De lange tocht
Dan Sleigh
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SLEI |
31/12/2004
Dan Sleigh, historicus van opleiding en als redacteur werkzaam op de transcriptieafdeling van het Kaapse archief, schreef met zijn Eilande (oorspronkelijk verschenen in 2002) een magistrale en veelbekroonde roman met als kader de eerste vijftig jaar van Nederlandse aanwezigheid op de Kaap. De roman verscheen nu ook in het Nederlands onder de titel Stemmen uit zee.
Aan de zeven hoofdstukken waaruit de roman Stemmen uit zee is opgebouwd, gaat een soort inleiding vooraf waarin een klerk, die in de gedaante kruipt van de verteller van het hele boek, onder meer zijn bedoeling prijsgeeft: "Ik vertel over mannen. Ik heb degenen uitgezocht die haar in het hart hebben gedragen, van voor haar geboorte tot na haar einde. Zij hebben geholpen het kleine vlot drijvende te houden. Over haar dood heen, en ik voel me hiertoe verplicht, want mensen sterven pas werkelijk als niemand meer aan ze denkt".
De 'haar' waarover de klerk het heeft, is Pieternella Havgard, of, zoals haar Nederlandse naam luidt: Van Meerhof. Zij is de centrale figuur in de roman, rond wie Sleigh in een breeds uitvloeiend fresco de levensgeschiedenis weeft van een aantal figuren die in de tweede helft van de 17e eeuw in vaak barre en onmenselijke omstandigheden een menswaardig bestaan probeerden op te bouwen in en rond de Kaap. Sleigh laat zijn verhaal een aanvang nemen bij de figuur van de Khoina-hoofdman Autshumao. Hij trekt zich het lot aan van Krotoa, de dochter van zijn zus. Eens de Nederlanders voet aan wal hebben gezet op de Kaap en aan de uitbouw van hun verversingspost begonnen zijn, treedt Krotoa in dienst van commandeur Van Riebeeck. Van nu af heet zij Eva en zal ze, ondanks de pogingen van Autshumao om haar 'andersmaak' (de overgangsrite) bij de Khoina te regelen en door te voeren, rond de Nederlandse nederzetting blijven hangen. Met dit openingshoofdstuk zet Sleigh duidelijk de lijn uit van wat verder in zijn roman aan bod zal komen: de autochtone bevolking, hier concreet belichaamd in de figuur van Autshumao, zal gaandeweg door de Nederlanders, die ze met tabak en brandewijn aan zich weten te binden, onderworpen worden. Of, zoals in het geval van Krotoa/Eva: "Zij is het die in twee huizen woont, twee talen spreekt, twee soorten kleren draagt".
Daar op de Kaap kruist chirurgijn Peter Havgard de levensweg van Krotoa/Eva. Het verhaal van Havgard, mede ingekleurd door zijn relatie met Eva, voert de lezer mee naar Robbeneiland, waar hij 'opper' wordt. Wat verder volgt, in een soort van retrograde waarbij de levensgeschiedenissen van alle betrokkenen in elkaar vervlochten raken, is het nooit eindigende verhaal over mensen die op zoek zijn naar het geluk, maar telkens weer moeten ervaren dat dit voor slechts weinigen is weggelegd. Er is het verhaal van Bart Borms, die als schipbreukeling op Mauritius aankomt, vandaar naar de Kaap trekt en nadien op Robbeneiland belandt. Met zijn terugkeer naar Mauritius wordt de cirkel van het noodlot gesloten. Opvallend trouwens hoe Sleigh tegen de verzuchtingen en de betrachtingen van zijn personages in die ene (herhaalde) zin plaatst: "De vijand heeft twee kanonnen: het ene kanon is het noodlot, het andere is je medemens".
Even boeiend en intrigerend is het levensverhaal van de andere personages, die rechtstreeks of zijdelings betrokken raken bij het leven van Eva's dochter Pieternella: posthouder Hans Michiel Callenbach, die van Duitse origine is en in het diepste van zijn wezen soldaat is en blijft; of er is advocaat Deneyn, die heimelijk verliefd is op Pieternella en in wiens levensrelaas een niets aan de verbeelding overlatende beschrijving van het harde optreden van de 'seurs' (de ambtenaren) tegenover de blanke pioniers aan bod komt; er is ten slotte de kuiper Daniel Zaaijman, die naar Mauritius uitwijkt en daar met Pieternella trouwt. Met deze episode, met blijvend op de achtergrond de aandacht voor Eva, die aan de drank kapot gaat, en Pieternella en de kinderen, schetst Sleigh de strijd die de mensen op Mauritius gevoerd hebben om van het eiland een leefbare buitenpost te maken.
In het slothoofdstuk wordt dan verhaald hoe de klerk De Grevenbroek uit de documenten die hij te behandelen kreeg die kleine fragmenten heeft gelicht die hem moesten toelaten het verhaal van Pieternella en de mannen in haar leven te schrijven: "Hun eigen verhaal was nog steeds een beeld van de Kaap, maar de Kaap was niet meer dan het geschilderde decor achter het podium waarop zich een zwarte komedie afspeelde".
Daarom ook het geschrift waarmee de klerk uiteindelijk uitpakt: "Als de pen je wapen was, schreef je. Daarom had hij, de klerk De Grevenbroek, jarenlang korte uittreksels gemaakt om ze later te gebruiken".
Veelkleurig, maar evenzeer monochroom in hun nooit eindigende strijd voor een menswaardig bestaan, klinken de stemmen op uit de zee. Zo overstijgt deze roman het louter historische verslag en krijgt hij de allures mee van een aangrijpend existentieel drama. [Jooris Van Hulle]
Redactie
Historische roman over het begin van de Nederlandse kolonisatie door de Oost-Indische Compagnie van de Kaap de Goede Hoop en de omliggende gebieden eind zeventiende, begin achttiende eeuw. Hoofdpersoon is Pieternella, de eerste kleurlinge van de Kaap, dochter van Jan van Riebeeck's Khoi-dienstmeisje Eva en de Deense chirurgijn Peter Havgard. Zij, in wie de blanke en zwarte Kaapse bevolking voor het eerst samenkomen, staat symbool voor het begin van de lange, gewelddadige en moeizame geschiedenis van Zuid-Afrika. Haar geschiedenis en die van haar moeder Eva worden verteld in zeven episodes door de mannen in wiens leven zij een belangrijke rol spelen, zoals een Khoi-chief, een visser, de Deense chirurgijn, een administrateur etc. Ieder van hen belicht andere aspecten van de Kaap, haar geografie, historie en bevolking. Goed geschreven, zeer boeiend en kleurrijk epos over het begin van Zuid-Afrika's koloniale verleden. Dan Sleigh is historicus met als specialisatie de Nederlandse koloniale geschiedenis en was werkzaam op het Kaapse archief. Deze veelvoudig bekroonde debuutroman tekent, aldus de Zuid-Afrikaanse auteur André Brink die de roman in het Engels vertaalde, 'de volwassenwording van de Zuid-Afrikaanse roman'. Paperback, kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.