt te schrikken van "oneerbiedigheid", zeker in kinderboeken. Precies daarvan werd Kuijer zelf beticht in de jaren '70 in de boeken rond Madelief, en 25 jaar later nog steeds in de boeken rond Polleke!
Het geloof
Terwijl het geloof in de boeken over Polleke een telkens terugkerend thema was, dat in het leven van Polleke toch wel een belangrijke plaats innam, is het geloof alomtegenwoordig in Het boek van alle dingen. In 1951 was een deel van Nederland in de macht van het geloof, de bijbel en de kerk. Allerlei dingen waren zondig, en zondag was een heilige dag, waarop zowat niets mocht (niet werken, maar ook niet fietsen, niet voetballen, niet met de tram rijden). Thomas groeit op in een zeer vroom gezin, waarin de vader probeert het geloof uiterst strikt en principieel na te leven. Thomas en zijn zus Margot en hun ouders gaan elke zondag naar een bijzondere kerk in een gewoon huis, een kerk waar bijna niemand anders naartoe gaat. Voor Thomas' vader is Het Woord zó onaantastbaar, dat hij bv. niet kan dulden dat Thomas de moeilijke, raadselachtige woorden tijdens de litanie fout zingt. Thuis ranselt hij er, met de houten lepel, de juiste woorden bij hem in... Maar Thomas lijkt gevoelloos voor de slagen van zijn vader, alleen de mep die zijn moeder in haar gezicht kreeg, laat een diepe indruk bij hem na.
Ook al liggen er tussen Thomas en Polleke zowat 50 jaar, Kuijer laat beiden op een heel onbevangen manier met Jezus of God omgaan. Thomas ziet Jezus tijdens het gebed verschijnen en praat met hem alsof het een goede vriend betreft. Thomas is zelfs verbaasd dat Jezus veel menselijker lijkt dan hij altijd dacht ("in zijn wapperende witte jurk"), dat hij meestal ook niet weet wat er aan de hand is ("mijn naam is haas"), en eigenlijk ook geen oplossing heeft voor problemen: "Je had niet zoveel aan Hem, maar het was leuk dat Hij af en toe een praatje kwam maken". Terwijl Thomas haast verstikt wordt door het geloof rondom hem, vindt hij een bevrijdende manier om ermee om te gaan. Polleke die helemaal geen geloof van thuis uit mee kreeg, en wel tientallen keren zegt dat ze "niks van haar geloof is", ontdekt dat ze in haar heel eigen manier van bidden, toch gesprekjes met God kan voeren, die belangrijk zijn voor haar. "Omdat ik niks van me geloof ben, begrijp ik niet goed wat opa en oma geloven. Maar ik vind bidden wel leuk. Het geeft een gezellig gevoel, vind ik." De gebedjes van deze twee jongeren zijn heel onbevangen en persoonlijk en staan mijlenver af van de onpersoonlijke en nietszeggende gebeden die de kerk de mensen probeerde op te dringen! In het vijfde en laatste boek over Polleke, Ik ben Polleke hoor!, houdt "het geloof" Polleke nog meer bezig na de dood van haar opa. "Ik ben de enige mens op de wereld die niks gelooft. Geloof ik.", besluit ze, en deze gedachte maakt haar onrustig. En in de allerlaatste scène vraagt ze nog een keer: "Jullie geloven allemaal in iets. Ik geloof niks. Ben ik een aparte?" Waarop Pollekes vader haar eindelijk het juiste antwoord kan geven ("ik voelde dat zijn woorden wáár waren en niet voor de troost"): "Als je in de liefde gelooft, geloof je genoeg."
Lief
In de boeken over Polleke en in Het boek van alle dingen gebruikt Kuijer talloze keren het woordje lief. Thomas en Polleke proberen gewoon lief te zijn voor de mensen rondom hen, en worden geraakt door de liefde en goedheid van anderen (Polleke wordt telkens helemaal "wiebel" van de ogen van Mimoen, maar ook van Consuelo die zoveel erge dingen heeft meegemaakt). Thomas en Polleke zijn allebei heel sterke personen, met een rotsvast geloof in het goede en in de liefde. Polleke schrijft hierover in haar gedichten, Thomas in zijn schrift. Als de buurvrouw aan Thomas vraagt, wat hij later wil worden, antwoordt hij: "Gelukkig." Polleke wil later dichter worden, en ook al zegt ze het niet met evenveel woorden als Thomas, ook voor haar is gelukkig zijn iets heel fundamenteels. Ze vindt het dan ook dom van haar vader dat die niet weet wat hij moet doen op de wereld. "Nou, gewoon, lopen en spelen en leren en lachen en weet-ik-velen." Uiteindelijk vat ze dit gevoel samen in een piepklein gedichtje: "Het is fijn om er te zijn."
