Weduwenspek
Monika Van Paemel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5491 |
31/12/2004
Celestien is het eerste deel van wat een uit twee romans bestaand epos moet worden onder de overkoepelende titel 'De gebenedijde moeders'. Met deze titel refereert Monika van Paemel op een wel heel directe manier aan haar in 1985 verschenen epos over De vermaledijde vaders.
Celestien is de vertellende ikfiguur in de roman die naar haar wordt genoemd. In de loop van haar relaas van haar leven als dienstmeid bij de gegoede familie Van Puynbroeckx maakt zij -- nu ze in rusthuis Welverdiend, eertijds het Gentse landhuis van haar werkgevers, is ondergebracht (lees: gedumpt, vooral dan door toedoen van de jongste zoon Bertje) -- de som van wat dit leven haar heeft gebracht. Hoewel ze aanvankelijk de indruk wekt dat haar relaas een vorm van afrekening zal zijn, blijkt het leven haar niet veel geboden te hebben, alleen en eerder een gang 'uit het niets in het niets'. Haar vader, zo vernemen we uit haar relaas, heeft ze nooit gekend. Toen ze veertien was, werd ze door haar moeder uitbesteed bij de Van Puynbroeckxen, de aanzet van wat voor haar een leven in dienstbaarheid zal worden. De terugblik op haar eigen leven neemt, onbeduidend als ze nu eenmaal was als persoon, de vorm aan van een familiekroniek die zowat de hele voorbije eeuw omvat. In haar associatieve manier van vertellen, waarbij de herinneringen over en door elkaar heen schuiven, meandert Celestien door de familiegeschiedenis en haar betrokkenheid erbij. Latent aanwezig daarin zijn de gevoelens die zij, zonder er ooit ook echt aan toe te geven, koesterde voor haar meneer: "Augustijn was alles voor mij: man en minnaar, vader en zoon. Dat hij dat niet zag, of niet wilde zijn, veranderde daar weinig aan. En dat ik nooit het bed met hem heb gedeeld, maakte het niet minder, al heb ik daar zeker naar verlangd." En als zij op zeker moment de balans opmaakt van wat het leven van haar meester-in-huis is geweest, klinkt overduidelijk de visie door van Monika van Paemel: "Augustijn kampte met een mannenprobleem: hij wilde bij moeders op schoot, met het vrouwtje in bed, bij een voorbeeldige huisvrouw met de voeten onder tafel. Tegelijk wilde hij de zeven zeeën bevaren, de hoogste bergen beklimmen, hemel en aarde verslaan. Hij wilde de eerste onder de mannen zijn. Het alfadier." Of, zoals het even voordien luidt: "Alsof een man zich te allen tijde als krijger moest bewijzen." Meteen raakt Celestien hier het thema aan van de oorlog, die meer dan alle andere mogelijke gegevens de richting heeft bepaald waarin de familiegeschiedenis verder zou evolueren. Augustijn heeft zich na de 'Groote Oorlog' nooit echt kunnen herpakken en daarom het beleid van de bouwfirma aan zijn vrouw overgelaten. Zijn vier kinderen die in leven zijn gebleven -- vijf waren bij de geboorte gestorven (de 'engeltjes' waarnaar Madame voortdurend verwijst), een zoon, Herward, stierf de verdrinkingsdood toen hij negen was -- hebben direct of indirect met de Tweede Wereldoorlog te maken. Angelique ziet haar huwelijk met Davy, die gebroken uit de kampen terugkeert, langzaam maar zeker uitdoven. Marius ging in het verzet en stelt zich zo regelrecht op tegen Reinout en Bertje, zijn twee andere broers, die de kant van de bezetter hebben gekozen. Met de kinderen loopt trouwens alles fout wat maar fout kan lopen in hun relaties.
In haar terugblik besteedt Celestien uiteraard veel aandacht aan 'de' vrouw in huis, die zij steevast 'Madame' noemt, op één enkele keer na, wanneer zij, zo herinnert ze zich, haar Madame na het verlies van het zoveelste engeltje uit haar lethargie had gehaald door haar met haar naam aan te spreken, 'Marguerite' (meteen een verwijzing naar Van Paemels in 1976 verschenen gelijknamige roman). Onder de grillen en nukken van Madame, die een spel van aantrekken en afstoten speelt met haar Augustijn en die als het eenmaal minder goed gaat, rusteloos op reis trekt of zich in het (bij-)geloof stort, voelt Celestien intuïtief aan wat haar drijft: "Een kwellend gevoel van verlies, van verslagenheid. En ook een onredelijk schuldgevoel", vooral dan tegenover de kinderen, die haar verwachtingen nooit hebben kunnen waarmaken.
Celestien krijgt van Monika van Paemel de allure toegemeten van een breeds opgezette familiekroniek. Voor de lezer komt het eropaan zich mee over te geven aan de associatieve manier van vertellen die de auteur hier bij monde van Celestien toepast. Dat Celestien, die als betrokkene mee beleeft wat de familie overkomt, maar eigenlijk altijd ook ergens aan de zijlijn wordt gedwongen, vaak moet gaan luistervinken aan bv. de slaapkamerdeur van Augustijn en Madame, moet de lezer er bijnemen. Mij overtuigt alleszins het portret van een vrouw die voor altijd een voetnoot zal zijn en blijven in de geschiedenis, maar ondanks het juk van de dienstbaarheid nooit haar eigen diepere ik heeft verloochend. Aan het slot van de roman beklimt zij de trap in het huis waar ze zolang heeft gewoond om door het oog van het fronton over het landschap uit te kijken: "ik zou zo ver kunnen kijken dat het zicht vervaagt en hemel en aarde elkaar raken. Opgaan in de dingen, jezelf verliezen om vrede te vinden." Of, zoals het luidt in de slotzin: "Daar kom ik vandaan, daar ga ik weer heen. Verhef je, mijn hart." [Jooris Van Hulle]
J.A.M. van den Broek
Diverse titels en bijna 20 jaar later komt de Vlaamse Van Paemel met de tegenhanger van haar bekende roman 'De vermaledijde vaders'. In deze roman, met de veelzeggende ondertitel ‘de gebenedijde moeders’, beschrijft zij nu de Vlaamse 20ste-eeuwse geschiedenis vanuit het perspectief van de vrouwen. Dat doet ze door de ikverteller, de dienstmeid Celestien, terug te laten kijken op haar leven met de familie Van Puynbroeckx. Ze deelt liefde en leed met Augustijn en zijn Madame en hun kinderen. De wrok klinkt door in haar verhaal, want ze is aan het eind van haar leven door de kinderen in een verzorgingstehuis gestald, terwijl ze graag tot het einde voor Augustijn had willen zorgen. Celestien is een vrouw van veel woorden en ze schuwt de herhaling niet. Daarbij ontbreekt er een climax en dat maakt het verhaal, dat een aanzienlijke omvang heeft, een beetje eentonig. De verteller verspringt regelmatig in de tijd van vertelheden (in het tehuis) naar verschillende episodes uit het verleden. Op de achterflap wordt aangekondigd dat dit het eerste deel is van een epos over de gebenedijde moeders. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.