Thomas is voortdurend begaan met het geluk van anderen. Hij wil van zijn moeder weten of ze gelukkig is, en hij schrijft een heel lieve brief aan de 16-jarige Eliza, die een kunstbeen heeft en maar één vinger aan een hand. Hij schrijft dat ze ondanks haar handicap het allermooiste meisje van de wereld is, en wenst haar heel lieve dingen toe voor later. Eliza bedankt hem ervoor: "Dat was de aller... aller... allermooiste brief die ik ooit heb gekregen. Ik zal hem goed bewaren. En telkens als ik verdrietig ben, ga ik hem lezen." En in zijn schrift schrijft hij: "Ik moet brieven schrijven aan de mensen. Daar worden ze blij van. En dan vinden ze me lief."
Sterke vrouwen
Thomas en zijn vader zijn de enige mannelijke personages in Kuijers boek, behalve nog enkele mannen die eerder terloops vermeld worden. Terwijl Thomas zich uiteindelijk bij de meisjes en de vrouwen aansluit, en met hen praat en lacht en gedichten leest en lééft, blijft zijn vader een starre, gesloten, meelijwekkende figuur. Bij Polleke klinkt het allemaal wat luchtiger, maar Kuijer laat ook haar zeggen dat "jongens ingewikkeld zijn". En aan haar vader schrijft ze: "Jij bijvoorbeeld, jij bent reuze ingewikkeld. En Mimoen ook. En opa ook een beetje. En de meester. Ik denk dat jongens niet weten wat ze willen... Je bent zo bang dat je je verveelt dat je maar gekke dingen gaat doen." De buurvrouw van Thomas, mevrouw Van Amersfoort, een sterke kordate weduwe, vertelt Thomas dat "geluk begint met niet meer bang te zijn". Ze leert hem niet alleen naar prachtige muziek luisteren en mooie boeken lezen, ze geeft hem ook de kracht om uit het strakke religieuze keurslijf te breken. De vrouwen in Het boek van alle dingen zijn sterke figuren, of worden het in de loop van het verhaal. Aanvankelijk is Thomas' moeder alleen maar zwak en onderdanig, maar later verzet ze zich tegen de wil van haar man, iets wat ze aanvankelijk steeds met slagen moet bekopen. De oudere zus van Thomas, Margot, evolueert van een "stompzinnig" en "oliedom" wicht, tot een jonge, sterke vrouw die haar vader zelfs uitdaagt en met hem spot, en zich uiteindelijk "als een engel met een vlammend zwaard" tegen haar vader verzet. En dan duikt ook nog tante Pie op, die getrouwd is met de broer van Thomas' vader, en die wild tekeer gaat omdat haar man het gewaagd heeft haar te slaan omdat ze een pantalon draagt! Ten slotte mondt al dit vrouwelijk verzet uit in een "voorleesclub" onder leiding van mevrouw Van Amersfoort. Zij houden heel symbolisch hun eerste bijeenkomst bij Thomas thuis. Ze spelen er "negermuziek" van Louis Armstrong en lezen "kinderversjes" voor van Annie M.G. Schmidt. Voor Thomas' vader is dit "heidense negermuziek" en "verzen die klinken als holle vaten". Toch willen Thomas, Margot en zijn moeder niet triomferen over vader. Moeder gebaart zelfs "Kom toch jongen, kom er gezellig bij zitten". Maar Thomas' vader kan het niet. Omdat hij bang is. Bang voor zoveel dingen. Alluderend op de Plagen van Egypte, die Thomas' vader avond na avond aankondigt, terwijl hij erover voorleest uit de bijbel, zegt mevrouw van Amersfoort: "Niet de kikkers, niet de muggen en niet de builenpest, maar wíj zijn de beste plaag. Wij vrouwen en kinderen. Daar kan geen farao tegenop."
Guus Kuijer blijft het kunnen, je diep, diep ontroeren in zijn boeken, je laten proeven van mooie woorden en mooie gedachten, kortom je laten voelen hoe sterk we wel kunnen zijn, en hoe gelukkig... [Karin Van Camp]
Redactie
Het is 1951: bij de negenjarige Thomas thuis is men heel streng in de leer. Zijn vader houdt het gezin met harde hand bij Gods Woord. Zo wordt Thomas afgeranseld als hij geheel te goeder trouw tijdens de kerkdienst 'Goede stierenheer verlos onze ellendige zondagen' zingt in plaats van 'Goedertieren Heer verlos ons ellendige zondaren'. Maar wat Thomas veel erger vindt, is dat zijn vader ook zijn moeder slaat, in naam van Gods Woord. Thomas heeft zijn eigen fantasievolle manier van geloven, houdt hele gesprekken met Jezus en probeert via de Egyptische plagen het hart van de farao, zijn vader, te vermurwen. Hij begint met het water van het aquarium net als de Rode Zee via limonade in bloed te veranderen. Maar dat maakt alles nog erger. Gelukkig komt er hulp, van zijn oudere zus, zijn tante (die lange broeken durft te dragen) en van zijn buurvrouw, een aardige heks die hem versjes van Annie M.G. Schmidt leert. Een schitterende nieuwe Guus Kuijer waarin subtiel, met veel humor en fantasie wordt verteld hoe het dromerige, gevoelige jongetje Thomas zijn angsten overwint en samen met moeder, zus, tante en hun vriendinnen in opstand komt tegen de tirannieke, kleinzielige vader en zijn starre geloof. Het boek is voorzien van grijze potloodtekeningen. Vanaf ca. 10 jaar.
Veerle Uyttersprot
ua/an/22 j
In 'Het boek van alle dingen' vertelt Guus Kuijer het verhaal van Thomas Klopper, die op een dag bij hem langs kwam om zijn schrijfsels uit zijn kindertijd te laten lezen en om te zetten in een publiceerbaar boek. In dat boek treedt geen ik-verteller op, maar het verhaal wordt wel volledig verteld vanuit het standpunt van Thomas, die in 1951, toen hij negen was, begon te schrijven aan zijn 'Boek van alle dingen'. Wat de negenjarige Thomas bezig houdt, is niet allemaal even vrolijk. Want Thomas heeft niet alleen een lieve moeder en een oliedomme zus die op het lyceum zit, er is ook nog zijn strenggelovige vader die strikte volgzaamheid eist en die er niet voor terugdeinst om vrouw en kinderen met harde hand tot gehoorzaamheid en onderdanigheid te brengen. Wanneer vader voorleest over de tien plagen van Egypte, besluit Thomas dat het ook thuis misschien wel tijd is voor een plaag van Egypte. Gelukkig staat hij er niet alleen voor. Buurvrouw Van Amersfoort die in de buurt bekend staat als een heks blijkt een waardevol medestander te zijn maar ook tante Pie en zelfs zus Margot, die blijkbaar dan toch niet zo dom is, dragen hun steentje bij. Ondanks de beladen thematiek rond religieus fanatisme en huiselijk geweld is dit boek allesbehalve een somber verhaal geworden. Thomas is immers geen gewone jongen; hij ziet dingen die andere mensen niet zien (zoals stoelen die gaan zweven bij mooie muziek), slaat regelmatig een babbel met de here Jezus die hij zo nu en dan ontmoet achter zijn gesloten oogleden, wordt hopeloos verliefd op Eliza die een kunstbeen heeft en een hand met alleen maar een pink … en hij rapporteert over dat alles met een grote vanzelfsprekendheid. In de kundige handen van Guus Kuijer ontstaat op die manier een fantasievol, poëtisch, ontroerend en vooral ook humoristisch boek. Doordat de lezer voortdurend door de ogen van Thomas naar de dingen kijkt, wordt er geen nadere toelichting gegeven bij het feit dat de echtgenoot van mevrouw Van Amersfoort gefusilleerd is als lid van het verzet, of bij een NSB’er die door de politie wordt opgepakt. Voor Thomas die opgroeit kort na de tweede wereldoorlog is dit blijkbaar allemaal redelijk normaal, net als de handicap van de mooie Eliza, al vraagt hij zich wel een keer terloops af waar haar andere vingers zouden gebleven zijn. Jonge lezers (van ongeveer de leeftijd van Thomas) zullen dit soort verwijzingen niet meteen kunnen duiden, net zo min als de vele, speelse bijbelverwijzingen die in het boek te lezen staan. Dit stoort echter niet; ook negenjarigen zullen aan dit boek evenveel plezier beleven – zij het dan op een andere manier – als oudere lezers of volwassenen.' 'Het boek van alle dingen' is al aan een achtste druk toe (het verscheen voor het eerst in 2004) en werd in 2005 bekroond met de Gouden Griffel en de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs. Helemaal terecht!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.